In de eetzaal van het Jesus College van Cambridge University werd een bronzen haan tentoongesteld. Het beeld, de ‘Okukor’, was in 1905 door de vader van een student cadeau gedaan en groeide uit tot een van de symbolen van het prestigieuze college. In 2016 werd het beeld echter het middelpunt van een studentenprotest. Aan de haan kleefde namelijk bloed.
‘De Okukor is een van de vele zogeheten Benin Bronzes’, vertelt Evelien Campfens, die promoveerde op een onderzoek naar de juridische aspecten van roofkunst. ‘Het gaat om duizenden voorwerpen, die in 1897 door de Engelsen zijn meegeroofd uit het paleis van Benin.
‘In 1885 werd Afrika grotendeels opgedeeld onder Europese koloniale machten, onder het mom dat het “terra nullius” was – aan niemand toebehoorde – waarbij de regel werd gehanteerd dat geclaimde gebieden onder effectieve controle van de koloniale macht moesten worden gebracht. Een aantal Afrikaanse koningen verzetten zich hier natuurlijk tegen. Dat gold ook voor de vorst (de ‘Oba’) van Benin, een koninkrijk dat nu in Nigeria ligt. Hij gaf geen gehoor aan een opdracht van de Engelsen en er volgde een strafexpeditie waarbij het paleis werd platgebrand en vrijwel alle eeuwenoude kunst werd meegenomen en over de wereld verspreid is geraakt.’
Geroofde haan
De geroofde haan kwam terecht in Cambridge. George William Neville, een aristocraat met een functie in het Britse koloniale bestuur, nam in 1897 het beeld (en vele andere) mee naar Groot-Brittannië en schonk het aan Jesus College. ‘Een aantal studenten heeft zich in 2016 verdiept in de geschiedenis van het college en de herkomst van de haan’, vertelt Campfens. ‘Zij hebben het onrecht aan de kaak gesteld en gepleit voor teruggave.’
Na protesten besloot het college het beeld niet meer tentoon te stellen, maar studenten en medewerkers vonden dat niet voldoende. De Okukor moest terug. ‘Zij stonden aan de wieg van de dialoog die toen tot stand is gekomen met de Nigeriaanse autoriteiten.’ En een paar weken geleden is de haan officieel teruggeven aan Nigeria.
Het is geen toeval dat juist studenten de impuls gaven voor de discussie over koloniale roofkunst. ‘Dit thema leeft bij jonge mensen in een multiculturele samenleving. Het is uiteindelijk een kwestie van identiteit, zeker voor een nieuwe generatie met wortels in de landen van herkomst. Wie ben ik, wat is de cultuur van mijn voorouders en waarom zijn de mooiste voorwerpen eigenlijk in Europa?’
Roofkunst duikt ook steeds meer op in populaire cultuur. ‘In superheldenepos Black Panther (2018) wordt een in de negentiende eeuw geroofde strijdbijl uit het fictieve Afrikaanse land Wakanda, teruggeroofd uit een Brits museum.’
De teruggave van de haan aan Nigeria, was een individueel besluit van Jesus College. Maar vooral sinds 2017 stellen ook Westerse regeringen zich anders op over koloniale roofkunst. ‘Toen doorbrak de Franse president Macron een taboe door in een speech in Burkina Faso te zeggen dat het niet langer acceptabel is dat 90 procent van het Afrikaanse culturele erfgoed zich in Westerse collecties bevindt. De jeugd in Afrika heeft recht op toegang tot de eigen cultuur. Hij zegde daarin toe een beleid te ontwikkelen om die voorwerpen terug te geven.’
Recht op plunderen
Maar ook in Nederland werd actie ondernomen. Museum Volkenkunde in Leiden - dat ook Benin bronzen beelden in zijn collectie heeft - kwam in 2019, net als andere musea, met richtlijnen voor het ruimhartiger teruggeven van geroofde koloniale kunst. Maar veel voorwerpen zijn in bezit van de staat. De regering heeft vervolgens een commissie ingesteld die minister Van Engelshoven van Cultuur heeft geadviseerd beleid op te stellen dat teruggave van geroofde cultuurgoederen aan de landen van herkomst mogelijk maakt. ‘De beslissing daarover ligt stil omdat het kabinet demissionair is.’
Campfens deed in haar dissertatie onderzoek naar de ontwikkelingen van het recht rond roofkunst. ‘Vaak wordt gesteld dat er geen internationale rechtsnormen zijn voor oudere gevallen. Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Het verbod op kunstroof ten tijde van oorlog of bezetting is al heel oud. De Leidse jurist Hugo de Groot was de grondlegger van het volkeren- en internationaal recht en hij stelde al in de zeventiende eeuw dat kunstvoorwerpen een beschermde positie hadden. Die vormden een uitzondering op het recht op plunderen, waarvoor hij verwees naar eerdere ideeën van de Grieken en Romeinen.’
"Beschaafde volkeren"
Napoleon roofde tijdens zijn oorlogen veel cultuurgoederen. Na het staken van de strijd in 1815 waren er onderhandelingen tussen de Europese grootmachten over buitgemaakte kunstvoorwerpen. ‘Afgesproken werd dat restitutie van geroofde cultuurgoederen een algemeen geldend rechtsprincipe is. Geplunderde cultuurgoederen moesten worden teruggegeven aan de gemeenschap waar ze vandaan kwamen. De crux is dat dergelijke normen alleen golden voor zogenaamde “beschaafde volkeren”.’
Kunst die geroofd was door de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog werd bijvoorbeeld op basis van territorialiteit terug. gegeven aan de landen van herkomst, voor zover het al werd teruggevonden. ‘Dergelijke normen werden alleen niet toegepast op koloniale roofkunst. Dat werd gezien als een categorie op zichzelf. Het idee was dat dergelijke cultuurgoederen universele waarde hebben en het best op hun plek zijn in onze (Westerse) musea.’
Dat idee is dus snel aan het veranderen. Maar wat kunnen landen doen om een voorwerp terug te krijgen? ‘Ze kunnen natuurlijk een rechtszaak beginnen, voor een internationaal hof bijvoorbeeld. Maar dat is wel problematisch als de basis voor zo’n claim een onrechtmatigheid in een ver verleden is. Je loopt tegen heel veel problemen aan.’
Verscholen mummie
Er zijn wel steeds meer rechtsnormen bijgekomen en in ontwikkeling. ‘Het recht op toegang tot de eigen cultuur wordt steeds belangrijker. Ook zijn er speciale regelingen voor inheemse volkeren. Die hebben bijvoorbeeld een specifiek recht op teruggave, afhankelijk van de identiteitswaarde van de betreffende cultuurgoederen.’
Dit is vastgelegd in het United Nations Declaration on the Rights of Indigenous Peoples (2007). Dat is geen bindend verdrag maar sommige bepalingen worden inmiddels wel erkend als bindend recht. ‘Het zijn normen die gelden in het internationale verkeer tussen staten. Landen moeten meewerken aan teruggave.’
Het gaat bij roofkunst niet alleen om objecten uit koloniale tijden. Sommige kwesties leiden tot ingewikkelde internationale gerechtelijke procedures. ‘Er speelt bijvoorbeeld al jaren een rechtszaak rond een Chinees Boeddhabeeld met een mummie uit de elfde eeuw erin verscholen. Het beeld is heilig voor de herkomstgemeenschap, en is in 1995 is gestolen uit een tempel.’
Het werd aangetroffen in de handen van een Nederlandse verzamelaar. ‘De twee Chinese dorpsgemeenschappen waar de tempel staat hebben toen in Nederland een rechtszaak aangespannen om het beeld terug te krijgen. De verzamelaar beweerde dat hij niet wist dat het geroofd was en dat het toen hij het verwierf heel gebruikelijk was om niet naar de herkomst van voorwerpen te vragen. Dat klopt, maar het was destijds natuurlijk ook al bekend dat dergelijke beelden vaak waren gestolen.’
De eigendomsclaim zou volgens Nederlands recht bovendien na twintig jaar zijn verjaard. ‘De Nederlandse rechter leek niet zo goed te weten wat hij met de zaak aan moest en in 2018 werd de claim inderdaad afgewezen.’
Gestolen goed
Maar dat is niet het einde van het verhaal. ‘De dorpjes hadden namelijk ook in China een rechtszaak tegen de verzamelaar aangespannen. Het gaat hier om internationaal privaatrecht. Het is gestolen goed dat in een ander land opduikt. Meestal geldt dan het recht van het land waar het object zich bevindt. De Chinese rechter bepaalde eind vorig jaar dat onder die regel alleen niet het Nederlands recht van toepassing is, maar het Chinese: het beeld was immers in China toen het werd gestolen. Het behoort toe aan de dorpsgemeenschappen, aldus de rechter, en de Nederlandse collectioneur is veroordeeld tot afgifte. Ook in deze zaak speelt nog een hoger beroep.’
Wat de zaak nog wat ingewikkelder maakt: ‘De verzamelaar beweert dat hij het beeld niet meer heeft. Hij heeft het naar eigen zeggen inmiddels geruild. Het is een typisch geval waaruit blijkt dat het lokaal geldende eigendomsrecht alleen vaak geen afdoende antwoord heeft. Universeel geldende mensenrechten kunnen een brugfunctie hebben om tot rechtvaardigere oplossingen te komen.’
Het juridische getouwtrek over cultuurgoederen kan heel ingewikkeld worden. In 2014 was er in het Amsterdamse Allard Piersonmuseum de tentoonstelling ‘De Krim - Goud en Geheimen van de Zwarte Zee’ met 500 voorwerpen die waren geleend van musea op de Krim. Dat was Oekraïens grondgebied, maar het schiereiland werd dat jaar geannexeerd door Rusland - iets wat niet wordt erkend door onder meer Nederland. Sindsdien woedt er een strijd voor de rechter over de kunstschatten. De staat Oekraïne claimt de voorwerpen, de Krim-musea doen dat ook.
De vraag is: waar moeten ze heen? ‘De uitspraak van de rechter zowel in eerste als in tweede aanleg was: terug naar Oekraïne, niet naar de Krim-musea’, zegt Campfens. ‘Er volgt waarschijnlijk nog een cassatie bij de Hoge Raad. Ik heb wel kritiek op de uitspraak. In dit soort zaken gaat het om cultuurvoorwerpen en die kunnen niet zomaar gelijkgesteld worden met staatseigendommen, en de belangen die spelen zijn niet alleen maar interstatelijk of politiek. Wat mij betreft zouden culturele belangen de doorslag moeten geven, iets wat steeds meer wordt erkend in het internationale cultuurgoederenrecht. Je moet dan telkens kijken welke erfgoedbelangen spelen.
‘In dit geval gaat het om archeologische voorwerpen als een Chinees lakdoosje en Griekse sieraden die op de Krim zijn gevonden en daar altijd zijn bewaard. De tentoonstelling ging over de positie van de Krim als onderdeel van de Zijderoute, waar in de loop van de geschiedenis vele culturen zich vestigden en de dienst uitmaakten.
‘Wat mij betreft geldt voor dergelijke voorwerpen het territorialiteitsbeginsel en niet het nationaliteitsbeginsel. Het belang van de musea en de bevolking op de Krim wordt onvoldoende in acht genomen door teruggave aan Kiev. Het is een ongelooflijk heikele kwestie, waarbij politieke belangen onmiskenbaar een grote rol spelen. Toch ben ik er voorstander van dat de voorwerpen naar de musea teruggaan - wat overigens iets heel anders is dan teruggave aan Rusland uiteraard.’
Evelien Campfens, Cross-border claims to cultural objects. Property or heritage? Promotie was 11 november. Campfens is inmiddels postdoc bij de nieuwe onderzoeksgroep Museums, Collections & Society bij Geesteswetenschappen.