Rechten koerst af op een tekort van 2,5 miljoen euro in 2024 en ook de komende jaren verwacht de faculteit negatieve resultaten. De schade voor dit jaar lijkt nog mee te vallen. ‘Het tekort is 1,2 miljoen lager dan eerder ingeschat’, zei Gertjan Boshuizen, de portefeuillehouder bedrijfsvoering van het rechtenbestuur onlangs tijdens de faculteitsraadsvergadering. ‘Maar het is natuurlijk nog steeds een fors negatief resultaat.’
De faculteit is in de problemen gekomen doordat er relatief veel studenten uitvallen. Doordat er minder studiepunten worden gehaald, krijgt de faculteit minder geld.
Verder zijn er uiteraard de dreigende Haagse bezuinigingen, schetste Boshuizen. ‘We weten nog niet hoe die gaan landen, tenminste niet als het gaat om de plannen rond internationale studenten en de langstudeerboete.’
Daarnaast loopt de personeelsbezetting bij Rechten nog steeds op. ‘Al is er recentelijk wel een afvlakking in die stijging ontstaan. Volgend jaar moet er echt een verlaging tot stand komen. We moeten veel bewuster sturen op vacatures.’
Er ligt nu een plan om dat voor elkaar te krijgen. Alle instituten gaan beoordelen welke werkzaamheden ‘kunnen vervallen, worden belegd bij anderen, verdeeld kunnen worden over teamleden of anders ingericht’.
De instituten moeten ook elke gewenste aanpassing van het aantal promovendi, docenten, universitair docenten (UD’s), en universitair hoofddocenten (UHD’s) en hoogleraren voorleggen aan het bestuur, dat dan een besluit neemt over het invullen van vacatures.
Verder mogen de instituten het budget dat ze krijgen via het facultaire geldverdelingssysteem BOOM niet overschrijden.
De door Robbert Dijkgraaf, de vorige minister van Onderwijs, ingevoerde stimuleringsbeurzen, die oorspronkelijk bedoeld waren om meer onderzoeksvrijheid te creëren voor UD’s, UHD’s en hoogleraren, mogen worden gebruikt om gaten te dichten. Of zoals het bestuur het omschrijft: ‘Om bezetting op te vangen die niet meer past in BOOM.’ Er zit echter niet veel geld meer in die beurzenpot.
Tekorten opvangen kan ook met de zogeheten tweede en derde geldstroom: dat zijn middelen die binnengehaald worden via beurzen en commerciële activiteiten als het geven van cursussen aan overheid en bedrijfsleven.
Toename studenten
Het inkrimpen van het personeelsbestand van de faculteit valt samen met een forse stijging van het aantal studenten dit collegejaar (zie kader hierboven). De faculteitsraad vreest dan ook dat de toch al hoge werkdruk alleen maar zal toenemen. ‘We maken ons heel veel zorgen over de afname van personeel de komende jaren’, zei personeelsraadslid Lara Hartman-Ohnesorge. Om grip op de werkdruk te krijgen moet er meer duidelijkheid komen over de werklast, legde zij uit.
‘We verzoeken het bestuur om een model dat we faculteitsbreed kunnen gebruiken om te kwantificeren hoeveel uur er voor bepaalde werkzaamheden als scripties begeleiden en werkgroep-onderwijs staan. Het is heel moeilijk spreken over werkdruk als je niet zo’n model hebt.’
Personeelsraadslid Mojan Samadi vertelde dat er elders binnen de universiteit spreadsheets gebruikt worden om onderwijslast te berekenen. Dat moet overal gebeuren, vond zij. ‘Ik vind het verstandig dat het onderwijs eerlijk wordt verdeeld.’
Hartman-Ohnesorge: ‘Niet alle afdelingen doen dat goed. Er moet één beleid komen. Je moet met cijfers kunnen laten zien dat je al over je onderwijsbelasting heen zit.’
Boshuizen was enigszins verbaasd over het verzoek van de raad. ‘We hebben al een mooi model, namelijk BOOM, waarmee je de werklast berekent.’
Hartman-Ohnesorge legde uit dat de informatie in dat model niet iedereen goed bereikt. ‘Op een lager niveau in een instituut moet er meer duidelijkheid komen over de werkverdeling. Niet alle instituten brengen dat even duidelijk in kaart.’
Vice-decaan Jan Crijns zag het probleem ook. ‘Ik herken dat wel. Niet alle afdelingen vertalen alle informatie door naar de hele organisatie. De manier van werken zal ook niet bij alle instituten gelijk zijn. We moeten er met zijn allen een keer goed naar kijken.’
Boshuizen vond het ook ‘zinnig’ om een beter beeld te krijgen van hoe op de werkvloer de verdeling wordt gemaakt. ‘We moeten nadenken over hoe we de berekeningen in BOOM beter bij de medewerkers kunnen krijgen.’
Rechten moet bezuinigen maar heeft dit collegejaar fors meer studenten dan in 2023/24. Toen begonnen er 1017 studenten aan een bachelor. Dit collegejaar zijn dat er 1098, een stijging van acht procent.
‘De stijging komt bijna volledig door de bachelor rechtsgeleerdheid (+11,3 procent)’, schrijft de faculteit. ‘Dit is verreweg de grootste opleiding, die ook de sterkste groei laat zien. Al is het aantal studenten nog wel duidelijk lager dan in de “coronajaren”.’
In de master is de groei nog sterker. Vorig collegejaar volgden 817 studenten een master aan de faculteit. Dit jaar zijn dat er 981, een plus van 164. ‘Inschrijvingen stijgen met 20 procent ten opzichte van de definitieve inschrijvingen van vorig jaar’, aldus de faculteit. De stijging komt deels doordat een relatief groot aantal bachelorstudenten tijdens corona begon met studeren en nu de master volgt.
Een van de redenen waarom de faculteit in de financiële problemen is gekomen is de hoge uitval, vooral onder eerstejaars. Die uitval neemt wat af, blijkt uit de cijfers. In vergelijking met voorgaande jaren hebben in verhouding minder studenten zich voor 1 februari uitgeschreven, maar de uitval blijft hoog. Het gaat om een afname van 27 procent naar 23,7 procent. Het percentage voortijdig uitgeschreven studenten is gedaald, maar nog altijd hoger dan in 2021-22 en daarvoor.’
De faculteit maakte ook de BSA-cijfers voor 2023/24 bekend. Ruim een vijfde van de eerstejaars heeft een negatief bindend studieadvies gekregen. Voor de juridische opleidingen is dit 23,7 procent, ten opzichte van 26,1 procent in 2022/23. Bij criminologie steeg het aantal negatieve adviezen juist van vijf studenten in 2022/23 naar veertien in 2023/24. Er is geen aanwijsbare reden gevonden voor deze stijging.