Door Bart Braun Wij zijn er niet voor de overheid, de overheid is er voor ons, en van ons. Je zou dus denken dat vrijwel alle overheidsinformatie vrijelijk toegankelijk is.
Mensen die bij die overheid werken, zijn echter ook maar gewoon mensen. Die willen gewoon hun werk doen, en soms – het zijn immers mensen – stinkt dat werk een beetje. Burgers, bedrijven en journalisten krijgen dus de informatie die ze van hun overheid willen hebben lang niet altijd zomaar mee.
Nederland kent daarom een Wet openbaarheid van bestuur (Wob), een juridisch breekijzer om de dichte schulpen van gemeentes, ministeries en overheidsinstellingen open te krijgen. De Wob helpt om boetes aan te vechten, en bij de controle op bestuurders.
Dankzij de wet weten we dat voormalig minister Van der Steur liep te liegen over het ontslag van de Leidse hoogleraar George Maat. Dat het ministerie van Defensie militairen jarenlang liet werken met kankerverwekkende wapenolie en daarover loog tegen de Tweede Kamer. Dat er aan de Universiteit Utrecht wel érg liberaal werd gedeclareerd – de collegevoorzitter stapte mede daardoor op – en nog veel meer.
Universiteiten vallen dus ook onder de Wob. Maar niet helemaal. Als iemand meer wil weten over het incident met de pizza in de magnetron waardoor blijkbaar de bètacampus ontruimd moest worden – de faculteit vindt het ‘niet nieuwswaardig’ en geeft geen verdere informatie – kan hij of zij Wobben. Hoeveel vliegkilometers maken hoogleraren eigenlijk? Wob.
Voor de ruwe data van het onderzoek van Leidse criminologen naar etnisch profileren door de Haagse politie heeft u echter niets aan de wet, blijkt nu. Onderzoeksbureau Jansen & Janssen zit al jaren achter die data aan, maar vorige week besloot de Raad van State, het hoogste rechtsorgaan van ons land, dat wetenschappelijk onderzoek geen bestuurswerk is en dus niet onder Wet openbaarheid van bestuur valt. ‘Een klinkende overwinning’, vond onze universiteit dat. We mogen lekker iets geheim houden!
Voor de redenering van de Raad valt natuurlijk wat te zeggen, al is het wel pijnlijk dat het hier juist gaat over iets dat wel degelijk onderwerp van bestuur is, en niet over bijvoorbeeld katten-DNA of pulsarwinden. Je kunt je prima voorstellen dat er een breed maatschappelijk belang gediend zou kunnen zijn bij de openbaarmaking van bepaalde onderzoeksdata. Dit even los van de vraag of dat hier ook het geval is, en of het inderdaad zo godsonmogelijk is om de Haagse gegevens te anonimiseren als de criminologen beweren.
In zo’n geval heeft de samenleving, die dat belang heeft én voor het onderzoek betaalde, juridisch geen poot om op te staan.
Het is, kortom, tijd dat er een nieuwe wet komt, die toegang tot zulke data regelt: een Wet openbaarheid wetenschap. Met duidelijke regels over de herleidbaarheid naar personen, met duidelijke definities over wat er nou wel en niet onder onderzoeksgegevens valt, en met als kern en uitgangspunt dat dit soort informatie gewoon beschikbaar zou moeten zijn.
Het is vast niet makkelijk om zo’n wet te bouwen. Misschien dat er een opzet en verkenning gemaakt kunnen worden, door een goede juridische faculteit. Maar misschien niet die van Leiden.