De laatste rapporten van het IPCC laten er geen twijfel over bestaan: we bevinden ons in een ongekende klimaatcrisis. ‘The cumulative scientific evidence is unequivocal: climate change is a threat to human well-being and planetary health. Any further delay […] will miss a brief and rapidly closing window of opportunity to secure a livable and sustainable future for all.’
Welke rol kan de universiteit nemen in het aanpakken van deze crisis? En hoe staat het met onze Leidse ambities?
Vooropgesteld: er gebeurt van alles aan onze universiteit op het gebied van duurzaamheid. Vastgoed streeft naar een forse reductie van het energieverbruik, en heeft onlangs besloten het gasverbruik versneld terug te dringen (naar 80 procent minder aardgas in 2030 t.o.v. 1990). De duurzaamheidscommissie van de Sterrewacht heeft de CO₂-voetafdruk van sterrenkundig onderzoek in Nederland in kaart gebracht. Studenten en medewerkers zijn actief in het Green Office en het duurzaamheidsnetwerk, en sinds maart zetten drie medewerkers zich voltijds in voor duurzaamheid. Op ranglijsten zoals Sustainabul en Green Metric doen we het, vergeleken met andere universiteiten, niet slecht.
Helaas is dit niet genoeg.
2,7 ºC opwarming
De bestaande inspanningen, hoe lovenswaardig ook, staan niet in verhouding tot de aard en ernst van de klimaatcrisis. Het bestuur streeft ernaar om samen met de overige Nederlandse universiteiten ‘aan te sluiten bij de doelstellingen uit het Klimaatakkoord’, staat in de Duurzaamheidsvisie 2030. Maar de huidige doelstellingen van overheden, waarvan maar de vraag is of ze gehaald worden, zouden ons waarschijnlijk leiden naar een opwarming van 2,7 ºC in 2100 – ver boven het 1.5 ºC -doel van Parijs (Climate Action Tracker).
Ook in Nederland zien we nu al toegenomen droogte, overstromingen en hittegolven bij een opwarming van iets meer dan één graad. De consequenties van verdere opwarming zullen onze wereld catastrofaal ontwrichten: zeespiegelstijging, massale sterfte van soorten en wereldwijde problemen in landbouw die leiden tot grootschalige hongersnood en klimaatmigratie.
De politieke wil om het tij nu écht te keren ontbreekt nog steeds. De universiteit heeft hierin een belangrijke maatschappelijke voorbeeldfunctie. Als academici zélf niet handelen naar de inzichten van onze collega’s in de klimaatwetenschap, hoe kunnen we dat dan verwachten van anderen?
De vrijheid van wetenschap betekent dat een universiteit niet slechts moet aansluiten bij bestaand, falend beleid, maar voorop moet gaan in een radicale omslag. We hebben unieke kennis in huis (op ecologisch, sociaal, technologisch, cultureel en economisch vlak) om bij te dragen aan concrete oplossingen voor een snelle klimaattransitie. Hierbij zijn de komende jaren allesbepalend voor de toekomst van ecosystemen en samenlevingen: slagen we erin emissies drastisch terug te brengen en climate breakdown te voorkomen?
Om te beginnen: onderken publiekelijk dat we in een noodsituatie zitten, en streef zo snel mogelijk naar nul emissies. Hierbij gaat het niet alleen om de ecologische voetafdruk van onze eigen universiteit, maar ook om de cruciale symboolfunctie van zo’n verklaring naar onze studenten, medewerkers, de politiek en samenleving. De Duurzaamheidsvisie 2030 rept nog met geen woord over de klimaatcrisis en haar gevolgen. Doe mee met de Race to Zero-campagne om onze uitstoot zo snel mogelijk naar nul te brengen – voorbij de doelen die de overheid heeft gesteld. De universiteiten van Nijmegen en Twente hebben zich hier al bij aangesloten. Erken en waardeer zowel duurzaamheidsonderzoek als -onderwijs. Investeer in sustainability managers, kies voor groen bankieren, en neem publiekelijk afstand van financiering vanuit de fossiele industrie.
Fictieve reductie
Ten tweede: wees niet afhankelijk van compensaties, maar verminder de werkelijke uitstoot. In het duurzaamheidsverslag 2020 lezen we dat de CO₂-voetafdruk van onze universiteit sinds 2016 met 96 procent (!) is gereduceerd. Het gaat echter voor een groot deel om een fictieve reductie: het merendeel van deze vergroening is te danken aan CO₂-compensatie (via zogeheten carbon offsets). Het idee is simpel: betaal iemand om diezelfde hoeveelheid CO₂ niet uit te stoten, of uit de lucht te halen. Helaas is compensatie problematisch: op z’n best is het als dweilen met de kraan open. Zo functioneren compensaties als het afkopen van onze zonden: een excuus om onze daadwerkelijke uitstoot niet te hoeven verminderen. Om een verhitte aarde te voorkomen moeten we niet zwichten voor de illusie van offsets, maar moeten we fossiele brandstoffen in de grond laten.
Ten derde: wees eerlijk over vliegreizen. Vliegreizen veroorzaakten zo’n 16 procent van de uitstoot van de universiteit (in pre-corona 2019), en die kunnen helaas in de nabije toekomst niet CO₂-vrij. Vooral langeafstandsvluchten, die het leeuwendeel van emissies uitmaken, moeten veel minder. Breng in kaart hoeveel er wordt gevlogen, door wie, en waarheen. Het motto: ‘reduce’ (minder vliegen, virtuele en hybride meetings in samenwerking met het Lorentz Center en andere universiteiten), ‘replace’ (binnen Europa met de trein) en ‘refine’ (haal meer uit je trip). Welke reizen zijn echt “noodzakelijk”, en wie is erbij gebaat? Uniek veldwerk of een langer verblijf in het buitenland is waardevoller dan het zoveelste conferentiepraatje.
Als universiteit kunnen en moeten we een leidende rol nemen in de klimaatcrisis. Als bezorgde wetenschappers zijn we een petitie gestart en kijken we uit naar een universitaire duurzaamheidsvisie die ons écht naar nul uitstoot leidt. Er is geen tijd te verliezen.
Anne Urai, universitair docent cognitieve psychologie
Thomas Fossen, universitair docent politieke filosofie
Leonard Burtscher, senior onderzoeker astronomie, vanaf 15 sep werkzaam bij het Umweltinstitut München, een NGO die zich richt op klimaat en milieucampagnes
Lees het Engelse opiniestuk hier