‘Nederland Vleesland’ – waar op 21.000 vierkante kilometer 115 miljoen landbouwdieren gehouden worden – zorgt voor uitstoot van broeikasgassen, dierenleed en neemt bovendien veel ruimte in. Maar liefst een derde van het land wordt gebruikt voor de veehouderij, een oppervlakte ter grootte van Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel bij elkaar. Die ruimte kan volgens Jan Willem Erisman ook op een andere manier worden besteed.
Hoe kun je Nederland dan zo inrichten dat het rechtvaardig is voor mens, dier en landschap? Afgelopen jaar is dat de vraag die de hoogleraar environmental sustainability samen met landschapsarchitect Berno Strootman wilde beantwoorden. Ze kregen van de EFL-Stichting 50.000 euro om gedachte-experiment ‘Project Nederland Veganland’ verder uit te werken en zo te werken aan een ‘klimaatrechtvaardige wereld’.
Een stem voor ecologie
‘Allereerst moet je bedenken: wat is nou rechtvaardigheid?’ begint Erisman. ‘Wij hebben als mens natuurlijk allerlei basisrechten, zoals het recht op leven en op een bepaalde levensstandaard. Maar bij klimaatrechtvaardigheid gaat het er ook om of de lusten en lasten wel eerlijk verdeeld zijn, iedereen gehoord wordt en er geen internationale afwenteling plaatsheeft. Er is nu ook discussie gaande of de natuur niet ook meer rechten verdient.’
Als het aan de ‘stikstofprof’ ligt wel. ‘De natuur heeft last van klimaatverandering die wij veroorzaken. En als het gaat om stikstofproblematiek wordt er altijd een afweging gemaakt tussen de economie en de ecologie. Aangezien ecologie geen stem heeft en de economie een hele zware, wint de economie altijd. Er wordt veel besloten over de natuur, maar op het moment dat dat gebeurt zit de natuur zelf niet aan tafel. In nieuw beleid zou je door de rechten van dier en natuur zwaarder te laten meewegen, ze een gelijkwaardige plek kunnen geven.’
Met dat in het achterhoofd ging het onderzoeksduo rekenen. ‘Wij hebben de kaart van Nederland gepakt om te kijken waar de vruchtbare gronden zitten’, vertelt Erisman. ‘Aan de hand daarvan hebben we gekeken hoe je dat land kan inzetten voor een gezond vegan dieet voor twintig miljoen Nederlanders en hoeveel landbouwgrond daarvoor nodig is.’
Erisman ziet veel voordelen aan een veganistisch dieet voor alle Nederlanders. ‘Stel, in 2050 wonen er twintig miljoen mensen in Nederland. Kun je al die mensen voeden en huisvesten? Kortom: kun je hen ruimte bieden? In Nederland wordt 71,9 procent van alle landbouwgrond gebruikt om veevoer te telen. Om dierlijke eiwitten te produceren heb je veel meer ruimte nodig dan voor plantaardige eiwitten, terwijl die met het goede dieet even gezond zijn.’
Ruimte
Enter: de zogeheten ‘Schijf for Life’. ‘Noten, plantaardige oliën, granen, heel veel groenten en fruit; het dieet van Nederland Veganland. Hoeveel ruimte heb je nodig om dat te telen in Nederland?’
Verrassend weinig, zo bleek. ‘Ik heb me echt verbaasd over de hoeveelheid ruimte die vrijkomt’, zegt Erisman. ‘We gebruiken nu 1800 vierkante meter per persoon voor voeding, dat gaat dan terug naar 800 vierkante meter. Je hebt meer natuur, meer ruimte voor huisvesting, meer infrastructuur en hebt daarnaast nog ruimte over voor natuur en recreatie. Als je alles al ingedeeld hebt, houd je zelfs nog gebieden over.’
Ook internationaal zal het vegan dieet gevolgen hebben. ‘Naast dat we een prachtig voorbeeld zouden zijn voor anderen, leggen we ook minder druk op landen als Brazilië waar delen van het Amazonegebied worden platgegooid voor de productie van soja, die wij voor het voer van kippen, varkens en melkvee gebruiken.’
Nederland importeert jaarlijks namelijk 450 kiloton aan soja vanuit onder andere Brazilië en daar ligt volgens Erisman de basis voor onze stikstofproblemen. ‘Wij importeren kunstmest en krachtvoer en dat zetten we om in producten, ongeveer de helft daarvan gaat naar de bodem en de lucht. Als je die kraan dichtdraait, hebben we qua stikstof bijna geen problemen meer in Nederland: wat er niet in gaat, komt er ook niet uit.’
Daarmee zou Nederland ook een stuk zelfvoorzienender worden. ‘Ons landbouwsysteem is gericht op export: 80 procent van ons eten exporteren we en 75 procent van ons voedsel in de supermarkt is geïmporteerd. Zelfs onze eigen producten importeren we. Dat klinkt misschien gek, maar wij sturen biggen naar Spanje om daar vetgemest te worden, die dan terugkeren naar Nederland om geslacht te worden. Dat geslachte vlees gaat weer naar Italië waar er ham van wordt gemaakt en die komt weer terug naar de Nederlandse supermarkten. Dat geldt ook voor graan: wij telen graan voor veevoer, maar importeren graan uit Frankrijk voor ons eigen brood.’
Kosten-baten
Is het dan economisch haalbaar om zo’n grote overstap te maken? ‘De milieuschade van de veehouderij wordt op dit moment geschat op 8,3 miljard euro, die valt helemaal weg. Uit een maatschappelijke kosten-batenanalyse zien we dat ondanks dat een heel ander landbouwsysteem wordt opgetuigd, dat verschil verwaarloosbaar is.’
Samengevat: het dierenwelzijn wordt bevorderd, de landbouw haalt alle klimaatdoelen, er is meer ruimte beschikbaar, de waterkwaliteit verbetert, de natuur krijgt meer ruimte, de biodiversiteit gaat erop vooruit, de stikstofproblematiek wordt opgelost en internationaal gebruiken we minder land, wat daar tot een rechtvaardiger bestaan leidt. ‘Overstappen op een veganistisch dieet heeft eigenlijk alleen maar voordelen.’
Maar hoe realistisch is dit gedachte-experiment?
‘Niet’, lacht hij. ‘Ik blijf een realist. Maar het is ook helemaal niet ons doel om iedereen vegan te maken. Het gaat voornamelijk om bewustwording van de invloed van de keuzes die we maken en een beeld te vormen van hoe Nederland eruit kan zien als we onze huidige manier van eten helemaal omgooien. Soms moet je met dit soort extreme ideeën werken om tot nieuwe inzichten te komen, omdat het onze blik verbreedt en het ons anders laat kijken naar de huidige stand van zaken en de toekomst.’