Columns & opinie
De moskee waar ik zo van hield, was ineens verminkt
Mijn vriend heet Abu Al-Abbas Al-Morsi. Ik kom er sinds ik jong ben en kan niet naar Egypte gaan zonder ook een bezoekje te brengen aan mijn favoriete moskee.
Omar Ghaly
donderdag 25 januari 2024

Graag wil ik het heugelijke nieuws mededelen dat ik mijzelf gepromoveerd heb van columnist tot buitenlandcorrespondent. De komende weken schrijf ik u niet vanuit Leiden maar vanuit Egypte, vanwege een buitenlandverblijf voor mijn master.

Ik volg een vak bij het Nederlands-Vlaams Instituut in Caïro dat voor het grootste deel bestaat uit bezoeken aan archeologische sites en wetenschappelijke instituten in Egypte. Dit om de volgende generatie Egyptologen voor te bereiden op het werken in Egypte.

Nu zullen mijn trouwe lezers ongetwijfeld weten dat dit zeker niet mijn eerste bezoek aan het land is. Ik kom er iedere zomer en spreek de landstaal vloeiend. Dat betekent dat ik mij soms eigenwijs kan opstellen en mijn eigen plan wil trekken.

Zo streek afgelopen weekend de Nederlands-Vlaamse karavaan neer in Alexandrië, de bruid van de zee. Op het programma stond een uitgebreide lunch in de Greek Club, met uitzicht op de baai en vis zo vers als vis maar zijn kan. Omdat ik van tevoren de prijzen zag, een schijntje voor Nederlandse begrippen maar stevig voor de gemiddelde Egyptenaar, besloot ik er tussenuit te knijpen voor een bezoekje aan een oude vriend.

Deze vriend heet Abu Al-Abbas Al-Morsi, mijn favoriete moskee in heel Egypte. Ik kom er sinds ik jong ben en ik kan niet naar Alexandrië gaan zonder ook een bezoekje te brengen aan Abu Al-Abbas.

Ik kan me goed herinneren hoe ik mij daar als elfjarig ventje te pletter verveelde en maar ging liggen onder de koepel. Terwijl ik daar zo lag, werd ik gegrepen door wat ik zag op het plafond.

‘Voor het eerst in mijn leven zag ik dat iets perfect in harmonie was’

Ik probeerde de losse lijnen te volgen die samen de ingewikkelde patronen vormden. Ik probeerde alle individuele elementen te tellen. Voor het eerst in mijn leven ervoer ik dat iets perfect in harmonie was, losse vormen die tegelijkertijd één geheel vormden, zonder begin en einde.

Jaar na jaar bleef ik Abu Al-Abbas bezoeken. Een krappe maand geleden was ik er nog met mijn zusje. Ik zag dat het plafond werd gerestaureerd. Het werd verhuld door met doeken bedekte houten steigers. Ook al vond ik het jammer dat mijn weerzien met het plafond werd uitgesteld, kon ik genoegen nemen met het idee dat de beschadigde plekken weer in hun oude luister zouden worden hersteld.

Dus terwijl de rest van mijn reisgezelschap afgelopen weekend genoot van het uitzicht op de baai en vis zo vers als vis maar zijn kan, haastte ik me naar mijn oude vriend. Toen ik naar binnen liep, zag ik dat de steigers weg waren. Ik liep naar het midden van Abu Al-Abbas en keek omhoog. Het hele plafond zoals ik het kende was weg, in plaats daarvan was er een stuclaag aangebracht.

Ik greep naar mijn telefoon om mij ervan te vergewissen dat ik het plafond niet bij elkaar gedroomd had en zocht naar een oude foto. Die had ik al snel gevonden en toen ik de twee foto’s naast elkaar legde, kon ik wel janken. De moskee waarvan ik in de loop der jaren ben gaan houden was ineens verminkt.

Ik liep weer terug naar de zee en ging daar op een van de stenen zitten. Uiteindelijk is het dat wat er van heel Alexandrië over zal blijven. Een stad verzonken in de zee.