Op 27 september vindt er aan de Universiteit Leiden een debat plaats over de relatie tussen de universiteit en de fossiele brandstofindustrie. Het bestuur verdient lof voor het organiseren van een bijeenkomst waar wij als academische gemeenschap kunnen discussiëren over onze rol in de verergerende klimaatcrisis.
Zo’n debat is hoog nodig.
We moeten een gezamenlijke, bewuste keuze maken: of we blijven de fossiele brandstofindustrie steunen door met hen samen te werken, of we maken de moedige keuze om alle banden te beëindigen en onze inspanningen te richten op de radicale transformatie die nodig is om te reageren op de klimaatcrisis.
De universitaire gemeenschap heeft een morele verplichting om niet samen te werken met een industrie die haaks staat op een belangrijk onderdeel van de missie van de universiteit, namelijk om op te treden als een ‘betrouwbare baken in het maatschappelijke en politieke debat’. Blijven samenwerken ondermijnt het gezag van de universiteit in kwesties die verband houden met de klimaatcrisis. Het laatste IPCC-rapport maakt duidelijk dat ‘de klimaatwetenschap aanzienlijk is ondermijnd door tegenbewegingen op het gebied van klimaatverandering, zowel in oude als nieuwe sociale media-omgevingen door middel van verkeerde informatie, onder andere over de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering’.
Oliegigant
Grote bedrijven zoals Shell en ExxonMobil geven al decennia miljarden euro’s uit aan desinformatiecampagnes om het bestaan van klimaatverandering te ontkennen of om maatregelen die de gevolgen ervan zouden verminderen te vertragen.
Sommige van deze campagnes lopen nog steeds, óók in Leiden. In antwoord op een informatieverzoek van het initiatief Mapping Fossil Ties is onthuld dat de oliegigant Saudi Aramco (die onlangs door VN-experts op de vingers is getikt vanwege de gevaren die zijn voortdurende activiteiten opleveren voor de mensenrechten) academische projecten heeft gesponsord aan de Universiteit Leiden. Hetzelfde geldt voor Shell en Total.
Door samen te werken met bedrijven die deelnemen aan deze campagnes, keuren we hun praktijken impliciet goed en ondermijnen we zo onze eigen reputatie.
Het zou onverantwoordelijk zijn van de Universiteit Leiden, die zich inzet voor de zoektocht naar de waarheid, om zich aan te sluiten bij een industrie die al tientallen jaren probeert de waarheid over de effecten van haar activiteiten te verbergen.
Vanuit wetenschappelijk oogpunt is er geen reden om te blijven samenwerken met een industrie die winst wil maken door de olie- en gasproductie uit te breiden.
Een rapport uit 2021 van het Internationaal Energieagentschap maakt duidelijk dat er geen nieuwe projecten voor fossiele brandstoffen kunnen worden gestart als we de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden Celsius willen houden. Volgens onderzoek van het IPCC zullen we, als we in het huidige tempo doorgaan met het verbranden van fossiele brandstoffen, het resterende koolstofbudget om onder de 1,5 graden te blijven in minder dan tien jaar opmaken.
Toch hebben bedrijven als Shell, ExxonMobil en Total plannen om hun productie enorm te verhogen. Recent hebben ze zelfs eerdere toezeggingen om hun uitstoot te verminderen teruggeschroefd. Geen van hen heeft geloofwaardige plannen om netto nul te bereiken. Door met hen te blijven samenwerken, legitimeren we hun plannen om de ambities van het klimaatakkoord van Parijs te schenden.
Greenwashing
Sommigen menen dat samenwerking een belangrijke rol kan spelen bij het faciliteren van de noodzakelijke energietransitie. In feite is het tegenovergestelde waar: samenwerken zal die overgang juist vertragen. We weten dat de fossiele brandstofindustrie zich al tientallen jaren verzet tegen pogingen om over te stappen op duurzamere energie. Nu met hen samenwerken, zelfs aan projecten die een rol kunnen spelen in de transitie, zou hun greenwashing-inspanningen alleen maar vergemakkelijken. De weinige ‘groene’ projecten zijn een camouflage voor hun hoofdactiviteit: het winnen van en profiteren van fossiele brandstoffen. Voor elke euro die de industrie uitgeeft aan olie- en gasboringen en exploratie, wordt slechts 4 cent besteed aan schone energie of koolstofverwijdering.
‘Duurzame’ projecten (bijv. groene waterstof) zijn een poging om de publieke perceptie te veranderen, maar maken geen deel uit van een alomvattende inspanning om van fossiel af te stappen. Hier is voldoende bewijs voor: Shell heeft zijn klimaatambities omgekeerd en is van plan om vier keer meer te investeren in de uitbreiding van de productie van fossiele brandstoffen dan in ‘koolstofarme’ producten zoals waterstof en koolstofafvang. Door de banden te verbreken, geeft de universiteit een signaal af aan beleidsmakers en publiek dat fossiele bedrijven geen betrouwbare partners zijn om de klimaatcrisis aan te pakken.
Het is ook aangetoond dat wanneer deze bedrijven academische initiatieven sponsoren, de bevindingen van academici meestal in hun voordeel zijn; wanneer er geen financiering is door de fossiele brandstoffenindustrie zijn de bevindingen meestal gunstiger voor hernieuwbare vormen van energie. De enige manier waarop de Universiteit Leiden een betrouwbare partner kan blijven in maatschappelijke, politieke en wetenschappelijke debatten is door niet langer samen te werken aan onderzoek met de fossiele brandstofindustrie.
Een van de grootste misvattingen is dat we moeten blijven samenwerken om de koolstofuitstoot te verminderen. Sommigen hebben beweerd dat we geen moderne geïndustrialiseerde economie kunnen hebben zonder een aanzienlijke fossiele-brandstofsector. Dit is in tegenspraak met recent wetenschappelijk en economisch onderzoek, dat laat zien dat de overgang naar wind-, water-, zonne- en batterijopslagtechnologieën betrouwbare en goedkope energie kan opleveren die in staat is om vrijwel alle energie te vervangen die we momenteel uit fossiele brandstoffen halen. We kunnen niet van de ene op de andere dag een einde maken aan onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, maar we moeten er wel voor zorgen dat we samenwerken met partners die zich inzetten voor een geleidelijke maar zo snel mogelijke afschaffing ervan.
Toonaangevende wereldleiders op het gebied van milieu, zoals Al Gore en voormalig onderhandelaar voor het klimaat Christiana Figueres, hebben de fossiele industrie bekritiseerd voor het tegenwerken van de ontwikkeling van hernieuwbare energie en voor ‘antiklimaatcomplotten’. De secretaris-generaal van de VN, António Guterres, zei onlangs dat we ‘het kooktijdperk’ zijn binnengetreden en riep op tot onmiddellijke, snelle actie om de fossiele uitstoot drastisch te verminderen. Het bewijs voor klimaatverandering is overal om ons heen, van bosbranden in Canada en het Middellandse Zeegebied tot overstromingen in Spanje en China.
Welke rol kan een universiteit spelen in het aanpakken van de klimaatcrisis? Door haar bevoorrechte economische en sociale positie te gebruiken om oplossingen te vinden.
Het is bemoedigend dat de Universiteit Leiden ‘duurzaamheid’ heeft gekozen als thema voor het nieuwe academische jaar.
De beste manier om haar betrokkenheid bij duurzaamheid te tonen, zou echter zijn om de banden met groepen die zich actief inzetten tegen de aanpak van de klimaatcrisis, volledig te verbreken. Dit betekent dat alle banden met de fossiele brandstofindustrie moeten worden verbroken.
Gerrit Schaafsma werkt aan het Leiden University College, waar hij doceert over klimaatethiek en politiek