Huis: Breestraat
Grootte: 20 m²
Huur: € 1075 incl.
Aantal bewoners: 1
Hoe is het om boven een restaurant te wonen?
‘Als ik thuiskom, is er altijd iemand om gedag te zeggen. Om in mijn woning te komen moet je ook door de aankomsthal van restaurant Just Meet. Daar ontvangen ze gasten en dan moet ik daarlangs sneaken. Het is altijd gezellig. Ik ken al het personeel.
‘Helaas krijg ik nooit een gratis drankje. De wijn ziet er namelijk best nice uit. Ik moet er eigenlijk een keer eten, maar het is best duur.
‘Mijn studio heeft wel een pittige huur, want ik krijg geen huurtoeslag. Gelukkig lukt het mij financieel op de een of andere manier. De basisbeurs is weer terug en ik werk veel. Ik ben ook extra gaan bijlenen. Dat de rente omhoog is gegaan is kut, maar dat is een probleem voor later. Zolang ik het kan betalen, blijf ik hier wonen.’
Waar werk je dan?
‘Ik werk als kassamedewerker bij de Albert Heijn en bij de Indische boekwinkel Moesson in Den Haag. De winkel is voortgekomen uit een Indisch maandblad voor iedereen die wat te maken heeft met de Indische cultuur. Ik beheer de webshop en organiseer evenementen in de winkel.
‘Ik heb een grote connectie met Indonesië. Beide ouders van mijn moeder zijn op Java geboren. Zij zijn na de oorlog naar Nederland verhuisd. Mijn oma heeft een typisch Indische mentaliteit. Ze heeft zich gelijk aangepast aan de Nederlandse cultuur.’
Wat bedoel je met een typisch Indische mentaliteit?
‘Het is heel wisselend. Je hebt een groep Indo’s die niets liever willen dan teruggaan, maar ook mensen die alles hebben achtergelaten. Zij doen alsof er niks is gebeurd. Je hebt de slogan “Ik ben en blijf Indo”. Voor sommigen is dat echt een mantra, maar mijn oma wil er niks van weten.
‘Zelf zou ik graag ooit naar Indonesië gaan. Maar ik heb niet het gevoel dat ik dan “mezelf ga vinden”. Ik hoor soms van mensen dat ze zich meteen thuisvoelden toen ze uit het vliegtuig stapten. Ik ben daar te nuchter voor. Het lijkt me gaaf om het geboortedorp van mijn oma en opa te zien, maar tegelijkertijd heb ik dat van mijn Nederlandse grootouders ook nooit gezien.’
Je noemt je studio liever je ‘huisje’. Waarom?
‘Het voelt heel huiselijk voor mij. Ik vind het leuker dan de vierkante dozen bij het Omegaplantsoen. Zo authentiek en gezellig ga je het daar niet krijgen. Eigenlijk ben ik heel claustrofobisch en dit huis heeft alleen twee bovenramen. Gelukkig viel het heel erg mee, omdat het zoveel leuke hoekjes heeft.
‘Er staan allemaal dingen die met mij te maken hebben. Dat bruine ding op mijn kast is een letterkast, een originele uit Engeland. Ik heb het gevonden in een kringloop. Daar lagen zetletters in voor de drukpers. Ik leer daar veel over bij mijn studie, dus ik moest deze hebben. Sommigen stoppen kleine dingen in de vakjes, maar leeg vind ik hem ook erg mooi.
‘Dat schilderij met de post-it heb ik gevonden in New York. Op de grond. Een Italiaanse kunstenaar had drieëndertig kopieën verspreid door heel New York. Op de post-it stond: “Take me!” Ik vond het zo schattig dat ik het tijdens het inlijsten erin heb laten zitten. Als je goed kijkt, zie je nog een voetafdruk.’