Wat voor café is Meneer Jansen?
‘Wij zijn meer een bruine kroeg. Het is een oud pand, maar dat geeft sfeer. Wij zijn ook vrijer met het klantcontact. Je hoeft niet heel netjes te zijn, omdat je aan het werk bent. Alle collega’s zijn grappige figuren met hun specifieke eigenaardigheden. Je mag grapjes maken naar klanten en kloten achter de bar. De klanten vinden dat ook grappig. Het café voelt als een huiskamer.
‘Vandaag is het rustig, maar de zaterdagmiddag brengt veel chaos. Door de markt komen hier ook mensen die er normaal niet komen. Die zijn een hele andere sfeer van cafés gewend en willen snel bediend worden. Natuurlijk moet je hier ook een drankje krijgen, maar het hoeft niet zo gelikt als bij Einstein. Hier kom je ook voor de gezelligheid.’
Werk je vaak laat?
‘Ik ben zelf meer een ochtendmens, dus werk maar één avond per week. Het is leuk, maar je weet nooit hoe laat je klaar bent. Wij mogen zelf bepalen wanneer we de laatste ronde doen. Als het nog druk is en er zijn ook vrienden, stuur je mensen pas om half twee weg. Soms hebben de mensen nog de keus om naar een andere kroeg te gaan. Vanaf één uur mag je van het gemeentebeleid nergens meer naar binnen.
‘Ik heb ook lang op donderdagavond gewerkt. De gemeenteraad komt hier dan graag na hun vergadering borrelen. Zij maken de wetten, maar zijn slecht in het volgen ervan. Na twaalf uur mag je geen glas meer meenemen naar buiten. Als ze gaan roken lopen ze altijd met hun glas naar buiten en moet ik achter ze aan rennen.’
Maak je soms blunders?
‘De eerste keer dat ik achter de bar stond, liet ik een fles Salmari vallen. Alles was plakkerig, maar mijn dienst was net voorbij. Ik probeerde het nog op te ruimen, maar werd weggestuurd. Mijn baas heeft toen alles gedweild. Ik hoefde gelukkig geen nieuwe fles te kopen, want het hoort erbij.
‘Ik knoei soms ook wel over mensen die aan de bar zitten. De meeste drankjes heb ik over mijn vader gegooid. Heel veel mensen hier kennen hem. Hij heeft jaren achter de bar gestaan bij de WW, een oude kroeg op de Wolsteeg. Als Jansen sloot, ging je daarna door naar de WW. Mijn zus heeft hier ook drie jaar gewerkt en mijn moeder en tante zijn goed bevriend met de baas. Ik stond erg lang bekend als de zus en dochter van.’
Wat is het leukste aan hier werken?
‘De collega’s. Elke zomer krijg je nieuwe collega’s en die merken dat je hier heel snel jezelf mag zijn. Je ziet dan ook hun gekkere kant. We hebben ook dezelfde interesses. Soms ga ik alleen naar de bioscoop en kom ik daarna hierheen om met hen de film te bespreken. Als je middagdienst hebt mag je een halfuur voordat je stopt een pilsje pakken. Je maakt er echt een moment van met je collega’s om samen te proosten.
‘Op twee oktober is het allemaal wat vrijer. Veel mensen willen dan de stad in, maar ik werk liever. Je doet dan een shotje voor het werk en drinkt een paar biertjes tijdens het tappen. We bleven tot zeven uur ‘s ochtends naborrelen. Met een biertje in onze hand gingen we meezingen met de Reveille aan de overkant.’