‘Ik heb met een betonschaar het toegangshek losgeknipt’, zegt Robbert Baruch(48). ‘Maar ik heb de schaar daarna wel meteen teruggebracht naar de Landelijke Studenten Vakbond, omdat ik bang was om opgepakt te worden.’
Andre van Peppen (57): ‘Ik week af van de andere actievoerders. Ik was de enige uit linkse kring die jasje-dasje droeg. Ik leek op een corpsbal en die demonstreren niet.’ Hij maakte het losgeknipte toegangshek vast met een fietsslot zodat deze niet meer dicht kon. Zo’n honderd studenten bestormden vervolgens het Academiegebouw van de Leidse universiteit.
Het is donderdag 7 februari 1985. Ter gelegenheid van de viering van de 410e dies natalis van de Universiteit Leiden komt minister Deetman van Onderwijs een rede houden over de vernieuwingen aan de universiteit en de toekomst van de wetenschap. Maar rond half twee bezetten ruim veertig studenten van de actiegroep ‘Een Nieuwe Lente’ het Academiegebouw. De groep is een paar maanden eerder opgericht door studenten van de Leidse Studentenbond en een aantal psychologiestudenten.
Met de bestorming was een protest tegen de studiefinancieringsplannen van Deetman. De minister wilde namelijk een basisbeurs invoeren en studietermijn verkorten tot zes jaar. Dit betekende dat minder rijke studenten zouden moeten lenen bovenop hun basisbeurs. Daarnaast was lang studeren niet meer mogelijk.
Baruch en Van Peppen waren beide lid van de actiegroep Een Nieuwe Lente. Baruch, voormalig wethouder voor de PvdA in de Rotterdamse deelgemeente Feijenoord, zat nog op school tijdens de protesten. ‘Ik maakte me zorgen over of iedereen nog kon gaan studeren. Ik wilde het zelf heel graag, maar omdat er na de scheiding van mijn ouders weinig geld was, wist ik niet of ik dat kon betalen.’
Van Peppen studeerde geneeskunde en gaf in 1985 bij de opening van het academisch jaar een toespraak over de studentenacties tegen de bezuinigingspolitiek. ‘Ik was bang dat de kwaliteit van het onderwijs achteruitging doordat de universiteit zich niet kon aanpassen aan het versnelde studeertempo.’ Fotograaf Fred Rohde (66) woonde destijds op de hoek van de Kaiserstraat en volgde de studenten op de voet. Overdag fotografeerde hij, ‘s nacht sliep hij thuis.
De foto’s die hij toen maakte, hangen tot 30 april op een expositie in Erfgoed Leiden en Omstreken. Rohde: ‘Het was het begin van alle studentenacties. Het waren intelligente jongeren die bereid waren zich in te zetten als ze het ergens niet mee eens waren.’
De bestorming verloopt zonder problemen en al snel hebben de studenten het gebouw onder controle. Posters met ‘bezet’ worden overal in het Academiegebouw opgehangen. Van Peppen: ‘Toen we eenmaal binnen waren dachten we: “Goh, wat gaan we nu doen?” Niemand nam de leiding. Er werd heel veel door elkaar gedaan en geroepen. Het was een ongestructureerde actie.’
Vanwege de bezetting wijken de minister en zijn toehoorders uit naar een afgekeurde collegezaal van het Zoölogisch Instituut aan de Kaiserstraat. Maar ook hier zijn ze niet veilig. Op alle mogelijke manieren probeerden de studenten de rede van minister Deetman te verstoren, vertelt Rohde. ‘Ze lieten zelfs het brandalarm afgaan door er brandende sigaretten bij te houden.’ Tegelijkertijd moet de politie binnenstormende studenten proberen tegen te houden. Rohde: ‘Een van hen lukte het nog om snel tijdens het betoog van oud-minister van Onderwijs Van Kemenade “Studeren alleen voor de rijken?” op het collegebord te kalken.’
Andere actievoerders zijn inmiddels het Zweetkamertje binnengetreden, waar net een man op het punt staat zijn promotie de verdedigen. ‘Zijn familie was aanwezig en de bloemen stonden al klaar’, vertelt Van Peppen. ‘Het is wel zielig, maar die vent heeft wel wat memorabels meegemaakt.’
Baruch was een van de studenten die ook sliepen in het Zweetkamertje. ‘Een van de bezetters wilde ook een handtekening op de muur achterlaten met de tekst: “De bezetter”. Ik was daar op tegen, en de meesten anderen ook.’ Van Peppen: ‘Het werd ons door onze advocaat die we destijds raadpleegden op ons hart gedrukt het zo keurig mogelijk achter te laten. We mochten geen papieren uit de kasten halen, geen ruiten ingooien of jolig met de brandslang gaan spuiten. Ze konden je uiteindelijk toch traceren, en we wilden niet dat onze studie in de problemen kwam.'
‘Tegelijkertijd zat het college van bestuur met de handen in het haar. Er was geen draaiboek voor deze situatie. De politie zei alleen maar: “Zet maar eerst de verwarming uit, die zitten er nog wel even.”’ Maar de autoriteiten zijn niet de enigen die zich geen raad weten. Meer en meer studenten vertrekken. Baruch: ‘Het was op een gegeven moment niet meer duidelijk wat het doel van de bezetting was. Dag en nacht werd daarover vergaderd. Maar mensen hadden ook andere dingen te doen. Sommigen hadden volgende week tentamen. Anderen moesten boodschappen doen.’
Op zondag 10 februari geven de studenten zich over. Ze stelden zich tevreden met de positieve berichtgeving in de pers en de toezegging dat ze hun eisen voor een rechtvaardig studiefinancieringsstelsel bespreekbaar mogen maken in de vergadering van de universiteitsraad.
Het is dertig jaar later. Maandag viert de universiteit haar 440e dies natalis. En ook nu zijn er grote veranderingen in de studiefinanciering. Moeten de studenten dan weer tot actie overgaan? Rohde: ‘Iedereen is nu veel individualistischer. Dan wordt het lastiger om een samen een protest te organiseren.’ Van Peppen: ‘Ik vind het leenstelsel erg armetierig. Je moet als samenleving investeren in een nieuwe generatie die kennisintensief bezig moet zijn.’
Baruch: ‘Studenten, maar zij niet alleen, moeten meer vorm geven aan de maatschappij.’ Van Peppen: ‘Studenten moeten niet de straat op, maar moeten meer in de politiek lobbyen. Een Academiegebouw bezetten is leuk, maar het haalt weinig uit.’