Wat is een slang? De ‘slang’ die je in de Nederlandse natuur het vaakst tegenkomt, is helemaal geen slang. De hazelworm, een glanzend beestje van een paar decimeter lang is technisch gesproken een hagedis, maar dan zonder pootjes. ‘Hazelwormen hebben beweegbare oogleden en gehoorgangen – alle slangen zijn doof’, vertelt Serpo-directeur Walter Getreuer. Het Delftse reptielenhuis is al jaren aan het verbouwen, en daarom neemt hij zijn slangen nu mee in een reizende tentoonstelling. Die is deze weken in Leiden te zien.
‘Bovendien kunnen hazelwormen hun staart afwerpen’, vervolgt hij. ‘Slangen zijn echt andere dieren dan hagedissen, al stammen ze er wel van af.’ Nonchalant opent Getreuer een terrarium met drie koningspythons. ‘Als je goed kijkt, zie je dat er nog overblijfselen van de poten aanwezig zijn.’ Hij wijst naar de kleine klauwtjes aan de achterkant. ‘Tijdens het paren gebruiken de mannetjes die om de vrouwtjes te kriebelen.’
In de slangententoonstelling die tot volgende week zondag in de Hortus te zien is, bevindt zich overigens ook een grote hazelworm. Het is een zogeheten scheltopusik van meer dan een meter lang, die van nature voorkomt in Griekenland, Bulgarije en de Balkan.
En in Nederland? Behalve die hazelworm telt Nederland drie ‘echte’ slangen: de ringslang, de gladde slang en de adder. De adder is de enige giftige van die drie. Die is het makkelijkst te onderscheiden door zijn oogkleur: adders hebben rode of donkeroranje ogen. Houd er rekening mee dat al deze soorten bij wet beschermd zijn, en dat je strafbaar bent als je ze verstoort. Wie een slangennest in zijn tuin vindt, kan daar maar het beste trots op zijn. Getreuer: ‘Als er een bonte specht zit, laat je hem ook aan je vrienden zien.’ Nesten van adders in tuinen heeft hij nog nooit meegemaakt.
Wat zijn de hoogtepunten van de slangenexpo? ‘Ik heb een albino-cobra. Ik vind dat heel bijzonder, maar het publiek eigenlijk niet zo. Ze zeggen, “Oh, een witte slang”, en dan lopen ze door. De lanspuntslang vinden ze interessanter, want die was in het nieuws toen er een paar jaar terug een denkbeeldig exemplaar ontsnapte.’
Zelf vindt hij de groefkopadder interessanter: de groeven in de kop zijn om warmte mee waar te nemen. ‘Dat kunnen ze tot op de drieduizendste graad celcius nauwkeurig. Als je ze met handschoenen aan hanteert, zullen ze nooit in je handschoen bijten: je pols is ietsje warmer.’
Ook wijst Getreuer op twee gevlekte hagedissensoorten die hij meeheeft: de korsthagedis en het gilamonster. ‘Het zijn de enige twee soorten hagedis met een giftige beet. Alle andere soorten kun je dus gewoon oppakken.’
Maar hoe gevaarlijk zijn slangenbeten dan? Gemiddeld worden in Nederland zo’n drie mensen per jaar door een adder gebeten. Daar kan je goed ziek van worden, maar dood ga je er in de regel niet aan. De medische literatuur vermeldt drie dodelijke adderbeten in Nederland, waarvan de laatste in 1946 plaatsvond. Ter vergelijking: volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek overleden er tussen 1996 en 2006 vijftien mensen na hondenbeten. In dat laatste jaar gingen 50.000 (!) mensen naar hun huisarts nadat ze door een hond waren aangevallen.
Slechts tien procent van de slangensoorten in de wereld is giftig. De meeste daarvan zijn vooral giftig voor hun prooidieren: mensen zijn veel groter, en hebben minder te vrezen. Hoeveel doden gifslangen wereldwijd veroorzaken, is onbekend. De beten vinden namelijk vooral plaats in tropische landen met veel natuur en mensen die op het platteland wonen, en daar is de administratie van doodsoorzaken minder grondig dan hier. De schattingen lopen uiteen van 20.000 tot 125.000 doden per jaar.
Zelfs als je gebeten wordt door een gifslang, loopt dat meestal goed af. Getreuer: ‘70 Procent van de beten is een zogeheten droge beet, waarbij de slang geen gif injecteert. Ter illustratie: een bepaalde cobrasoort heeft genoeg gif om van 1250 kilo muizen de helft binnen een dag te laten overlijden. Toch overleeft 97 procent van de mensen een beet van zo’n dier. Als al die mensen de juiste medische behandeling zouden krijgen, zou het percentage nog lager zijn.’
Er zijn mensen die zich juist expres laten bijten door slangen: ze gebruiken het gif als een drug. Over het algemeen zijn slangenjunks niet de beste dierverzorgers: ‘We hebben laatst nog alle slangen weggehaald bij zo iemand’, vertelt Getreuer. Hij benadrukt dat dit een riskante manier is om aan je high te komen. ‘Je laat de slang eerst in een spons bijten en daarna in je arm. Maar als hij een droge beet in die spons geeft en een kletsnatte in je arm, ben je er wel geweest.’ Aan de reuzenpad die hij heeft meegenomen naar Leiden, hoef je ook al niet te likken: die is alleen maar giftig-giftig, niet hallucinogeen-giftig.
Dus? Dat er zelfs mensen zijn die zich recreatief laten bijten, betekent niet dat je slangen moet onderschatten. Twee van de dieren die Hortus te zien zijn, hebben hun eigenaar het ziekenhuis in gebeten. De Nederlandse adder mag dan meevallen, maar in Europa zijn wel degelijk echt gevaarlijke slangen te vinden. De zandadder die in de Balkan woont, is de giftigste soort van het continent. ‘In Frankrijk heb je de aspisadder, een dier met een verraderlijk gif. De beet ziet er mild uit. Zo mild, dat slachtoffers soms zelfs uit het ziekenhuis worden ontslagen. En dan ineens kan hun bloed niet meer stollen, en druipt het uit hun oren en neus naar buiten. We adviseren dan ook om mensen altijd 48 uur in het ziekenhuis te houden na een beet van deze slang.’
Waarom wil iemand een giftige slang als huisdier? ‘Sommige mensen gebruiken een slang als een verlengstuk van henzelf. Het pitbull-effect, zeg maar. Daarnaast heb je serieuze slangenliefhebbers. Die beginnen met een rattenslangetje, maar verhogen daarna telkens de moeilijkheidsgraad. Dat geeft een nieuwe dimensie aan je hobby. Ik vind het jammer dat sommige slangen giftig zijn; ik zou ze liever allemaal willen hanteren. Hier heb ik naar verhouding veel gifslangen, want mensen willen de slangen zien die ze kennen.
‘De bedoeling van de expositie is om mensen op een positieve manier in aanraking te laten komen met slangen, en ze objectieve verhalen te vertellen. In het begin zoekt de bezoeker de superlatieven: de grootste slang, de giftigste slang, enzovoort. Maar als ze de bordjes lezen, blijven ze toch lang binnen.’
Expositie: Serpo 6 tm 23 oktober
Hortus Botanicus Leiden.
De Hortus is gratis toegankelijk voor studenten en houders van een museumjaarkaart, maar voor de expositie geldt een toeslag van € 4,50.