Welke Piet ben jij in het Huis van Sinterklaas?
‘We hebben wel speciale Pieten, zoals Coole Piet, Love Piet of Muziek-Piet, maar ik heb geen idee wat je moet doen om dat te worden. Dat maakt mij niet uit. Ik doe het gewoon omdat ik het leuk vind. De meesten zijn gewoon Piet.
‘We hebben ook een Oma Piet, die is er bijna altijd wel. Zij schrijft meestal alle diploma’s.
‘Wij zijn wel anders dan de Pieten uit het Sinterklaasjournaal. Wij zijn echt Leidse Pietjes. Sommigen hebben wel een heel erg Leids accent moet ik zeggen. Soms zet ik hem zelf ook even op.’
Hoe word je een Piet? Wat moet je kunnen?
‘Je moet goed luisteren en je moet inschatten waar je het beste kan zijn op welk moment. Maar je moet vooral gewoon veel plezier hebben. Voordat het Huis van Sinterklaas opengaat doen we met zijn allen een dansje en springen we rond om in de rol te komen. Daardoor krijg je echt het gevoel van: oké, vandaag gaan we ertegenaan. We gaan weer lol hebben en kinderen blij maken.
‘De dansjes zijn makkelijk, zodat de kinderen mee kunnen doen. Het is wel fijn om ze goed te kennen, want dan sta je er niet bij alsof je helemaal niks weet.’
Heb je een grote fantasie?
‘Het helpt heel erg om de fantasie van de kinderen vast te kunnen houden. Het Sinterklaasjournaal gaat soms best wel ver en daar moet je op kunnen inspelen. Je hebt geen vast script en moet soms uit het niets met iets komen. Ik heb ongeveer tien jaar in musicals en op toneel gespeeld en heb daardoor veel ervaring met improvisatie. Dat helpt me om in mijn rol te blijven. Je moet soms heel snel een verhaal bedenken en dan proberen dat de hele dag vast te houden.
‘Afgelopen week kwam in het journaal dat Sinterklaas zijn been had gebroken, maar hier loopt hij natuurlijk gewoon rond en doet hij alles. Toen zei ik snel: “Ja, hij komt net uit het ziekenhuis. Hij kan gewoon weer lopen.”’
Wat zijn de leukste momenten?
‘Er komen vaak gehandicapte kinderen langs. Zij hebben echt een plekje in mijn hart. We proberen voor iedereen natuurlijk hetzelfde te doen, maar bij hen proberen we toch wel dat extra beetje te doen om ervoor te zorgen dat zij ook een leuke tijd hebben. Je ziet echt dat zij de dag van hun leven hebben.
‘Ik heb zelf een handicap, mijn bindweefsel werkt niet goed. Nu beïnvloedt dat mijn dagelijks leven niet meer zo erg, maar vroeger wel. Ik kon niet naar het Huis van Sinterklaas omdat ik niet mee kon doen aan de activiteiten.
‘Nu doen we het hier heel goed. Aan veel van de activiteiten kunnen alle kinderen meedoen. Sinterklaas loopt vaak even een rondje, zodat ook de kinderen die niet makkelijk op het podium kunnen komen met hem op de foto kunnen.
‘Ik wil niet dat het voor andere kinderen zo is als dat het vroeger voor mij was. Dat ze zich achtergelaten voelen of niet met alles mee kunnen doen.’