‘Welkom bij de Ware Opening op het Gerecht, een plek waar vroeger misdadigers werden geëxecuteerd, en waar we nu korte metten gaan maken met het falend overheidsbeleid’, zegt hoogleraar Koreastudies Remco Breuker, de spreekstalmeester voor WOinActie op de alternatieve opening van het academisch jaar. De plek ligt in de schaduw van de Pieterskerk waar de officiële openingsplechtigheid plaatsvindt, met als hoofdspreker minister Van Engelshoven (D66), de aartsvijand van WOinActie.
In de Pieterskerk is het rustig. Ongeveer duizend aanwezigen zingen gezamenlijk ‘Io vivat’, onder begeleiding van orgelmuziek. Sommigen hebben een rood vierkantje opgespeld, als teken van steun voor de actievoerders buiten. Van de steeds hoger oplopende gemoederen op het Gerecht is niets te horen, maar rector Carel Stolker laat de aanwezigen niet vergeten dat zijn collega’s buiten staan. Op de stoelen liggen WOInActie-flyers, en tijdens zijn welkomstwoord laat hij een livestream zien van de betogers. Breuker noemt hij ‘ad hoc rector’.
Deze ad hoc rector kijkt intussen vanaf het podium op het plein dat is volgepropt met 750 protesterende hoogleraren, docenten en studenten. Een van de demonstranten houdt een afbeelding in de lucht van een wetenschapper wiens hoofd op bloedige wijze is gescalpeerd door een kaasschaaf.
‘Ik vind het heel merkwaardig dat sommige onderdelen van de universiteit helemaal afgefakkeld worden ten faveure van andere’, zegt Lies Wesseling, hoogleraar gender studies aan de Universiteit van Maastricht, die in haar toga naar Leiden trok. ‘Het advies van Van Rijn dat door de minister wordt uitgevoerd, is een soort wurgconstructie. Het zou eerlijker zijn om gewoon te zeggen: in Nederland hebben we geen cent meer over voor de sociale- en de geesteswetenschappen.’
‘Natuurlijk begrijp ik de boosheid over het schuiven met geld’, zegt Van Engelshoven intussen in de Pieterskerk. ‘Maar u begrijpt dat ik hier niet vooruit kan lopen op Prinsjesdag. En u moet vooral niet alles geloven wat in de kranten staat.’
Het Nederlandse onderwijs staat internationaal heel hoog aangeschreven, benadrukt ze. Maar: ‘Het stelsel loopt tegen zijn grenzen aan. Het vraagt om continue scherpte om in die wereldtop te blijven. En met die bril op heb ik het rapport van de commissie Van Rijn gelezen. In de kranten is het werk van Van Rijn al vlot gereduceerd naar de verschuiving van geld naar de bèta- en techniekopleidingen.’
Er is ‘echt actie nodig’, vervolgt ze. ‘Zoveel bedrijven staan te springen om technisch geschoold personeel. En als jongeren in grote getalen kiezen voor bèta, kunnen we ze niet overal binnenlaten. Dus moest ik een spoedoperatie doen: boom op het spoor, gat in de weg, in die categorie moeten we het echt zien. En we weten allemaal: spoedoperaties, in een stelsel dat dringend toe is aan groot onderhoud, die spoedoperaties zijn zelden fraai. Het is nodig, en er is ook door de technische opleidingen daarvoor hard geijverd.’
Maar daar zijn niet alle bèta’s het mee eens, blijkt op het Gerecht. ‘Ik vind het bloedgeld’, zegt Arne Smeets, wiskundige aan de Radboud Universiteit, en co-initiatiefnemer van de ‘Petitie Bèta’s tegen Van Rijn’. ‘Het zijn middelen die op cynische wijze worden weggesneden bij andere sectoren. Daar bedanken wij dan ook voor.’
‘Ik verwachtte een paar toga’s in de regen op een pleintje’, zegt Giselinde Kuipers, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, tijdens haar toespraak. ‘Maar jullie zijn met heel veel, en staan zowat tot aan het Rapenburg. Daaruit blijkt dat steeds meer mensen inzien dat het misgaat op de universiteit. Alleen rendement telt nog. De wetenschap wordt achteloos kapotgemaakt.’ Het publiek begint te juichen. ‘Wauw, dat ben ik als wetenschapper niet gewend’, reageert Kuipers. ‘Leuk wel, eigenlijk.’
In de Pieterskerk galmen inmiddels de harmonieuze stemmen van het studentenkoor. Buiten klinkt steeds luider: ‘Actie! Actie! Actie!” En: 'Universiteit, solidariteit.' Breuker pookt het vuurtje verder op: ‘De minister heeft net in de kerk gezegd dat ze de universiteit hoog heeft zitten.’
‘Boeeeeee!', roepen de boze wetenschappers en studenten meteen.
Rens Bod, hoogleraar computational and digital humanities aan de Universiteit van Amsterdam en een van de drijvende krachten achter WOinActie, neemt de microfoon over. ‘Hoort u ons, minister van Engelshoven? Hier staan we: wetenschappers, bestuurders en studenten. Wij willen geen minister die het wetenschappelijk onderwijs kapot maakt: Treed af!’
‘Ach aftreden’, reageert hoogleraar Arabisch Petra Sijpesteijn achteraf: ‘Of dat nou meteen zo nodig is… Maar er moet wel serieus iets veranderen. We zijn ons steeds meer met de verkeerde dingen bezig gaan houden.’ ‘Steeds meer regeltjes en management’, vult hoogleraar kunstgeschiedenis Kitty Zijlmans aan. Sijpesteijn: ‘Ik vind de solidariteit van docenten en studenten die elkaar steunen heel fijn. De realiteit is wel, dat je ook hier aan het denken bent aan het college dat je nog moet voorbereiden en het artikel dat je nog moet schrijven. Je voelt de druk.’
‘Alleen protesteren is niet genoeg’, vindt Lies Wesseling. ‘Wetenschappers zijn zulke makke schapen. Die laten zich alles aandoen: telkens meer overwerken, en nog meer. Ik vind dat we moeten gaan staken.’
Rector Stolker is binnen inmiddels aan zijn slotwoord toe: ‘Waarom staan die collega’s van ons bij het Gerecht? Als je het moet samenvatten, denk ik dat het wel goed gaat met Nederland, en het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek, maar het gaat niet goed met de mensen die het onderzoek doen en het onderwijs geven.’
Hij richt zich tot de minister. ‘Die lijstjes die u noemt, zijn fantastisch, en we doen het goed. Het is indrukwekkend, maar de lijstjes zijn één kant van het verhaal, en de mensen – de onderwijzers, onderzoekers en ondersteunend personeel, zijn de andere. Hoe gaat het met hen?’
Daarnaast, zegt hij, is er te weinig waardering voor de alfa’s en gamma’s. ‘In het verleden was het juist omgekeerd, toen dachten we zo over techniek. Die fase zijn we wel voorbij, maar nu zijn die twee grote wetenschapsterreinen in het defensief gedwongen. Nu verschijnt het ene na het andere stuk waarin die wetenschapsgebieden zichzelf proberen te verdedigen.’
Daarin krijgt hij soms het idee dat geesteswetenschappen en sociale wetenschappen als ‘hulpwetenschappen’ voor de bèta’s worden neergezet. ‘Dat zou ik heel slecht vinden. Het zijn wetenschappelijke disciplines in their own right. Niet alleen omdat ingenieurs ze nodig hebben.’
Door Vincent Bongers en Anoushka Kloosterman