Zo’n twee weken geleden werd het bij geneeskunde duidelijk het fysieke onderwijs in de knel zou komen door het coronavirus. ‘Het was al snel helder dat onze reguliere onderwijsactiviteiten niet langer konden doorgaan’, zegt dr. Ania Oleksik, die als internist ouderengeneeskunde en docent verbonden is aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). ‘Toen heb ik meteen besloten om zoveel mogelijk onderwijs online te gaan doen. Ik ben coördinator van het lijnonderwijs Lijn Beroepsvorming en van het onderwijsblok “Vraagstukken latere levensfasen” dat begin maart is begonnen. Heel veel hoorcolleges worden tegenwoordig al opgenomen, dus dat was snel geregeld.’
Werk- en responsiecolleges worden niet opgenomen. ‘Dat heeft geen zin, want daar draait het om interactie. Ik ben zelf op zoek gegaan naar geschikte software om die werkgroepen te organiseren. Dit speelde namelijk voordat de universiteit het onlineonderwijsprogramma Kaltura aankocht.
Oleksik testte eerst Skype. ‘De eerste werkcolleges op donderdag 12 maart gingen goed, maar helaas is het onmogelijk thuis met grote groepen te gebruiken. Vervolgens ging ik experimenteren met het programma Zoom. Daarvan was ik helemaal in de wolken. Ik ben er in het weekend met mijn dochters mee gaan oefenen. Vervolgens heb ik alles gedocumenteerd, screenshots gemaakt, handleidingen opgesteld en heel veel geappt met docenten over hoe we het gaan aanpakken. Maandag 16 maart hebben we een eerste online werkcollege in een mengvorm van Zoom en Skype gegeven. Ik hou het voorlopig dan ook bij Zoom. In de nabije toekomst ga ik echter zeker met Kaltura experimenteren.’
Maximale sprint
Wat vinden de studenten ervan? ‘Over een half uurtje heb ik online werkcollege over de “kortademige patiënt”’, zegt Marije Monnickendam (23), derdejaars geneeskunde, op vrijdagochtend 20 maart, 11.00 uur. ‘Dat is een college dat via Zoom wordt gegeven door dr. Oleksik. Wij kregen een week eerder al ons eerste digitale werkcollege. Daarna is alles heel snel en heel goed gegaan. Ik heb vandaag na dit werkcollege nog twee keer online onderwijs.’
Het is heel belangrijk het digitale onderwijs snel en goed voor elkaar te krijgen, aldus Oleksik. ‘We weten niet hoeveel tijd we de komende weken hebben. Ik doe nu diensten in het ziekenhuis, maar krijg de kans om een maximale sprint te maken als het gaat om de onderwijsactiviteiten. Het kan zijn dat ons gevraagd wordt om de onderwijsactiviteiten tijdelijk los te laten en in de kliniek te gaan staan.’
Tussendoor maakt de docent ‘kennisclips’. Studenten kunnen via de app FeedbackFruits opdrachten maken, vragen stellen en opmerkingen maken. ‘Direct na een opdracht ga ik in discussie met ze. Mocht dat niet meer mogelijk zijn, dan vraag ik een collega om die discussie te leiden. Later kunnen we dan de antwoorden in een kennisclip of in een tekstdocument geven.’
Simulatiepatiënt
De zogeheten ‘consultvoering’, de vragen die een arts aan een patiënt met een klacht moet stellen, oefenden de studenten altijd in het ziekenhuis, zegt Monnickendam. ‘Binnenkort worden die bijeenkomsten waarschijnlijk ook digitaal.’ Oleksik: ‘Dat kan ook via Zoom. Ik ben nu bezig met het maken van een blauwdruk.’
Er zijn nog een paar knelpunten. ‘Lichamelijk onderzoek is een probleem’, zegt Monnickendam. ‘Daar zijn we al vanaf begin van het jaar mee bezig. We oefenen dat onderzoek op elkaar; dan spreek je met een aantal studenten af op een kamer op het LUMC. Over twee maanden hebben we een toets: dan moet je onderzoek doen bij een simulatiepatiënt - een acteur.’ Oleksik: ‘Dat moet voorlopig echt worden uitgesteld.’
Niet alles kan digitaal, zegt ook Ivo de Boer, onderwijskundig adviseur bij het Onderwijs Expertisecentrum van het LUMC. ‘Snijden, pipeteren en al dat soort practica zijn lastig te vervangen. Er zijn wel applicaties die je kunt gebruiken om in detail weefsel te bestuderen. Het benadert de werkelijkheid wel, maar het snijden moet echt later worden ingehaald.’
Noodgreep
Ondanks alle mogelijkheden blijven de digitale werkgroepen ‘een noodgreep’, zegt Oleksik. ‘De studenten zijn blij dat ze niet achterop raken. Maar fysiek contact blijft altijd erg belangrijk. We willen geen hoog-opgeleide-maar-wereldvreemde mensen die alleen maar thuis achter de laptop zitten. Communicatie verloopt toch anders als je met elkaar in een fysieke ruimte bent.’
De Boer ziet nieuwe vormen van onderwijs ontstaan. ‘Het is niet simpelweg colleges omzetten van analoog naar digitaal. Je moet het onderwijs opnieuw vormgeven. Daar zijn we ook al jaren mee bezig, maar door deze situatie zijn de ontwikkelingen in een versnelling geraakt. Dat is wel heel interessant om te zien. Natuurlijk zijn het flinke uitdagingen, maar een crisis is ook wel een kans op verandering.’
Tentamens en toetsen afnemen is een lastig punt, aldus De Boer. ‘Daar zijn we echt nog mee aan het worstelen. We willen studenten niet benadelen, en fraude zien te voorkomen. Er zijn tools waarmee je op afstand en beveiligd toetsen kan laten maken. Proctoring heet dat.’
Er zijn bedrijven die programma’s verkopen die het mogelijk maken om met geluidsopnamen, toegang tot het scherm of webcam studenten in de gaten houden. Het is ook mogelijk om tijdens examens controles te laten uitvoeren door software die afwijkend gedrag detecteert.
‘We zijn nu in overleg met de tasforce online toetsing van de universiteit aan het onderzoeken of het een mogelijkheid is voor ons, en op welke termijn dat haalbaar is. Verder kijken we ook naar het mogelijk uitstellen van tentamens’, zegt De Boer. ‘Maar dat doe je uiteraard liever niet.’
Oleksik: ‘Onze schriftelijke toetsen waren al digitaal ingericht, dus ik heb gevraagd of ze op afstand kunnen worden afgenomen. Dat was deze week nog niet mogelijk omdat digitaal toetssysteem Remindo geen fraude kan voorkomen. Ik hoop dat hiervoor snel oplossing wordt gevonden.’
De Boer: ‘Een ander mogelijkheid is dat de klassieke schriftelijke tentamens in een andere vorm worden afgenomen - als de leerdoelen dat tenminste toelaten. Dan kun je denken aan essays, opdrachten en presentaties. Dat is voor sommige toetsen echt wel een optie. Voorheen zag je dat er toch vrij snel werd gekozen voor het klassieke tentamen terwijl dat niet altijd de beste aanpak is.’
Oleksik: ‘Ons toetsplan bestaat maar voor de helft uit klassieke tentamens met gesloten vragen. Maar we hebben ook essays en presentaties die digitaal kunnen.’
Over de toetsing heeft Monnickendam inmiddels meer duidelijkheid gekregen. ‘Het eindtentamen van het blok “Vraagstukken latere levensfasen” gaat door. Dat gaat over klinisch redeneren en zou al deels een openboektentamen zijn, waarbij ze nu gaan controleren op plagiaat. De tussentoets van het blok is uitgesteld totdat er een manier is gevonden om fraude tegen te gaan.’