Uit gesprekken met verschillende bronnen, interne documenten en mails blijken ernstige problemen in het werkklimaat binnen het instituut voor Azië- en Midden-Oostenstudies. Medewerkers spreken over een angstcultuur, waarbij het management geen tegenspraak duldt, en er repercussies dreigen voor degenen die dit toch doen.
Er is sprake van intimidatie, dreigen met baanverlies, zwartmakerij en pesten.
‘Ik heb huilende mensen moeten troosten’, meldt een van de bronnen. Een ander ‘zag mensen jankend naar huis gaan, om niet meer terug te komen’.
‘Hoge werkdruk, oké’, zegt een hoogleraar. ‘Maar het is het gevoel van onveiligheid dat mensen opbreekt.’ ‘Mensen lopen met een boog om elkaar heen’, zegt weer een ander. ‘Het lijkt wel oorlog.’
Witte mannen
Via een enquête van de adviesraad van het instituut kwamen vorig jaar al problemen naar voren, waaronder een onveilig werkklimaat voor vrouwen. In een document, geschreven door een externe onderzoeker, staat dat mensen, ook mannen, aangaven er ‘last van te hebben hoe er grappen over vrouwen en culturen gemaakt worden, zonder dat er correctie op plaatsvindt’.
En: ‘Het was opvallend hoeveel witte mannen uit zichzelf aangaven dat de cultuur voor vrouwen binnen het instituut niet gemakkelijk was.’
Daarnaast zou er sprake zijn van een sterke hiërarchie, waarin hoogleraren de dienst uitmaken en beslissingen nemen zonder overleg. Medewerkers klagen over ‘onzichtbare criteria’ en ‘vriendjespolitiek’, die vaak ten koste gaan van de carrières van vrouwen en minderheden.
Klassensysteem
Er zijn veel klachten over het zogeheten ‘hooglerarenoverleg’ of ‘professor’s council’, een orgaan zonder officiële status, waarin hoogleraren elkaar treffen, waar volgens bronnen ‘achter de schermen’ beslissingen worden genomen. Ook veel hoogleraren willen af van deze overlegvorm, blijkt uit een intern document: ‘Men spreekt van een “onding”, “niet van deze tijd” of een “klassensysteem”’.
Tegelijkertijd hanteert het bestuur een autoritaire manier van leidinggeven, waarbij vergaderingen alleen dienen om al genomen beslissingen te bevestigen. ‘Dat leidt tot frustratie, en heeft ook geleid tot dreigementen naar personeel’, staat in een intern document. ‘Als je alleen maar vraagt waarom een bepaalde beslissing is genomen, word je daarop aangesproken’, meldt een bron.
Naar aanleiding van de enquête is in het voorjaar externe onderzoeker Lydia Helwig Nazarowa door het LIAS en het diversity office ingeschakeld om over het werkklimaat te adviseren. De decaan stelde haar, na het opstappen van het instituutsbestuur voor de zomer, aan in een aparte opdracht. Hiervoor interviewde zij 52 instituutsmedewerkers.
Het plan was dat er, na terugkoppeling met de geïnterviewden, in augustus een geanonimiseerd rapport zou verschijnen over haar bevindingen.
'Kaltgestellt'
Dit rapport is er nooit gekomen. Begin september mailde Nazarowa naar de betrokkenen dat zij decaan Mark Rutgers haar eerste bevindingen had laten lezen, en dat hij haar overtuigde ‘dat het in het belang van LIAS is om te wachten met presenteren’. In een mail van de decaan staat dat hij het nog ‘niet verstandig’ vond een rapportage uit te brengen, omdat er volgens hem meer analyse nodig was.
Het leidde tot grote onvrede onder de personeelsleden die hun hoop hadden gevestigd op het onderzoek.
In plaats van een rapport kwam er een presentatie over het onderzoek, en kregen geïnterviewde personen een terugkoppeling van de bevindingen. De ervaringen waren daarin zeer afgezwakt, en onherkenbaar. ‘Kaltgestellt’, noemt een het. ‘Alle impact was eruit gehaald.’
Als gevolg van alle spanningen is, vlak nadat de onderzoeker met haar interviews was begonnen, ook nog eens het volledige instituutsbestuur opgestapt.
‘Ik heb er gezondheidsproblemen van gekregen’, meldt Hans Theunissen, voormalig onderwijsdirecteur. ‘Ik kon mijn werk niet meer doen.’ Hij legde tegelijk met zijn collega’s Ine Goedegebuur en wetenschappelijk directeur Frank Pieke zijn functie neer. Zijn ontslag en dat van Goedegebuur werden geaccepteerd.
Onbeschoftheid
Pieke bleef nog enkele maanden aan als demissionair wetenschappelijk directeur, tot hij in de zomer alsnog vertrok. ‘Ik wil wel zeggen: al het wantrouwen, de onbeschoftheid en de intimidatie, dat wordt ook naar het managementteam gedaan.’
Hij bevestigt ook de eerste bevindingen van Nazarowa te hebben gelezen. ‘Het was te veel ad hominem commentaar. Dat legt de schuld bij specifieke personen, in plaats van bij structuren. En dat is juist wat je wil dat een consultant moet doen. Het was een klaagzang van individuele personen. Dat draagt niet bij aan een oplossing en maakt het in mijn ogen een slecht onderzoek.’
‘Mijn conclusie was dat er veel werk aan nodig was, om er een goed rapport van te maken’, aldus Pieke, die ook moeite zegt te hebben met de eerdere enquête van de adviesraad. Hij vond de vraagstelling daarvan te bevooroordeeld.
‘We aanvaardden dat er problemen zijn. Er zullen zeker medewerkers, waaronder ook vrouwen zijn die zich onveilig voelen. Maar dat is geen algemeen probleem. Dat neemt echter niet weg dat het wel degelijk ernstig is en vanuit het management hebben we deze conclusie daarom ook heel serieus genomen’.
Gesandwicht
Hij heeft ook zelf te maken gehad met ‘intimiderend gedrag en brutaliteit’, zegt Pieke. ‘Er zijn ondergeschikten die leidinggevenden intimideren. Het woord management is taboe. Mensen denken dat ze eisen kunnen stellen, maar een manager moet aan een breder belang denken.’ Desgevraagd vertelt hij dat hij met ‘ondergeschikten’, een ‘klein groepje hoogleraren’ bedoelt. ‘Vanuit de UD’s en UHD’s gebeurt dit in mindere mate.’
‘Als managementteam heb je ook een rotbaan’, zegt een hoogleraar. ‘Het probleem is de gesandwichte positie, tussen opleidingen en faculteit.’
Inmiddels is het instituutsbestuur tijdelijk vervangen. Frans de Haas werd interim wetenschappelijk directeur, en werd kort daarna opgevolgd door historicus Henk te Velde, die nu aanblijft tot het instituut een nieuwe vaste wetenschappelijk directeur heeft gevonden.
Geen commentaar
Te Velde zei het te druk te hebben voor commentaar. Decaan Mark Rutgers reageerde evenmin op verzoek om een reactie en onderzoeker Lydia Helwig Nazarowa cancelde op het laatste moment een eerder toegezegde interviewafspraak.
Allemaal verwijzen ze naar de woordvoerder van de universiteit, Caroline van Overbeeke. Zij gaf aan geen specifieke vragen te willen beantwoorden, en stuurde namens het college van bestuur de volgende reactie: ‘Natuurlijk weet het college dat er samenwerkingsproblemen zijn binnen het LIAS. Er zijn diverse maatregelen genomen om de samenwerking weer op orde te krijgen. Dit voorjaar is er een externe deskundige aan de slag gegaan die gesprekken heeft gevoerd met betrokkenen op het instituut.’
Volgens haar is Henk te Velde ‘ hard bezig met het herstel van de goede verhoudingen’ en staat decaan Rutgers ‘in goed en nauw contact met het college van bestuur’.
Van Overbeeke: ‘Het college heeft er alle vertrouwen in dat het goed komt.’
.
*Rectificatie:
In het eerder verschenen artikel stond dat het onderzoek waarvoor Nazarowa 52 mensen interviewde, en waarover het rapport zou verschijnen, gefinancierd werd door het diversity office. Dit is onjuist.
Nazarowa werd naar aanleiding van de enquête wel aangesteld door het instituut, met financiering van het diversity office. Maar nadat het managementteam opstapte, werd zij aangesteld door het faculteitsbestuur. Dit was een aparte opdracht.