‘Als het nu niet lukt om het stikstofprobleem op te lossen, geef ik het op’, zei Jan Willem Erisman, hoogleraar milieu en duurzaamheid, onlangs in zijn oratie. ‘Het heeft erg lang geduurd om stikstof überhaupt op de politieke agenda te krijgen. De urgentie is nu duidelijk, de politiek heeft doelen gesteld om de uitstoot te verminderen en veel geld beschikbaar gesteld. We hebben nu alle middelen om het op te lossen.’
Het nieuwe kabinet heeft zelfs een minister voor Natuur en Stikstof aangesteld, Christianne van der Wal (VVD). ‘Het is goed dat de politiek er zoveel aandacht aan besteedt’, vindt Erisman, ‘maar ik had veel liever een landschapscommissaris gezien.’
Waar ministers zich bezighouden met het vormen van beleid, zou zo’n commissaris dat beleid uitvoeren. ‘Die kan een invulling geven om de stikstofdoelen te halen op de lange termijn, terwijl politici vooral op korte termijn denken. Ik vrees dat politici geen impopulaire maatregelen durven nemen, terwijl die wel noodzakelijk zijn. Ze stellen ambitieuze doelen, maar nemen te weinig stappen om die te halen.’
Overwoekeren
Tot zijn opluchting is het kabinet wel afgestapt van landelijke doelen: in het nieuwe coalitieakkoord kiest de regering ervoor om per gebied te variëren. ‘In bijvoorbeeld Noordoost-Groningen zit weinig natuur, terwijl er in midden-Nederland veel natuurgebieden zijn. Als je de landbouw in midden-Nederland aanpakt, heeft dat een veel groter effect. Dan hoef je de landbouw elders minder in te perken.’
Vooral in de buurt van landbouwbedrijven zorgt stikstof namelijk voor problemen. ‘Kunstmest en dierlijke mest bevatten veel stikstof in de vorm van ammoniak. Dat komt in de omgeving terecht en zorgt ervoor dat gewassen sneller gaan groeien. Bramen of brandnetels, die van nature al snel groeien, overwoekeren kwetsbare en zeldzame planten, waardoor de biodiversiteit afneemt. Daarnaast wordt de bodem minder vruchtbaar.’
Onzichtbaar
Het stikstofprobleem hangt nauw samen met andere duurzaamheidsproblemen. ‘De landbouw heeft op meerdere manieren een grote impact op het milieu. De melkveehouderij stoot bijvoorbeeld veel methaan en lachgas uit, dat zijn broeikasgassen die aan klimaatverandering bijdragen. Daarnaast zorgt kunstmest ervoor dat de waterkwaliteit omlaag gaat. Deze problemen ontstaan allemaal in de landbouw. Door die gezamenlijke bron aan te pakken, los je meerdere problemen op.’

‘Duurzaamheidsproblemen hebben allemaal ruwweg dezelfde oorzaak: er komen stoffen in het milieu vrij die daar niet passen en een ongewenst effect hebben. CO2-uitstoot zorgt bijvoorbeeld voor opwarming van de aarde, en dus voor klimaatverandering.’
Zelf meedenken
‘Stikstof is een moeilijker voorbeeld, omdat het zo onzichtbaar en complex is. Maar we weten intussen waar de uitstoot vandaan komt en met welke maatregelen we die kunnen terugbrengen. Op dezelfde manier kunnen we het klimaatprobleem oplossen. Oftewel, als je de stikstofproblematiek kunt oplossen, kun je elk duurzaamheidsprobleem oplossen.’
Daarom boeren eindelijk perspectief krijgen, zegt Erisman. ‘Stel je wil als boer je stal verduurzamen. Dat is een flinke investering die zeker twintig jaar moet meegaan, dan wil je wel zeker zijn van die beslissing. We hebben nu het geld en de doelstellingen om het probleem op te lossen, maar boeren weten niet wat ze moeten doen. Geef ze de tijd om te investeren.’
Daarnaast willen boeren ook zelf meedenken, heeft hij gemerkt. ‘Je moet ze een doel geven en consequenties eraan verbinden als ze die niet halen. Maar daarbinnen willen ze wel vrijheid krijgen: ze willen niet de oplossing voorgeschreven krijgen, maar zelf met een oplossing komen die voor hen werkt.’
Lang voordat de stikstofcrisis in het nieuws kwam, deed de nieuwe hoogleraar milieu en duurzaamheid Jan Willem Erisman al onderzoek naar het onderwerp. Hij is aan de Universiteit Utrecht gepromoveerd op onderzoek naar neerslag van stikstof in natuurgebieden. Daarna werkte hij bij het RIVM en deed hij onderzoek aan de Vrije Universiteit.