Lege straten, het openbare leven op slot. Voor Maghiel van Crevel, hoogleraar Chinese taal en literatuur, moet het aanvoelen als zijn persoonlijke Groundhog Day. Het overkwam hem namelijk al eerder: toen hij in 2003 in China was, brak daar de SARS-epidemie uit.
Peking was ‘in de greep van de angst’, zei hij destijds in Mare. De ‘wildste geruchten’ deden de ronde (‘de CIA zit achter SARS’, ‘als je maar genoeg rookt, krijg je het niet’) en de Chinese overheid ontkende de omvang van de ramp. Er zouden wereldwijd 774 mensen overlijden aan het virus. Ter vergelijking: dat aantal werd door corona na twee maanden al overschreden.
Door corona zit u nu thuis. Is dat vergelijkbaar met hoe SARS uw leven beïnvloedde in China?
‘Ook toen kwam het openbare leven tot stilstand en waren de straten leeg in de strijd tegen een onzichtbare “vijand”. Maar het voelde, en wás, veel plaatselijker. De coronacrisis is van een onvergelijkbare omvang. En in 2003 waren we nog niet zo permanent en diepgaand online. Ik fietste wekelijks met speciale toestemming langs de Leidse studenten (die zaten aan een andere universiteit in Beijing) om ze in ieder geval nog iets van college te geven.’
Wat betekende het voor uw onderzoek?
‘Ik doe onderzoek naar hedendaagse Chinese poëzie. Daarbij kijk ik niet alleen naar teksten, maar ook naar de context: de verhouding van poëzie tot de politiek, het grote geld en de consumptiecultuur. Ik doe dus ook veldwerk: informele gesprekken en interviews, bezoeken aan festivals, conferenties, boekhandels, uitgevers, cultuurambtenaren, culturele ondernemers, enzovoort.
‘Er is in China een bloeiende poëzie-scene, met naast de officiële circuits ook onofficiële poëzie, die wordt uitgegeven in eigen beheer. Dat is een soort informele industrie: vol initiatief, conflict en identiteitsvorming. Na de SARS-uitbraak gingen die interviews en allerlei evenementen niet door. Maar toen de lockdown inging, zaten acht van de tien maanden veldwerk er al op. Dus ik had eerder een luxeprobleem, in het licht van het leed en de schade die SARS aanrichtte.’
Belemmert corona uw onderzoek?
‘In mei zou ik met collega’s van de universiteitsbibliotheek naar Shanghai reizen. Samen met de Fudan-universiteit zijn we bezig met een digitaliseringsproject van een unieke verzameling onofficiële poëzietijdschriften uit China, zodat het materiaal online vrij beschikbaar komt. Die bladen zijn zeer invloedrijk, maar voor de meeste lezers helaas moeilijk te vinden. Aan dat bezoek wilde ik nog wat veldwerk vastplakken, dit keer toegespitst op de poëzie van migranten-arbeiders. Allemaal uitgesteld, maar niet dramatisch.’
Zijn SARS en corona ook terug te vinden in de literatuur?
‘Bij rampen worden in China onmiddellijk grote hoeveelheden poëzie geproduceerd, in klassieke en moderne stijl, door beroepsschrijvers en amateurs, via officiële kanalen en bottom-up. Een indrukwekkend voorbeeld was de aardbeving in Wenchuan in 2008, waarbij ruim 80.000 mensen omkwamen. Dat leidde tot een online explosie van poëzie en binnen een paar weken lagen er dikke bloemlezingen in de boekhandel. Zo was er ook SARS-poëzie, en zijn er nu coronagedichten.’ (zie kader onderaan)
Berichtgeving uit China over het coronavirus is niet altijd betrouwbaar. Destijds zei u in Mare dat de propagandamachine op volle toeren draaide en de overheid pas laat bekend maakte hoe erg de situatie eigenlijk was. Is dat nu weer zo?
‘De Chinese staat heeft een krachtig en verfijnd apparaat ontwikkeld om informatie de samenleving in te sturen, vorm te geven en te reguleren; inclusief intensieve propaganda en censuur. Dat is geen geheim wapen, of zoiets. De overheid ziet dat uitdrukkelijk als haar taak en staat daarmee in een lange historische traditie.
‘Maar dat officiële berichtgeving niet altijd betrouwbaar is, staat buiten kijf (dat geldt niet alleen voor China, trouwens). Sinds het eind van de twintigste eeuw had zich een onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ontwikkeld, op bescheiden schaal maar met een duidelijke impact, maar die is de laatste jaren strak aan banden gelegd.’
‘Bij de coronacrisis gebeurden drie dingen. Eerst is alarmerende informatie onderdrukt en klokkenluiders het zwijgen opgelegd. Als dat niet was gebeurd, was de uitbraak misschien beheersbaar gebleven.
‘Vervolgens is de machinerie van media en overheidsinstructie ingezet om de bevolking te mobiliseren voor de lockdown, met maatregelen die diep ingrepen in het dagelijks leven en die hard zijn gehandhaafd. Daar was veel draagvlak voor, ook al vroegen burgers en activisten in Wuhan via sociale media aandacht voor de vreselijke dingen die daarbij gebeurden, door onvoldoende toegang tot zorg.
‘Tot slot wordt dat draagvlak versterkt doordat de situatie in Europa en de VS inmiddels veel ernstiger lijkt te zijn dan die in China, omdat de overheden daar de urgentie van de zaak niet hebben beseft en laks hebben gehandeld. De Chinese media zetten China nu neer als leider in de wereldwijde strijd tegen het virus.’
Is het eerlijk om vanwege deze fouten corona met China te associëren, zoals Trump doet?
‘Nee. Natuurlijk doet het ertoe waar en hoe een virusuitbraak plaatsvindt. In dit geval was dat in Wuhan en werd medici die alarm sloegen de mond gesnoerd. Anderzijds volgde snel een lockdown van tientallen miljoenen mensen in de provincie Hubei: draconisch maar effectief.
‘Maar hoe een virus zich vervolgens verder kan verspreiden is net zo belangrijk. Denk aan Trumps opheffing van het pandemie-kantoor in de VS, Johnsons recente mededeling dat hij gewoon iedereen de hand schudde, of Bolsonaro’s bewering dat Brazilianen immuun zijn voor het virus.
‘Want niet alleen de crisis is mondiaal, maar ook de voorgeschiedenis. Onze kwetsbaarheid voor pandemieën is mede het gevolg van hyperkapitalistische globalisering. Epidemiologen, economen en antropologen hebben daar onderzoek naar gedaan. De manier waarop de veelbesproken “natte markten” in China zich de afgelopen decennia hebben ontwikkeld, wordt bijvoorbeeld mede bepaald door de groei van de bio-industrie – en dat is een mondiale sector. Die hebben we samen opgetuigd en we moeten er samen verantwoordelijkheid voor nemen.’
‘Als De Groene Amsterdammer China beschrijft als een plek waar mensen “in symbiose leven met dieren” en “hygiëne een begrip is uit een andere wereld”, kun je je afvragen of dat bijdraagt aan de empathie en solidariteit die nodig zijn om dit soort mondiale uitdagingen het hoofd te bieden. Er bestaat een eeuwenoude traditie van Westers racisme waarin China en Azië een angstwekkende “Ander” zijn’ (racisme is overal, maar “Het Gele Gevaar” scoort hoog).
‘Er bestaat dus een gevaarlijke reflex die het virus projecteert op de lichamen van mensen die er Chinees of Aziatisch uitzien, ongeacht hun persoonlijke geschiedenis of omstandigheden. Zo verzocht de directeur van het conservatorium in Rome eind januari hun Chinese, Japanse en Koreaanse studenten pas naar de les te komen als ze getest waren. Maar dat waren lokale studenten, geen mensen die net uit een rampgebied kwamen. Er zijn talloze, schokkende voorbeelden van dergelijk racisme in het kielzog van corona.’
Wat moeten we wél doen?
‘Xenofobie kunnen we missen als kiespijn. Het belemmert de solidariteit en samenwerking die nu nodig zijn. Bij SARS werkten medici en bestuurders uit China en de VS intensief samen. Dat wordt een stuk lastiger nu de Amerikaanse president en minister van Buitenlandse Zaken het hebben over “het Chinese virus”. Niemand ontkomt aan impliciete vooroordelen over “ras” (iets dat volgens de wetenschap niet bestaat), gender, seksualiteit, leeftijd, sociale klasse, geloof en zo meer. Maar het minste wat we kunnen doen is het bewustzijn ervan bevorderen en ons ertegen verzetten.
‘En ik hoop dat dit ons iets leert over de destructieve waanzin van het kapitalisme. Maar ik vrees dat dat niet zo zal zijn.’
新型冠状病毒肺炎无情
扑向人群,一场无硝烟
的战争打响。它就是魔鬼
魔鬼再难缠,我们也
一定能打败,面对一切灾难
我们从不畏惧,我们的民族
和人民最可爱。我看见
一个个白衣天使冲在最前线
他们就是最可爱的人
天使来了,魔鬼不久就会滚蛋的!
此时正值春天,春天是美丽的
也绝不容许这等怪物停留太久
我们将和春天一道驱赶这厮
这厮就应千刀万剐
作者:余秋声
Het virus met de nieuwe kroon ontsteekt de longen
Het virus met de nieuwe kroon ontsteekt de longen. Genadeloos
bespringt het de mensen. Geen rook boven dit slagveld
maar de oorlog is losgebarsten. Het is een duivel
en hij maakt het ons moeilijk maar we kunnen
hem twijfelloos verslaan. Voor geen enkele ramp
schrikken wij terug. Liefde voor de natie
en liefde voor het volk. Ik zie lange rijen
engelen in het wit naar de frontlijn stormen.
Voor hen de allermeeste liefde.
Nu de engelen er zijn gaat de duivel er vandoor!
En daar komt de lente, de prachtige lente
die dit monster rap de deur gaat wijzen.
Samen met de lente gaan we dat tuig verjagen,
dat tuig moet aan mootjes worden gehakt.
Door Yu Qiusheng
Gepubliceerd op Het Chinese Poëzieweb (中国诗歌网) op 27 januari 2020
Vertaald door Maghiel van Crevel
Noot van de vertaler: Dit gedicht is een voorbeeld van “amateur”-poëzie over corona. Dat juist een tekst als deze verschijnt op een mainstream website maakt duidelijk dat poëzie in China een heel normaal medium is om je in uit te spreken in de openbare ruimte. Het verscheen kort nadat Xi Jinping de ernst van de situatie in het openbaar bevestigde. Echo van de SARS: toen werden dokters en verpleegkundigen beschreven als “het leger met de witte uniformen”. Deze dichter maakt daarvan “engelen in het wit”.
Ik heb het Chinese woord voor “Coronavirus” vrij letterlijk vertaald en van het woord voor longontsteking een werkwoord gemaakt, om de volgorde van de elementen in de brontekst min of meer vast te houden. Dat een virus “de longen ontsteekt” is misschien geen gebruikelijke formulering, maar ja: daar is het een gedicht voor. Enfin, ook een gelegenheidsgedicht van een amateur (allesbehalve denigrerend bedoeld) maakt direct duidelijk hoe lastig en leuk het is om poëzie te vertalen. Poëzie vertalen = steeds opnieuw kiezen welke regel je wilt overtreden.