Even na elf uur verzamelen zich voor zowel het Lipisus als het Wijnhavengebouw zo’n honderd studenten en enkele medewerkers. De demonstranten, bijeengeroepen door Students for Palestine en Leiden Scholars for Palestine roepen de universiteit op de academische banden met Israëlische universiteiten te verbreken.
In plaats van dat de protesten in universiteiten plaatsvinden, lopen de demonstranten bewust de gebouwen uit. Deze zogenaamde walk-outs zijn ook een reactie op de huisregels van de universiteit, die demonstraties niet toestaan als ze niet van tevoren zijn goedgekeurd. De demonstranten willen niet wachten op toestemming, en houden hun protest daarom op de openbare weg. Het is niet de eerste keer dat studenten en medewerkers de collegezaal uit lopen, in mei stonden ook zo’n zeshonderd demonstranten voor deze universiteitsgebouwen.
De groep voor het Wijnhavengebouw opent de demonstratie met een minuut stilte voor alle slachtoffers van de oorlog in Gaza.
‘Al 366 dagen van oneindige afslachting en genocide in Gaza’, klinkt het na het moment van stilte door de megafoon. ‘En al die tijd blijft onze universiteit stil en niet in staat morele keuzes te maken. Ze blijven samenwerken met instituten die bijdragen aan dit bloedbad en dit is de exacte definitie van schaamteloze medeplichtigheid.’
De megafoon wordt overhandigd aan een andere spreker. ‘Alle twaalf universiteiten in Palestina zijn gebombardeerd, Israël heeft zesduizend studenten en honderden docenten vermoord. En nog wordt Israël niet geboycot door onze universiteit. Hoe lang moeten we nog wachten?’
‘Shame!’ klinkt het vanuit de menigte. Waarop ook de rest van de massa begint te joelen: ‘End our complicity!’
Na ruim een half uur leuzen roepen, klinkt er opeens luid gejuich en applaus. Vanaf het station voegt een grote groep mensen met Palestijnse vlaggen en protestborden zich bij de demonstranten voor het Wijnhavengebouw, waardoor bijna de hele straat wordt geblokkeerd. ‘One, we are the people! Two, we won’t be silent! Three, let’s stop the bombing now, now, now!’
Vanaf het Lipsius vertrekt de Leidse groep demonstranten luid scanderend richting het Rapenburg, waar ze, na een rondje om de gracht te hebben gelopen, uiteindelijk eindigen voor het bestuursgebouw van de universiteit.
Een van de demonstranten roept door een megafoon: ‘Hallo, college van bestuur. Hallo, Hester, Annetje en Martijn. We vragen het al jaren, maar jullie hebben nog steeds niet geleerd hoe je de academische banden met Israël verbreekt, dus hier zijn we weer.’
Van achter de ramen van het bestuursgebouw zijn enkele nieuwsgierige medewerkers te zien die met hun telefoon foto’s maken.
‘We kunnen niet blijven zwijgen’, roept docent Elena Burgos Martinez door de megafoon. ‘We blijven onze instelling herinneren aan de noodzaak om de waarden die zij uitdraagt hoog te houden, waarden als academische vrijheid, inclusiviteit en diversiteit. We moeten een einde maken aan de censuur en de securitisatie van Palestijnse solidariteit op de campus. De Universiteit Leiden moet luisteren en een standpunt innemen. Het is een kwestie van ethiek.’
Terwijl de menigte in Den Haag diverse leuzen blijft scanderen, arriveren een politiebusje en -auto. Twee agenten lopen achter decaan Koen Caminada het Wijnhavengebouw binnen. Dat kan op ontevredenheid bij de demonstranten rekenen die leuzen als ‘cops off campus’ en ‘tout le monde déteste la police’ beginnen te schreeuwen. Sommige studenten steken hun middelvinger op.
Niet lang na de aankomst van de politie, bijna een uur na de start van de walk-out, beëindigen de demonstranten hun protest. Er wordt geklapt en in de rondte gezwaaid met Palestijnse sjaals. Met de LU-card in de hand loopt de menigte in stilte weer Wijnhaven binnen, onder toeziend oog van drie agenten.
Na twee minuten stilte en een laatste paar leuzen vertrekken in Leiden ook de laatste demonstranten, maar niet voordat ze het college van bestuur hebben gewaarschuwd: ze zullen terugkeren.
Meer dan zestig procent van Joodse studenten en medewerkers voelt zich onveilig in hun universitaire omgeving. Dat schrijven twee onderzoekers van de Universiteit Maastricht op basis van interviews met 165 Joodse studenten en medewerkers aan Nederlandse universiteiten, onder wie ook twintig uit Leiden.
De onderzoekers vroegen de academici naar specifieke voorbeelden van antisemitisme die ze hadden waargenomen op de campus. Als meest genoemde voorbeeld zei bijna een kwart van de respondenten anti-Israëlische en antizionistische uitlatingen te hebben gezien, gevolgd door sociale uitsluiting, en intimidatie en haat met 16 procent.
Ook ervaren ze vijandigheid vanwege het uiten van de Joodse identiteit, het beschuldigen van Israël van het begaan van oorlogsmisdaden of genocide, en het roepen van de leus ‘From the river to the sea’.
Vijf procent van de ondervraagden gaf aan hun omgeving als zeer onveilig te beschouwen. Ruim een derde gaf aan zich wel veilig te voelen.
Dertig procent van de studenten en medewerkers vinden dat universiteiten onvoldoende actie hebben ondernomen om antisemitisme aan te pakken.