‘Zelfs als het hoofdlijnenakkoord niet was afgesloten zou de faculteit een resultaatsverbetering moeten doorvoeren’, zei head of finance Ilse van den Eng deze week tijdens de faculteitsraadsvergaderingvergadering. ‘We weten dat de kosten gaan stijgen, onder andere door het nieuwe CAO, maar we zien ook dat de baten niet met dezelfde snelheid meestijgen.’
 
Die stijgende kosten hebben gevolgen voor de financiële voorwaarden die het college van bestuur stelt aan faculteiten. Van den Eng: ‘Een eis vanuit het college is dat we een reserve van 5 procent aanhouden. Dat was voor de komende jaren al lastig voor sommige instituten, maar er zou vanaf 2027 verbetering in komen. Wat we nu zien, is dat de korte termijn nog negatiever lijkt uit te vallen dan we eerder dachten. We voeren nu gesprekken om terug te komen tot het vertrekpunt dat we eerst hadden, om daarna met de plannen uit het hoofdlijnenakkoord aan de slag te gaan.’
 
‘Als universiteit hebben we een goede positie en we hopen daarmee iets meer tijd te hebben om na te denken hoe we deze veranderingen kunnen doorkomen. Maar het is een illusie dat er geen financiële consequenties zouden zijn door het hoofdlijnenakkoord’, zo concludeert Van den Eng.

Kwaliteit

Wat voor uitwerkingen eventuele bezuinigingen zouden hebben op onderzoek en onderwijs is op dit punt ook nog niet duidelijk. ‘Hoe zorgen we dat we kleinschalig onderwijs blijven leveren?’ wilde personeelsraadslid Martina Huber weten.
 
‘Dat vragen universiteiten in heel Nederland zich af’, antwoordt portefeuillehouder bedrijfsvoering Suzanne van der Pluijm. ‘We krijgen geld van de overheid voor kleinschalig onderwijs, maar diezelfde overheid draait nu de knop de andere kant op. Het lijkt dat we toch iets met de kwaliteit zullen moeten doen. Daarvoor gaan verschillende werkgroepen starten.’
 
‘Het zou ook niet anders kunnen, anders zijn we nu geld aan het verspillen’, reageert Huber.
 
Van der Pluijm: ‘Wat het nieuwe kabinet precies gaat doen is nog onbekend. In het hoofdlijnenakkoord stond een miljard aan bezuinigingen, maar weten niet over welke tijd dat wordt verdeeld. Dat weten we pas als er geruchten van de plannen van Prinsjesdag rondgaan. Het is lastig om nu iets zinnigs te zeggen of we dan moeten kaasschaven of het groter moeten aanpakken.
 
‘Opleidingen schrappen is niet iets wat je zomaar zou willen doen. Als je zomaar iets wegsnijdt valt er inhoud weg en loop je ook toekomstige baten mis. En je moet waken dat medewerkers niet door verhoogde werkdruk omvallen. We gaan hier alleen samen doorheen komen.’
 
Wat er moet gebeuren, blijft dus nog gissen, aldus Van der Pluijm: ‘In augustus kunnen we hopelijk cijfers laten zien, maar je kunt er vergif op innemen dat we die richting Prinsjesdag weer kunnen aanpassen.’