Columns & opinie
Het wangedrag bij archeologie is structureel en seksisme wijdverspreid
Haar schrikbewind is terecht veroordeeld, maar de op non-actief gestelde hoogleraar Corinne Hofman is zeker niet de enige die zich misdraagt, schrijft een Leidse archeoloog. Wangedrag heeft zich verankerd in het vakgebied en met name mannen profiteren van die straffeloosheid.
Gastschrijver
donderdag 6 juni 2024
Archeoloog James Henry Breasted met familie bij Aboe Simbel in 1906.

Het recente nieuws over het voorgenomen ontslag van Corinne Hofman heeft zowel de Leidse academische gemeenschap als de internationale archeologie opgeschud.

Desondanks is een deel van het verhaal aan de aandacht ontglipt: veel van de beschuldigingen aan het adres van professor Hofman zijn niet ongebruikelijk in de archeologie, bovendien is het gedrag waar haar mannelijke collega’s ongestraft mee zijn weggekomen (en nog steeds mee wegkomen). Dit gedrag heeft zich verankerd in het vakgebied: van twijfelachtig koloniale veldwerkmethodes tot continue problemen met gendergelijkheid.

Het is niet dat het rapport van de universiteit niet vernietigend is, maar het idee dat dit wordt behandeld als geïsoleerd incident (opmerkelijk genoeg bij een van de weinige vrouwelijke hoogleraren aan de faculteit) doet wenkbrauwen fronsen.

Veel archeologen kunnen je vertellen dat alcoholmisbruik en druk om mee te doen in het nachtleven, ongepaste sanitaire en slaapvoorzieningen, en gevaarlijk seksueel gedrag of gevaarlijk rijgedrag worden geaccepteerd als normale onderdelen van archeologisch veldwerk.

Kunnen bivakkeren onder primitieve omstandigheden wordt (vooral door mannen) gezien als een ereteken, in een vakgebied waar je al snel een paria bent als je niet in staat bent daarmee om te gaan. Welkom in de archeologie.

‘Het is een plek waar mannen kunnen zeggen dat “vrouwen niet thuishoren in het veld”’

Dan is er nog de straffeloosheid waarmee mannen zich kunnen gedragen binnen de archeologiefaculteit, waar seksuele intimidatie en genderdiscriminatie in het beste geval worden afgehandeld met een strenge preek, en in het slechtste geval met een schouderklopje.

Het is een plek waar mannen ter overstaan van vrouwelijke studenten kunnen zeggen dat ‘vrouwen niet thuishoren in het veld’ en ermee weg kunnen komen, en ondanks klachten een paar maanden later promotie krijgen.

Waar het publiek geheim is dat een hoogleraar zelf vrouwelijke bachelorstudenten uitkoos om tijdens veldwerk mee ‘in contact te komen’, en hij toch eervol met pensioen kon gaan.

Waar een bekende mannelijke collega rondloopt bij wie je niet te dicht in de buurt moet komen, omdat hij niet in staat is een gesprek te voeren met een vrouw zonder zijn hand op haar arm te leggen.

Waar seksisme zo wijdverspreid is dat vrouwen nog steeds moeite hebben om in een normaal gesprek erkend te worden en door mannen worden aangezien voor secretaresses in plaats van collega-docenten.

Waar mannen tijdens vergaderingen met regelmaat over vrouwen heen praten, ze onderbreken of basale concepten mansplainen.

De ironie is dat dit dezelfde old boys zijn die nu het hout verzamelen voor de brandstapel van professor Hofman, terwijl ze zich trots als klager profileren, claimend dat Hofman een onveilige werkomgeving creëerde. Jazeker, Hofmans gedrag dient te worden veroordeeld. Maar men moet leren tussen de regels door te lezen van het zelffeliciterende rapport dat de universiteit in mei publiceerde.

Want Corinne Hofman was niet de ziekte, ze is het symptoom van veel wijder verbreide problemen die de vrije loop hebben binnen de faculteit en het vakgebied in het algemeen. Dus waarom betaalt alleen zij hier de prijs voor?

De auteur is een archeoloog die uit angst voor represailles anoniem wil blijven maar van wie de identiteit bekend is bij de redactie