Achtergrond
Misstanden melden? Daarvoor zit de angst te diep
Los van de vraag of er wel of geen ombudsfunctionaris moet komen, was er afgelopen vrijdag tijdens het congres over sociale veiligheid op de universiteit nóg een rode draad: mensen zijn vaak te bang om misstanden te melden. ‘Ze willen niet klagen, ze willen gewoon dat het stopt.’
Anoushka Kloosterman
donderdag 5 december 2019
Bas van der Schot

’s Ochtends bracht de universiteit het nieuws over misstanden bij psychologie naar buiten, ’s middags stond rector Carel Stolker in het gebouw van de PLNT, voor een publiek van negentig medewerkers, vertrouwenspersonen en specialisten op een congres over veilig werkklimaat aan de universiteit.

‘Jullie hebben gezien dat er een nieuwe zaak is in Leiden’, zei hij over de kwestie, ‘waar vier jonge wetenschappers melding deden en medeklager werden, na een harde reis. We zouden vandaag graag willen horen hoe we die drempel lager krijgen. Moeten we meer vertrouwenspersonen hebben? Of is het een kwestie van een voorbeeld stellen? En vraag twee gaat over een ombudsfunctionaris, waar sommige mensen heel erg voor zijn, en andere mensen tegen. Ik denk dat het goed is het daar opener over te hebben.’

Milde en ernstige terreur

Het universiteitsbestuur is de afgelopen jaren bezig geweest om het werkklimaat aan te pakken vertelde Stolker, met onder andere leiderschapstrainingen, richtlijnen voor begeleiden van promovendi en via de personeelsmonitor. Maar de drempel om te melden, zei hij, blijft hoog. En dat maakt het ingewikkeld.

‘De vraag is: zijn we in control? Wanneer weten we of het goed gaat? Er zijn mensen van het instituut van pedagogiek, die zeggen dat het al dertig jaar aan de hand was, bij opeenvolgende colleges, opeenvolgende decanen. Is dat zo? En hoe hadden we dit moeten ontdekken? En wanneer gaat de wens om de beste van de hele wereld te zijn over in milde of ernstigere vormen van terreur?’
Sinds de angstcultuur en wetenschappelijke fraude bij pedagogiek en het verziekte werkklimaat bij het Leiden Institute of Area Studies (LIAS), hamert de universiteitsraad bij het college op het aanstellen van een ombudsfunctionaris voor personeel. Die wil hier echter niets van weten, liet Stolker eerder weten: het bestuur zet liever in op de vertrouwenspersonen die er al zijn.

De meeste aanwezigen lijken hier anders over te denken: als Job van Luyken, ombudsfunctionaris van de TU Delft, in zijn presentatie vraagt wie er vóór het aanstellen van een functionaris is, gaan de meeste handen omhoog. Inclusief die van bestuurslid Rolf Oosterloo en decaan Paul Wouters van de faculteit Sociale Wetenschappen, waar zowel de psychologie- als pedagogiekproblemen plaatsvonden.

‘Mensen zijn heel bang voor de gevolgen: ontslag, of niet kunnen promoveren’

Ontoereikend systeem

Of het nou een ombudsman moet worden of iets anders: uit de discussies van het publiek blijkt dat velen denken dat het huidige systeem van vertrouwenspersonen zoals het nu is, niet toereikend is. Er is ook behoefte aan betere communicatie. Het is niet duidelijk waar mensen heen moeten met hun klachten, ze weten vaak niet wat een vertrouwenspersoon voor hen kan doen, of zijn te bang om melding te maken. De vertrouwenspersonen hebben de plicht anonimiteit te waarborgen, en kunnen daarom weinig met de signalen die ze krijgen.

Nadia Garnefski, vertrouwenspersoon personeelszaken: ‘Je signaleert veel, maar wie gaat er onafhankelijk onderzoek doen? Dat stukje mist.’

‘Zelfs bij een vertrouwenspersoon, die anonimiteit belooft’, vulde Piet Boer, vertrouwenspersoon ongewenst gedrag, dat aan. ‘Ze willen zelfs niet dat ik weet wie het is. Dat maakt het heel lastig om er iets aan te doen. Maar het geeft wel aan dat mensen heel bang zijn voor de gevolgen, als je iets meldt. Ontslag, of niet kunnen promoveren, dat soort zaken.’

‘Als mensen bang zijn, houden ze eerst hun mond, en als ze zich uitspreken, kunnen ze niet goed overzien wat de gevolgen daarvan zijn’, zei Bart van der Steen, voorzitter van FNV in de universiteitsraad, die al langer pleit voor een ombudsfunctionaris voor personeel.

Angst en schaamte

Hij krijgt veel heftige verhalen te horen. ‘Ze sluiten het gesprek af met: vertel dit toch aan niemand! Als ik ze naar een vertrouwenspersoon doorverwijs, zeggen ze dat ze niet weten wat die voor hen kan betekenen, maar wel dat ze er last van hebben als uitkomt dat ze iets hebben gezegd.’

Rechter en Leids hoogleraar arbeidsrecht Gerrard Boot deed melding van het grensoverschrijdend gedrag door UvA-hoogleraar ‘B.’, waardoor deze jurist uiteindelijk van de universiteit werd verwijderd. Boot ziet de toegevoegde waarde van een dergelijke functionaris, zei hij.

‘Mijn ervaring is dat er enorme schaamte is het te melden, en een ongelofelijke angst, omdat je als slachtoffer niet weet wat ermee gaat gebeuren, en de kans bestaat dat er weinig mee gebeurt en dat als het bekend wordt je er het dupe van wordt. Degene die wordt aangesproken moet zich namelijk ook kunnen verweren.’

‘De afgelopen maanden kreeg de TUD-ombudsman meer meldingen dan al onze vertrouwenspersonen bij elkaar’

Escalatiemacht

De interim-ombudsfunctionaris van de UvA, Jacqueline Schoone, merkt dat zij in haar functie veel vrijheid heeft om naar een decaan of directeur te stappen met een melding, zonder namen te noemen. ‘Mensen willen geen klacht indienen. Mensen willen gewoon dat het stopt. Ze willen dat hun werkplek weer veilig is, en dat het weer wordt zoals vroeger. Ik ben de vriendelijke vreemde, en ik geef daar dwingend advies is. En uiteindelijk heb ik wel wat escalatiemacht. Als ik eraan vasthoud, en er gebeurt niets, kan ik naar het college van bestuur. En als uiterste actie kan ik zelf een onderzoek instellen.’

Op de TU Delft lijkt de pilot met ombudsfunctionaris Job van Luyken goed te lopen, voegde de Delftse HR-directeur vanuit het publiek toe: ‘In de afgelopen maanden heeft hij meer meldingen gehad dan al onze vertrouwenspersonen bij elkaar.’