Ik heb de afgelopen week veel wakker gelegen en nagedacht over seks. Niet op een opwindende manier, maar seks in de brede zin van het woord - in de zin van sekse, seksisme en seksualisering.
Zo ben ik eigenlijk elke dag steeds dieper in een gat gevallen en heb uiteindelijk een put opengetrokken die me heeft geleid naar een van de meest ongezellige plekken in mijn hoofd.
Wat ik de afgelopen week heb gezien, gehoord en gelezen zijn galmen van mijn eigen belevingen. Echo’s van alle opmerkingen, grapjes, aanrakingen en complimenten die zich keer op keer hebben afgespeeld in mijn hoofd en waarvan ik me nu opnieuw afvraag wat ze betekenden en wat ik als gevolg daarvan beteken.
Momenten uit mijn studententijd vlogen voorbij waarvan ik ook nu nog niet kan bepalen wat ik ervan vond, of vind. Ik weet niet of ik me anders had moeten gedragen, of ik erom vroeg, of ik naïef was, of ik eigenlijk wel wist wat ik deed, wat te kwalificeren valt als wat en of die laatste vraag er überhaupt wel toe doet.
Zo weet ik nog steeds niet of het een compliment is dat mannen me meermaals ‘slim, voor een meisje’ hebben genoemd, of dat ik het normaal moet vinden dat ze altijd een hand op mijn heup of onderrug leggen als ze willen passeren.
Maar een gevoel dat me pas kort geleden heeft bereikt, is dat antwoorden op deze vragen me helemaal niet gaan helpen - het is mijn schuld namelijk niet.
Terwijl ik dacht over mijn aandeel in bepaalde gebeurtenissen, is alles wat daaraan ten grondslag ligt de oorzaak van het gevoel van onbehagen dat me bekroop terwijl ik mijn hoofd liet razen.
En die zogenaamde grondslag is een cultuur, een status quo en een compleet giftige instelling die velen - inclusief ikzelf - geïnternaliseerd en genormaliseerd hebben. Een cultuur waarin het eigenlijk nooit gaat over willen, maar over kunnen, en niet over begeren, maar accepteren.
Als gevolg hiervan, denk ik dat het tijd is om te erkennen dat studenten evengoed reactionair, stereotyperend en bevooroordeeld als jong, kritisch en onbevangen zijn. De verdeling tussen man en vrouw is nergens zo duidelijk voelbaar als op een studentenfeestje, en gevoelens van verdeeldheid en onbegrip worden alleen maar versterkt en vergroot in de klankkasten die we jaarclubs en studentenhuizen noemen. Het resultaat is een cultuur die (al dan niet onbedoeld) seksisme, polarisatie en miscommunicatie in de hand speelt.
We moeten ons uitspreken over en tegen deze cultuur waar we aan deelnemen om ervoor te zorgen dat beerputten aan nare herinneringen niet alleen gedempt, maar voorkomen kunnen worden. Als je dingen ziet, hoort of ervaart die een grens overgaan, moet je ingrijpen. Madeleijn van den Nieuwenhuizen (van het mediakritisch platform @zeikschrift op Instagram) zei heel treffend: ‘de cultuur van grensoverschrijding is niet van anderen, hij is van ons’.
Studenten zijn daar geen uitzondering op. Sterker nog, misschien geldt het voor ons wel des te meer.
Maia de Quay is student rechten