Rector Hester Bijl vertelde maandag tijdens de universiteitsraadsvergadering dat het college een ‘sterk signaal wil geven’ richting bedrijven in de fossiele sector die zich niet aan de klimaatdoelen van Parijs houden. Het college laat de deur voor hen wel op een kiertje.
Doel van het akkoord van Parijs is om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder twee graden. De EU-lidstaten hebben met elkaar afgesproken dat ze in 2030 minimaal 55 procent minder broeikasgassen zullen uitstoten.
In principe wil de universiteit alleen samenwerken met fossiele bedrijven die voldoen aan de doelen van Parijs, zei Bijl in een discussie met de raad over een verklaring van het college over de fossiele kwestie die binnenkort wordt gepubliceerd. ‘En in principe niet met bedrijven die daar niet aan voldoen.’
Er is wel een ‘maar’. ‘Wij vinden dat het slim is om in extreme gevallen toch naar projectniveau te gaan’, legde Bijl uit. ‘Als de partner wel voldoet en het project niet, dan zullen we daar een stokje voor steken.’ Andersom kan ook. Als een bedrijf niet voldoet aan Parijs ‘maar het om een cruciaal project voor energietransitie gaat, dan is samenwerking mogelijk’.
Uitzonderlijke gevallen
Bijl stelde ‘dat zo’n project alleen mogelijk is als het niet gerealiseerd kan worden met een ander bedrijf dat wel voldoet aan Parijs.’ Het zou gaan om ‘uitzonderlijke’ gevallen.
Het college moest wel beleid opstellen voor samenwerking met de fossiele sector. De verklaring van de universiteit is opgesteld naar aanleiding van het debat dat op 27 september in Leiden werd gevoerd over het mogelijk schrappen van samenwerking met de fossiele sector. Eind november bezette actiegroep End Fossil twee lokalen in het Lipsius om het college aan te sporen de banden met de fossiele industrie helemaal te verbreken.
De raad wilde van de rector weten hoe de universiteit gaat beoordelen of bedrijven voldoen aan Parijs. Het is ‘totaal niet triviaal’ om dat vraagstuk op te lossen, reageerde Bijl. ‘Er is een paar organisaties dat assessments doet, maar niet zozeer op onderzoekssamenwerking.’ Ook op Europees niveau wordt gewerkt aan een methode, universiteiten in Nederland zijn ermee bezig. ‘We moeten er samen goed induiken en criteria ontwikkelen.’
Er komt een toelatingscommissie die deze criteria gaat toepassen, vertelde Bijl. ‘De details over de toetsingscommissie moeten we nog uitwerken.’ De raad en het college vonden het ‘niet handig om in de verklaring al uitspraken te doen over hoe die commissie gaat werken’.
Max van Haastrecht van personeelspartij PhDoc was kritisch over de uitzonderingsregeling voor projecten. ‘Hoe beoordeel je die? Gaan we in de praktijk dan toch op projectniveau kijken? Vallen de lopende projecten van de universiteit bijvoorbeeld onder die regeling?’
Deels wel en deels niet, antwoordde Bijl. Sponsoring van een lezingencyclus door het Saoedische staatsoliebedrijf Aramco of onderzoek naar kwantumcomputers met het Franse TotalEnergies zou de universiteit schrappen. ‘Alleen als er een aangetoonde bijdrage is aan de energietransitie is samenwerking een optie, bijvoorbeeld een onderzoek naar waterstof waar je data van fossiele sector nodig hebt, zou eventueel wel kunnen.’
Projectniveau
Timothy de Zeeuw van personeelspartij LAG: ‘In hoeverre is dit op een verhulde manier kijken op projectniveau? Uiteindelijk moeten we toch elk project tegen het licht houden: hoe ga je anders projecten die wel in orde zijn signaleren?’
Bijl zag dat anders. ‘De kern is dat we onze onderzoekers bewust maken van wat we wel en niet willen, zodat zij alleen projecten indienen conform de waarden van de universiteit. We kiezen voor partnerniveau beoordelen “tenzij”, en we moeten goed uitleggen wat tenzij is. Onderzoekers moeten goed toelichten waarom een project volgens hen wél kan.’
De rector vond het een slecht idee dat bepaald onderzoek met waarde voor transitie ‘straks onmogelijk is’. ‘Het gaat invloed hebben op ons onderzoekspalet. Niet elk voorstel tot uitzondering gaat erdoorheen komen. Het plan is om scherpe voorwaarden aan uitzonderingen te verbinden om greenwashing te voorkomen.’
Een meerderheid van de raad is akkoord met de plannen van het college en er is dan ook een positief advies gegeven over het beleid.