Op eerste gezicht lijkt het een doodnormale groep mensen die in de tuin van het Academiegebouw zit. Het gezelschap - voornamelijk van oudere leeftijd - zit in loszittende zomerkleding om de tropische temperaturen en felle zon te weerstaan. Niets doet vermoeden dat dit allemaal pedellen zijn.
Toch zijn ze het wel: ze hebben zich hier verzameld voor de jaarlijkse pedellendagen, waar de pedellen van alle Nederlandse universiteiten bijeenkomen om de nieuwste ontwikkelingen van hun vak te bespreken. Na twee jaren aan annuleringen is de dertigste editie in Leiden.
Maar wat doet een pedel nu eigenlijk? De pedel vervult op promoties, oraties en andere plechtigheden een ceremoniële functie. Zeker nu het aantal promoties al jaren stijgt, is deze eeuwenoude functie misschien wel drukker dan ooit, waardoor ook het aantal pedellen meegroeit.
Buiten deze selecte groep begrijpen echter maar weinig mensen wat de functie inhoudt, zegt pedel aan de TU Delft Irma Zomerdijk. ‘Je moet in het dagelijks leven echt moeite doen om je taken uit te leggen.’ Zelfs op de universiteit weet niet iedereen wat het betekent: ‘Toen ik mijn uren declareerde, vroeg de afdeling financiën waarom ik mijn tennisuren wilde declareren. “Padel, dat is toch een vorm van tennis?”’
Al wisten ook sommige pedellen voorheen niet eens wat het was. 'Ik kom uit Duitsland, waar de pedel niet meer bestaat’, vertelt Annette Hilzinger, pedel aan het International Institute of Social Studies (onderdeel van de Erasmus Universiteit). ‘Ik wist dus niet eens wat je deed totdat ik er zelf aan begon. Maar de functieomschrijving sprak mij aan.’
'Wie is voor het eerst bij de pedellendag?' vraagt de Leidse hoofdpedel Erick van Zuylen, bij aanvang. Zo'n vijftien mensen steken hun hand op, tegenover twee die er voor het laatst zijn.
Ook het profiel wordt steeds diverser. Waar de Universiteit Leiden dit jaar voor het eerst een vrouwelijke pedel kreeg, zijn andere universiteiten progressiever: het publiek omvat meer vrouwen dan mannen. Een kanttekening: de geheel mannelijke delegatie uit Groningen is afwezig.
Na de ontvangst leidt Van Zuylen de pedellen naar het Groot Auditorium, waar alle oraties en promoties in Leiden plaatsvinden. Twee van hen maken snel een foto in de pedelstoel.
Daarna leidt hij het gezelschap naar de Senaatskamer, de pedellenkamer en het zweetkamertje. Dat laatste delen ze met een aantal afgestudeerde rechtenstudenten, die vandaag hun naam op de muur mogen toevoegen. De rondleiding lokt veel waardering uit voor het oude gebouw. Bij elke kamer maken de pedellen foto’s met hun telefoon. ‘Mooi’, ‘bijzonder’ en ‘prachtig’, noemen ze de vertrekken.
De aansluitende rondleiding in de Hortus botanicus vormt het ideale moment voor de bezoekers om bij te praten met elkaar. De pedellen, die normaliter weinig met elkaar samenwerken, vertellen dat e uitkeken naar deze dag. ‘Je zit al gelijk op hetzelfde niveau. Je weet precies hoe een promotie werkt en wat voor taken mensen doen’, vertelt Zomerdijk. ‘Het is een eenzaam vak, je hebt er maar een paar per universiteit. Dat maakt deze dag zo fijn’, vindt pedel van de UvA Rob Vink.
Daar komt bij dat de taak van een pedel per universiteit verschilt. In Delft vervullen ze ook de functie van gastvrouw, terwijl ze in Groningen allemaal portieren zijn, aldus Zomerdijk. En soms gaat hun functie verder dan alleen de plechtigheid: Hilzinger is tijdens het gehele promotietraject betrokken bij de begeleiding van kandidaten.
Ondanks die verschillen hebben alle pedellen iets gemeen: ze hechten waarde aan de voorschriften. De taak is ‘ook geschikt voor jonge mensen’, vindt Hilzinger, met 28 jaar een van de jongste aanwezigen. ‘Het is mooi dat we nog steeds die lange traditie mogen voortzetten.’
Zomerdijk: ‘Aan kinderen beschrijf ik het als een soort toneelstuk. Ik kom uit de uitvaartwereld, waaraan ook allerlei regels vastzitten. Een promotie is in die zin net een uitvaart.’ Een collega voegt lachend toe: 'Maar wel een stuk vrolijker, ik zou promoveren niet vergelijken met doodgaan!'
Niet iedereen waardeert deze gebruiken, weet ze. ‘De hoogleraren in Delft zijn ontzettend eigenwijs, die zouden promoveren in hun spijkerbroek als het mocht.’ Maar zij zou die tradities in stand houden. ‘Het is zo’n belangrijke dag, de voorschriften maken het juist speciaal en bieden een herkenningspunt voor de promovendi. Daarom zijn wij er zo streng op. In Duitsland dragen ze geen toga’s meer bij de promotie, daar zijn ze jaloers op ons.’
Sterker nog, bij promoties is de pedel een belangrijke steun voor de vaak nerveuze kandidaten. ‘In coronatijd had ik een promovenda uit Brazilië wier ouders de plechtigheid niet konden bijwonen’, zegt Zomerdijk. ‘Ze moest echt hard huilen. Ik heb haar in de armen genomen en geprobeerd te troosten. Achteraf heeft ze me daar enorm voor bedankt. Om een kandidaat te kunnen steunen en daarna een volledig ontwikkelde promovendus te kunnen zien, dat maakt het een heel mooie baan.’