Het is geen geheim dat dit roerige tijden zijn voor de universiteit. Nu de wereld met toenemende mate wordt geconfronteerd met een klimaatcrisis, oorlogen in Oekraïne en Gaza, gelegaliseerde discriminatie, toenemend populisme en de druk op academische vrijheid, wordt de universiteit ook geconfronteerd met die eeuwenoude vraag: welke rol speelt de universiteit in de maatschappij?
Het is een debat dat veel medewerkers en studenten van de instelling al geruime tijd aanmoedigen. Ze worden echter constant teleurgesteld door apolitieke standpunten, terwijl de ‘neutrale’ stem voorrang krijgt in de gesprekken over behoud, ontwikkeling en vooruitgang.
Wat de universiteit niet inziet, is dat we nooit de luxe hebben gehad om te pretenderen dat de universiteit vrij is van politiekmaatschappelijke betrokkenheid. Simpelweg ervoor kiezen om niet betrokken te raken is nooit de ‘neutrale positie’ geweest. In deze tijden kunnen universiteiten zich niet langer buiten de maatschappij of diens problemen stellen. Stilte is acceptatie.
Menselijkheid en medeleven zouden niet te hoeven worden opgeëist. Vooral niet van een eeuwenoude organisatie die er prat op gaat een baken van kennis en vrijheid te zijn en die studenten wil aanleren om kritisch te denken, hun bronnen te evalueren, empirisch onderzoek op basis van bewijs te doen en voortdurend hun eigen vooroordelen en waarden onder ogen te zien.
Elke student aan onze universiteit wordt verteld: ‘Jullie generatie is de toekomst.’ We worden klaargestoomd om de kritische en uitgesproken leiders van morgen te worden. Aankomende studenten wordt verteld dat ze naar onze universiteit moeten komen om de wereld te leren kennen en begrijpen, om gebrekkige argumenten te herkennen, deze te debatteren en het vervolgens beter te doen. Aan de universiteit leer je kritisch te zijn over bestaande kennis en naar de geschiedenisboeken te kijken, want ‘wie diens geschiedenis niet kent is gedoemd deze te herhalen’.
Maar eenmaal aangekomen bevinden studenten zich in een instelling waar de status quo wordt vastgehouden en kritische stemmen buitenspel worden gezet (of zelfs worden uitgezet). We vergeten de lessen van onze voorgangers en duimen dat wat we nu meemaken niet de verplichte lesstof wordt over 10 jaar. Tweeduizend woorden met bronvermelding: waar zijn we in 2024 de fout ingegaan? Waarom hebben we de waarschuwingen die ons vertelden dat we de verkeerde kant opgingen genegeerd? Waarom hebben we ons vastgehouden aan het idee dat we onze academische gemeenschap kunnen scheiden van de maatschappij?
Als we de balans opmaken van de proteststemmen op de campussen in Den Haag en Leiden die ondanks deze cultuur van stilte blijven groeien, worden we geconfronteerd met moeilijke vragen. Is dit ons bolwerk van vrijheid? Wat is er gebeurd met het innemen van een standpunt ondanks weerstand en tegenspoed? Waarom moet het gesprek worden geregeerd door angst en terughoudendheid? Hoewel we de indrukwekkende veerkracht van sommige groepen om hun stem te laten horen toejuichen, zouden deze niet zo veerkrachtig hoeven te zijn.
De verdeeldheid in onze gemeenschap is groot, terwijl we het diep van binnen met elkaar eens zijn: de staat van de universiteit zoals deze nu is, is onhoudbaar. Samen kunnen we pleiten voor een universiteit als essentieel onderdeel van de samenleving. Een universiteit waar onderwijs en onderzoek hand in hand gaan in de strijd tegen structurele ongelijkheden. Samen kunnen we een universiteit creëren waar elk lid van onze gemeenschap gelijke kansen heeft en waar we vechten voor klimaatrechtvaardigheid en tegen racisme, xenofobie en validisme.
Het is een druppel op de gloeiende plaat, maar we kunnen beginnen in de verschillende democratisch verkozen raden die studenten en medewerkers van onze universiteit vertegenwoordigen. Daarom hebben de studentenpartijen DSP-The Hague (DSP) en de nieuwe partij Students’ Collective (SC) besloten hun krachten te bundelen om hier samen aan te werken en de aankomende universitaire verkiezingen met gezamenlijke lijsten in te gaan.
Waarom nu? Omdat het pad dat we nu bewandelen onhoudbaar is. Wanneer een regering of maatschappij het nastreven van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek bedreigt, moeten we stelling nemen. Wanneer de kennis van onze gemeenschappen en wetenschappelijke onderzoekers wordt onderdrukt omdat deze niet past in de politieke voorkeuren van regeringen, moeten we actie ondernemen. Door onszelf als universiteit buiten deze gesprekken te sluiten vanwege een illusie van neutraliteit, ontnemen we onszelf elke mogelijkheid tot maatschappelijke impact.
Practice what you teach
Angst voor politieke onvrede, media-aandacht en moeilijke gesprekken hebben onze universiteit te lang geregeerd. Ondertussen wordt tegen studenten gezegd: wees nieuwsgierig, moedig en vooruitdenkend, maar ook: trek de gevestigde orde niet in twijfel. Het is onze plaats om de tuin te zijn, niet de tuinier zeg je, maar het is onze tuin die de maatschappij voedt. Het is niet een privilege, maar onze plicht om op verantwoorde wijze de kennis te cultiveren die we delen met de wereld.
En net zoals deze gedeelde kennis invloed heeft, spreekt ons zwijgen boekdelen. Verantwoord onderwijs en onderzoek betekent het erkennen dat het onmogelijk is om neutraal of objectief te zijn. Het betekent het erkennen dat we opereren in een omgeving die inherent politiek is en dat we ons bewust moeten zijn van de invloed die onze keuzes hebben. Doen alsof dat niet zo is, dient wetenschap noch maatschappij. We leren over de geschiedenis in onze colleges: wacht niet met handelen totdat we die geschiedenis zelf worden. Dus wij zeggen: ‘Practice what you teach.’
We kunnen de tijd niet vooruit zijn als we altijd een achterstand aan het wegwerken zijn. Het is nu tijd voor actie. Daarom roepen we alle studenten en medewerkers op om samen met ons onze stem, onze universiteit en onze plaats in de samenleving terug te nemen.
Max Adams (voorzitter van DSP-The Hague) en Ebrar Kaya (universiteitsraadslid namens Students’ Collective)