Studentenleven
‘Na een feestje ligt hier een creperende collega op de bank’
Felix Roelfsema (23 jaar, biologie) is penningmeester van de Leidse Biologen Club. ‘Je moet het wel heel bont maken om de vereniging failliet te laten gaan.’
Lorenzo Gerritsen
donderdag 8 februari 2024
Foto Taco van der Eb

Wat doe je als penningmeester bij de Leidse Biologen Club?
‘Ik ben bezig met de boekhouding, maar ik help ook met het plannen van activiteiten. Twee bestuursleden zijn verantwoordelijk voor het organiseren van elke activiteit. Dit jaar zijn die extra groot, omdat de vereniging honderd jaar bestaat.

‘De jaarlijkse begroting zit rond de zestigduizend euro. Maar als je kijkt hoeveel geld er echt doorheen gaat, zit je rond een ton. Zo’n groot bedrag schrikt veel mensen af. Ik zoek een opvolger, maar veel mensen zeggen dat ze het eng vinden. Ik vind dat niet. Er is een vangnet. Ik word gecontroleerd door de kascontrolecommissie. Je moet het wel heel bont maken om de vereniging failliet te laten gaan.’

Waarom wilde je een bestuursfunctie?
‘Al vanaf mijn eerste jaar was ik actief bij de LBC. Het leek mij leuk om nog meer betrokken te zijn. Ik heb hiervoor ook in de kascontrolecommissie gezeten. Daar heb ik meer geleerd over de financiële achtergrond. Jarenlang heb ik geprofiteerd van de vereniging en nu lever ik iets terug. Het is ook een beetje nobelheid.

‘Ik hoorde altijd dat je een goede band kweekt met je bestuur. Dat klopt. Je werkt heel erg intensief samen. Als je met iets zit, kan je altijd bij je bestuursgenoten terecht. Je ziet elkaar vaker dan je familie.

‘Je bent de hele dag bezig. Als je naar huis gaat, dan laat je het ook niet los. ‘s Avonds lig ik in bed en dan denk ik over alle dingen die ik nog moet doen. Bij een normale baan ben je er alleen mee bezig van negen tot vijf. Dit is ook je hobby. Daardoor gaan werken en vrije tijd langs elkaar. Zo voelt het voor mij.’

En dit is je werkplek?
‘Ja, maar ook een gezelligheidsplek waar iedereen elkaar ontmoet en chillt. Het is elke dag open. Leden kunnen koffie of thee halen en koekjes. Na een feestje kan je hier ook een halfcreperend bestuurslid vinden op de bank.’

‘Mijn doel is om dit jaar minstens 101 frikandellen te eten’

‘Iedereen heeft zijn eigen spullen. Ik heb de frikandellencounter. Ik at altijd veel frikandellen en dat viel bij mensen op. Op een feestje werd het een keer bijgehouden en toen besloten we het maar bij te houden in mijn bestuursjaar. Mijn doel is om minstens 101 te halen, want wij zijn het 101e bestuur. Ik zit nu op 59.’

Wat is een ‘cobo’?
‘Op een constitutieborrel (afgekort cobo) feliciteren mensen het bestuur en de vereniging met hun constitutie. Dan komen er oud-besturen, leden en besturen van andere verenigingen langs. Zij feliciteren ons en geven een cadeautje en daarna nemen we een shotje. Dat noem je recipiëren. Wij hebben dan altijd een lekker shotje citroenbrandewijn.

‘We nemen dan natuurlijk niet elke keer een shotje. Je doet het op een soort ratio, een shotje op vijf water. Anders ga je echt kotsen, want je doet iets van zestig shotjes. Nu ben je alleen goed dronken.’

Wat doe je meestal bij het recipiëren?
‘Normaal vertellen de voorzitters een leuk verhaal, maar met onze zustervereniging Aesculapius hebben wij een traditie. We hebben een bakje met mos en schimmel en dat geven we telkens over en weer, zeker al langer dan zes jaar. We weten alleen niet de oorsprong van deze traditie. Maar dat hebben we wel bij meer tradities, zoals het boomknuffelen.’

Pardon?
‘Als je een eerstejaarslid bent, leg je een eed af op het boek van Darwin. Daarna word je aangetikt door onze pedelstaf, knuffel je een boom en neem je een shotje citroenbrandewijn. Dat is de traditie om officieel lid te worden.

‘Het is niet zomaar een boom. Het is onze eigen LBC-boom in de hortus. De boom is even oud als de vereniging. Op onze pedelstaf zit ook een tak van de boom en we hebben ingelijste blaadjes hangen in ons hok. Andere verenigingen noemen ons daarom ook de boomknuffelaars.’