
‘Minderjarige vluchtelingen met een lhbti-achtergrond lopen bij ieder deel van de vlucht meer gevaar’, vertelt de Leidse jurist en promovendus Elias Tissandier-Nasom. ‘Het geweld tegen hen is gelinkt aan hun identiteit, en wordt ze vaak juist aangedaan door de volwassenen die ze vertrouwen. Ze weten dus niet waar ze naartoe kunnen. Dakloosheid en extreme armoede onder deze groep is wereldwijd heel veel voorkomend. Ze missen daardoor ook toegang tot onderwijs.’
Voor zijn promotie onderzoekt Tissandier-Nasom alle rechten van minderjarige lhbti-vluchtelingen. Woensdag geeft hij een lezing waarin hij zich uitsluitend richt op gezondheidszorg.
‘Veel kinderen die asiel zoeken hebben last van ondervoeding en infectieziekten. Maar voor lhbti-kinderen komen daar nog specifieke problemen bij, bijvoorbeeld conversietherapie, corrective rape, wat natuurlijk een enorme impact heeft op een kind, maar ook eerwraakmoord. Bij intersekse kinderen gaat het ook vaak over genitale verminking. Dat begint al bij de geboorte en gaat door tijdens de kindertijd.’
Al die dreigingen kunnen ervoor zorgen dat kinderen op de vlucht slaan. Maar ook onderweg zijn lhbti’ers extra kwetsbaar, vertelt Tissandier-Nasom: ‘Intersekse en gender non-conforming kinderen lopen een groter gevaar op mensenhandel of seksuele uitbuiting.’
Als de jongeren vervolgens aankomen in het land waar ze asiel willen aanvragen, worden ze in detentie- of opvangcentra geplaatst met co-etnische groepen. Voor lhbti’ers betekent dat dat ze terugkeren in dezelfde sociale context die ze proberen te ontvluchten. Ze krijgen te maken met dezelfde discriminatie als in hun thuisland.
Streng beleid
Alle lidstaten behalve Somalië en de Verenigde Staten hebben weliswaar het kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties ondertekend, maar de meeste lidstaten hebben zulk streng beleid voor asiel en migratie, dat die kinderrechten ondergesneeuwd raken. Dat betekent dat er vaak weinig tot geen gezondheidszorg is. Dat geldt voor alle kinderen, maar lhbti’ers worden er het hardst door geraakt.
‘In het verdrag is primaire gezondheidszorg opgenomen, maar er wordt niet gedefinieerd wat daaronder valt. Het gaat in ieder geval zelden tot nooit over zorg gericht op lhbti’ers, zoals mentale of seksuele gezondheidszorg.’ Hij noemt toegang tot puberteitsremmers, maar ook begrip van hulpverleners, aangesproken worden met de naam die je kiest, of de gekozen pronouns.
‘Over de gehele linie – van dokters en verpleegkundigen tot advocaten en wettelijke voogden – bestaat er geen training over dit onderwerp. Je zou denken dat bijvoorbeeld hiv-behandeling al onderdeel is van die eerstelijnszorg, maar vijf jaar geleden gebeurde dit pas in vijftien tot twintig procent van de lidstaten.’
Het meest opvallende probleem waar deze groep tegenaan loopt bij het aanvragen van asiel, is administratief. Het is namelijk onmogelijk om in het systeem zowel lhbti’er als kind te zijn. ‘Er bestaat een paradoxaal idee dat de twee niet samen kunnen bestaan.’
Onbeweegijke wetten
Tijdens het asielproces voor kinderen wordt een leeftijdsbeoordeling gedaan om in te schatten of iemand daadwerkelijk minderjarig is. Kinderen hebben namelijk meer rechten, zoals het recht op gezinshereniging. Lhbti-kinderen wordt vaak aangeraden om juist de genderexpressie van hun asielaanvraag te benadrukken, waardoor het kind-aspect wegvalt.
Tissandier-Nasom: ‘In asielwetten is lhbti’er zijn iets onbeweeglijks: het is onderdeel van je identiteit en dat zou je niet moeten verbergen of veranderen. Maar bij kinderen ontstaat dan vaak de vraag: weten ze het wel zeker? Is het geen fase waar ze nog overheen groeien? Zo wordt dat onbeweeglijke ineens iets beweeglijks. Ineens moet je bewijzen dat je queer bent, dat gebeurt bij zowel kinderen als volwassenen. Het feit dat je kind bent, is dan allang niet meer onderwerp van gesprek. ‘Het maakt niet uit als een kind zich nu als trans identificeert en over vijf of twintig jaar niet meer. Het moet niet gaan over de identiteit van het kind, maar over het risico op geweld dat hun wordt aangedaan als we ze terugsturen.’
Beter beleid kan helpen, zegt hij. ‘Degenen die de beslissingen nemen over asielaanvragen willen het goed doen, maar ze hebben vaak niet de juiste informatie. Met meer data kunnen rechters gegrondere beslissingen nemen.’ Het helpt ook om overheden te herinneren aan hun verplichtingen onder het kinderrechtenverdrag. ‘Ik onderzoek ook hoe gezondheidszorg voor lhbti-kinderen geformuleerd kan worden als primaire zorg. Zo kunnen landen verplicht worden die zorg toegankelijk te maken. We moeten de kinderen zelf ook actiever betrekken, door ze te vertellen op welke zorg ze recht hebben, maar ook door te vragen waar zij behoefte aan hebben.’
Dat is een enorme uitdaging, helemaal in een politiek landschap waar de lhbti-rechten juist onder druk staan. ‘Ik hoor van Nederlandse collega’s in het werkveld dat er nu al meer asielaanvragen binnenkomen van lhbti’ers uit de VS. Dit gaat alleen maar toenemen: hoe meer vervolging er is, des te meer bescherming is er nodig.
‘Het zou de verantwoordelijkheid van de staat moeten zijn om die kinderen te beschermen. Sommige overheden geven hier niks om, maar we kunnen ze wel met hun neus op de feiten drukken: ze hebben het kinderrechtenverdrag ondertekend, en daar moeten ze zich aan houden.
‘De bescherming van kinderen gaat boven alles. Als we niet op overheden kunnen rekenen, betekent dat dat we meer moeten werken met ngo’s en lokale organisaties. Maar we kunnen er niet mee stoppen nu overheden niet aan onze kant staan.’
Elias Tissandier-Nasom, The Right to the Highest Attainable Standardof Health of LGBTQIA+ child asylum-seekers, woensdag 2 april, Huizinga 2.60, 12:00