Columns & opinie
Moet de universiteit wel zaken doen met twijfelzaaiers over het klimaat?
Tijd om te wachten tot de politiek ons bevrijdt uit de ‘climate hell’ is er niet. Daarom hebben wetenschappers de academische plicht om bedrijven die het bestaan bedreigen af te zweren, betogen Roos van Oosten, Frans Willem Korsten en Sander Otte.
Gastschrijver
donderdag 30 november 2023
De bezetting van het Lipsius door End Fossil, vorige week donderdag. Foto Taco van der Eb

In de film Climate of Concern wordt uitgelegd dat de wetenschap laat zien dat door broeikasgassen het klimaat verandert, met als gevolg: gebieden die onbewoonbaar worden, honger en klimaatvluchtelingen. De boosdoener: fossiele brandstoffen. Dan volgt de vaststelling dat business as usual onverantwoord is en een aansporing: ‘Action now!’

Het had de tekst van Scientist Rebellion anno 2023 kunnen zijn.

Maar de film dateert uit 1991 en de producent is Shell.

We zijn drie decennia verder en, zoals secretaris-generaal António Guterres het kernachtig uitdrukt, inmiddels op hoge snelheid on the highway to climate hell’ met als additionele gevolgen het instorten van ecologische systemen en het uitsterven van grote hoeveelheden soorten. In de page-turner Merchants of doubt (2010) leggen historici Erik M. Conway en Naomi Oreskes uit hoe het komt dat overheidsbeleid jarenlang niet van de grond kwam. Werden eerst wetenschappers gefinancierd die bij hoog en laag beweerden dat roken gezond was, zo zaaiden soortgelijke wetenschappers, met steun van de fossiele industrie, jarenlang twijfel over klimaatverandering. In Nederland financierde Shell jarenlang Frits Böttcher, de Leidse hoogleraar fysische scheikunde die zich na zijn emeritaat ontpopte tot een prominent klimaatscepticus.

De geschiedenis leert dat Shell zich uitsluitend om de aandeelhouder bekommert. Was onder oud Shell-topman Ben van Beurden (2014-2022) nog een sprankje hoop op een beetje groene koers, Shell-topman Wael Sawan windt er geen doekjes om. De aandeelhouders vragen rendement en Shell draait. En Shell draait heel goed: in 2022 een recordwinst van bijna 40 miljard.

Gaat het om duurzaam – of fundamenteel onderzoek? 
Sinds de publicatie van de lijst met samenwerkingen met de fossiele industrie weten we dat Universiteit Leiden in vijf projecten met Shell samenwerkt. Shell is één van de zeven grootste olieconcerns ter wereld en één waarover in Nederland dankzij onder meer een Shell-dossier van Follow the Money en de biografie Hoog Spel (2023) bij een groot publiek veel bekend is. Het droeg er zeker aan bij dat de verontwaardiging over de samenwerking groot was bij het goedbezochte Leidse debat over de fossiele industrie op 27 september jongstleden. In samenhang met het debat woedt er nu in de Mare een polemiek.

De voorstanders van fossiele samenwerking hanteren het argument dat bekend staat in ‘discourses on climate delay’ als 'appeal to well-being'. Bij te snelle afbouw van de samenwerking wordt niet zozeer de welvaart van aandeelhouder of bedrijfstop bedreigd, is dan het argument, maar dat van de gehele maatschappij. De suggestie die vervolgens gewekt wordt, is dat de Leidse ‘duurzame’ samenwerkingsprojecten direct de energietransitie versnellen. Maar een kritische blik roept de vraag op of het Leidse onderzoek niet gewoon fundamenteel van aard is; onderzoek waaruit als het meezit over tientallen jaren misschien iets bruikbaars komt. Fantastisch, maar voor wie kijkt naar de klimaatklok hoeft het tegen die tijd niet meer.

Niet naïef afschuiven
De voorstanders suggereren verder dat niet wij, maar de internationale politiek het probleem rationeel moet oplossen. Naast dat daarmee de eigen verantwoordelijkheid afgeschoven wordt, is de suggestie naïef. Ter herinnering: in 2009 had de politiek bij de G20-top al vastgesteld dat fossiele subsidies uitgefaseerd moesten worden, maar pas veertien jaar later, op 10 oktober 2023 stemde een Kamermeerderheid uiteindelijk in om scenario’s op te stellen om fossiele subsidies af te bouwen. Vele rapporten gingen daaraan vooraf en 21 vooraanstaande economen zijn meerdere malen (2022, 2023) in de pen geklommen om uit te leggen dat fossiele subsidies het klimaatbeleid ondermijnen omdat dergelijke subsidiëring ‘de airco is die tegen de verwarming inwerkt’.

Goede wetenschappelijke argumentatie ten spijt, pakte de politiek dit pas op nadat de A12 acht keer geblokkeerd was, gevolgd door een marathonblokkade van een maand. Wie wil dat er internationaal, dus in Brussel, iets gebeurt, redt het niet met een goed onderzoeksrapport, een petitie of een handjevol demonstranten. Met een slordige dertigduizend lobbyisten is Brussel een lobbycratie. NGO’s die de publieke zaak bepleiten, vallen in het niet bij het leger aan Big Oil-lobbyisten dat daar permanent rondloopt om klimaatondermijnende maatregelen te bepleiten.

‘Grote bedrijven als Shell zijn een sta-in-de-weg als het gaat om vooruitgang’

Politiek? Die tijd is er niet
Veertien jaar wachten totdat de politiek in actie komt, duurt te lang. Bovendien: voordat de politiek ontwaakt, is een cultuuromslag nodig en die begint bij ons. De vragen die wij onszelf moeten stellen zijn de volgende:

Brengt onze wetenschappelijke vrijheid wel of niet de verantwoordelijkheid met zich mee om partijen af te zweren die het menselijk bestaan bedreigen?

Willen wij zaken doen met bedrijven die, uit economisch eigenbelang, decennia lang twijfels hebben gezaaid over op feiten gebaseerde klimaatwetenschap?

Willen we samenwerken met een partij die wetenschappelijke desinformatie financierde en die zichzelf nu opnieuw greenwasht met een reclamecampagne (onder het kopje ‘Het begint met…’) die vooral suggestief is, maar niet feitelijk. Die reclame werd overigens door burgerbeweging Fossielvrij beantwoord met een krachtig tegengeluid in relatie tot de gedocumenteerde duistere praktijken van Shell in Nigeria.

Shell heeft recentelijk goedkeuring gekregen voor de bouw van zowel een waterstoffabriek als een installatie voor ‘carbon capture and storage’ (CCS): het afvangen en ondergronds opslaan van CO₂. Beide zijn relatief goedkope projecten met een beperkt duurzaam karakter waarvoor niettemin overheidssteun wordt verleend. Tegelijkertijd maakte Shell een maand geleden bekend tweehonderd banen te schrappen bij de divisie duurzame energie en zet ze vol in op het zoeken naar, en slaan van, nieuwe olie- en gasbronnen.

Deze voorbeelden die recentelijk de Nederlandse media hebben gehaald, sluiten aan op recente bevindingen in de internationale vakliteratuur. Shell, en haar zusterbedrijven, zijn de laatste jaren, weliswaar meer over klimaat gaan praten (wat te boek staat als een ‘subtle form of climate change denialism’), maar ondertussen continueren ze een business-model: ‘dependence on fossil fuels along with insignificant and opaque spending on clean energy’. Ze zijn niet on track met de klimaatdoelen en ze beloven veel maar hebben nauwelijks concrete, toetsbare plannen.

Duurzaam kapitalisme
Het was in 1991 al tijd voor ‘action now’. Als Shell dat toen al kon uitspreken, nota bene vier jaar voordat het tweede IPCC-rapport verscheen, en toen vaststelde dat de oorzaak van de temperatuurstijging een menselijk en geen natuurlijke oorzaak heeft, dan zou het hopeloos 20ste-eeuws zijn indien we als wetenschappers anno 2023 blijven doorgaan met business as usual.

Samenwerken met de industrie, ja natuurlijk, maar niet met partijen die anno 2023 nog steeds niet naar vol vermogen op hernieuwbare industrie inzetten en in hoge mate verantwoordelijk zijn voor de ‘climate hell’ waar wetenschappers onder de vlag Scientists’ Warnings voor waarschuwen.

Onderzoek heeft laten zien dat grote bedrijven als Shell ook een ‘sta-in-de-weg zijn als het gaat om vooruitgang’, aldus Willem Schramade, auteur van Duurzaam kapitalisme en hoogleraar Finance aan Nyenrode Business Universiteit. Hij bepleit juist meer concurrentie om verandering op het vlak van duurzaamheid te bewerkstelligen.

De kwestie is niet zozeer of de Universiteit Leiden de banden met Shell per direct moet verbreken. Dat is een formele vraag. De vraag is of de universiteit haar partner Shell kan en wil houden aan fatsoenlijk gedrag en de vervolgvraag is wat de academie doet als die partner zich daar (al jaren) niet aan houdt.

Wij zijn niet de wortel, maar de stok
De komende weken worden cruciale stappen gezet in het vraagstuk of, en onder welke voorwaarden, de Universiteit Leiden samenwerking met de fossiele industrie continueert. Eerder tekenden meer dan 1200 medewerkers en studenten de klimaatbrief, waarvan één van de punten is om de banden met de fossiele industrie te verbreken.

De voorstanders van samenwerking met de fossiele industrie hebben het steeds over een ‘wortel-en-stok-aanpak’. Aan wortels voor de fossiele industrie is in dit land geen gebrek, maar wat hebben we op het gebied van stokken? Juist de universiteit heeft een corrigerende stok in handen door voorwaarden te stellen aan samenwerking. Immers, een goedkeuringsstempel van een universiteit is waardevol voor bedrijven. Daarmee wordt, in de ogen van het publiek, hun handelen gerechtvaardigd.

Geachte universitaire besturen, raden, en geachte medewerkers, de acties van End Fossil Occupy en later de klimaatbrief, hebben ervoor gezorgd dat samenwerking met Big Oil op de agenda is gekomen. Bij de opening van het academisch jaar deed de voorzitter van het college van bestuur de oproep dat wij als universiteit een ‘change agent’ moeten zijn in de klimaatcrisis.

Dat kan geen gratis oproep zijn. De bal ligt voor het doel, maar we kunnen hem alleen trefzeker inschieten als de verantwoordelijken zich inlezen en uitspreken. Kunnen we op uw steun rekenen?

Roos van Oosten is universitair docent historische archeologie
Frans Willem Korsten is hoogleraar Literatuur, Cultuur, en Recht
Sander Otte is hoogleraar technische natuurkunde aan de TU Delft en Leids alumnus