Achtergrond
Hoe Amerika dé kans miste om het Iraanse kernwapenprogramma te stoppen
De vs proberen de kernwapenprogramma’s van potentiële vijanden te beïnvloeden. In Iran lieten ze de perfecte kans op ontmanteling voorbijgaan, reconstrueert promovendus Jean Yves Ndzana Ndzana. ‘Ze waren verblind door ideologie.’
Vincent Bongers
donderdag 16 mei 2024
Iraanse vrouwen tonen een portret van president Mahmoud Ahmadinejad in Robat Karim, ten zuidwesten van Teheran, oktober 2006 Foto ANP

De Iraanse kernfysicus Majid Shahriari reed op 29 november 2010 door Teheran toen er plots motorrijders naast hem verschenen. Zij bevestigden bommen op de ramen van zijn auto die vervolgens explodeerden. Shahriari overleefde de aanlag niet.

Collega Fereydoon Abbasi werd in een ander deel van de stad op soortgelijke manier aangevallen, maar raakte slechts gewond. Het meest recente slachtoffer, Mohsen Fakhrizadeh, werd in 2020 vermoord door een op afstand bedienbaar machinegeweer dat was gemonteerd op een auto.

Zo werden er in tien jaar tijd vijf Iraanse kernfysici gedood.

Niet alleen wetenschappers waren doelwit. In een nucleair complex werden zo’n duizend centrifuges waarmee uranium werd verrijkt vernield, nadat een door de AIVD gerekruteerde Nederlandse ingenieur ze met het computervirus Stuxnet had geïnfecteerd.

De cyberaanval was op touw gezet door Israël en de Verenigde Staten om het kernwapenprogramma van Iran te ondermijnen. De moordaanslagen waren acties van groepen die door Israël werden gefinancierd.

‘Maar de Amerikanen zagen dat zeker als een gunstige ontwikkeling’, vertelt promovendus Jean Yves Ndzana Ndzana. ‘Nu hoeven we het niet zelf te doen, was het idee.’

De wetenschapper uit Kameroen is een expert op het gebied van internationale betrekkingen en onderzocht hoe Amerika de kernwapenprogramma’s van Libië, Zuid-Afrika (zie kader) en Iran probeert te beïnvloeden.

Dwangdiplomatie

Ook al liep het Iraanse programma zeker schade op, toch was de aanpak op de lange termijn totaal niet effectief. ‘Het was zelfs een complete mislukking. Amerika heeft Iran volkomen verkeerd ingeschat. In het land zijn verschillende facties die elkaar bestrijden, maar over één ding zijn ze het wél eens: ze staan vijandig tegenover Israëlische en Amerikaanse inmenging. Dat zag je ook bij De Groene Beweging die in 2009 pleitte voor meer vrijheid. Toen een BBC-journalist tegen een van de leiders zei dat president Obama het protest steunde, reageerde die: “Dit gaat de Amerikanen niets aan!”’

Stuxnet en de moordaanslagen hebben het nationalisme in Iran juist aangewakkerd, vertelt de promovendus. ‘De Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad wist daarvan gebruik te maken. De Iraniërs gingen achter hun leider en vlag staan. Ze wilden niet buigen voor de VS.’

De acties zorgden er evenmin voor dat het kernprogramma kwam stil te liggen. Sterker nog: er kwamen nieuwe, meer geavanceerde centrifuges om het uranium te verrijken en het versterkte de positie van Ahmadinejad.

Ndzana Ndzana doet onderzoek naar zogeheten dwangdiplomatie waarmee de VS andere landen zover te proberen te krijgen dat ze stoppen met het ontwikkelen van kernwapens. ‘Dat doen ze niet alleen op de klassieke manier: rond de tafel

gaan zitten en een deal proberen te sluiten. Vaak wordt “het doelwit” ook impliciet en expliciet bedreigd: bijvoorbeeld door sancties of zelfs de inzet van militaire middelen. Het is een instrument dat tussen standaard onderhandelingen en op volle schaal militair ingrijpen in zit.’

‘Aanslagen en cyberaanvallen hebben het nationalisme juist aangewakkerd’

Hoewel dat dus niet lukte in Iran, had dat wél gekund. ‘Tijdens het presidentschap van George W. Bush heeft Amerika echt een grote kans laten liggen.’

Bush had een heel ideologisch gedreven beleid. ‘Na de aanslagen van 11 september 2001 noemde hij Iran een van de landen die behoorden tot de “as van het kwaad”. Binnen deze strategie pasten geen klassieke diplomatieke onderhandelingen. Vice-president Dick Cheney zei zelfs: “We sluiten geen deals met de duivel.”’ Er werden zware sancties opgelegd aan Iran.

De door Amerika geleide oorlog in Irak was een ‘game changer’.

Toen tijdens operatie Desert Storm de Iraakse president Saddam Hoessein werd afgezet in 2003, was er een mogelijkheid om een gunstige deal te sluiten met de ayatollahs in Iran. Zij waren namelijk flink geschrokken dat Hoessein zo snel was verslagen.

‘De VS hadden daarop kunnen inspelen en zeggen: dit kan ook jullie lot worden als er geen goede overeenkomst voor ons komt. Het is een cynische aanpak maar wel een die effectief had kunnen zijn.’

Agressieve toon

In dezelfde periode besloot Libië namelijk wél een einde te maken aan haar kernwapenprogramma. ‘Dictator Muammar Gaddafi had zich agressiever opgesteld tegen de VS dan Iran: hij steunde en organiseerde aanslagen tegen Amerikaanse doelwitten. Maar na de dood van Saddam Hoessein raakte hij in paniek. Hij wilde niet op dezelfde manier eindigen. Dat dit in 2011 alsnog zou gebeuren, stond los van de ontwikkelingen rond nucleaire wapens.

‘Gadaffi sloot een deal met de Amerikanen, mede door de inzet van de Britse premier Tony Blair die hem “broeder leider” noemde. Een westerse machthebber die hem als een gelijke zag, daar was hij gevoelig voor.’

Ook Bush sloeg dit keer geen agressieve toon aan. Gadaffi kreeg van de Amerikanen een aantal veiligheidsgaranties.

‘Iran voelde de Amerikaanse druk ook toenemen. Via de Zwitserse ambassadeur deed het regime een zeer ruimhartig aanbod aan de regering Bush in een poging om te gaan onderhandelen.’ Alles lag wat betreft Iran op tafel: het Israëlisch-Palestijns conflict, de steun aan Hezbollah, Hamas en het nucleaire programma.

‘De internationale context was toen ideaal. China was nog niet zo assertief als nu. Rusland moest nog pogen intern de zaken op orde te krijgen. Er waren geen internationale uitdagers voor de VS.’

Jean Yves Ndzana Ndzana
Understanding coercive nuclear reversal dynamics: a comparative case study of US coercive diplomacy against the nuclear programs of Iran, Libya, and South Africa
Promotie was 25 april

De zes atoombommen van Zuid-Afrika

Jean Yves Ndzana Ndzana deed ook onderzoek naar het kernwapenprogramma van Zuid-Afrika. ‘President De Klerk gaf toe dat er zes atoombommen waren gefabriceerd. De reden dat Zuid-Afrika ze had, was dat er de nodige landen in Afrika waren die zeer sterke banden onderhielden met de Sovjet-Unie.’ De communistische Volksbeweging voor de Bevrijding van Angola bijvoorbeeld, kreeg geld en militaire steun uit Moskou.

‘Deze landen stonden vijandig tegenover het Apartheidsregime in Zuid-Afrika. De regering in Pretoria zag de ontwikkeling van de kernwapens als essentieel om vijandelijke staten af te schrikken en zo een eventuele invasie te voorkomen. Zuid-Afrika werd zo een onderdeel van de Koude Oorlog, een bondgenoot van Amerika. Vanwege die rol deed Amerika heel weinig om het Zuid-Afrikaanse kernwapenprogramma te beïnvloeden.’ Toen de Sovjet-Unie implodeerde en er einde kwam aan het Apartheidsregime ontmantelde Zuid-Afrika de wapens.

Dezelfde coulance vertonen de VS tegenover het Israëlische kernwapenprogramma. ‘Dat bestaat, maar wordt niet officieel erkend of ontkend door de Israëlische overheid. De Amerikanen staan dat toe, maar proberen wel het beleid van Israël te temperen als zij dat nodig vinden.’
Dat bleek onlangs bij de drone-aanval van Iran op Israël. ‘De Amerikaanse regering maakte toen duidelijk dat het achter Israël staat, maar waarschuwde ook dat er geen keiharde tegenreactie moest komen tegen Teheran, want Amerika zou dan niet meewerken aan een vergeldingsactie. En inderdaad: Israël hield zich in.’