Achtergrond
1940: De vergeten rede van Barge tegen de Duitse rassenleer
Terwijl professor Cleveringa beroemd werd vanwege zijn protestrede tegen de Duitse bezetter, liet collega Ton Barge in een college even verderop geen spaan heel van de rassenleer. Eén NSB’er verliet boos de zaal.
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 6 februari 2025
Foto Hendrik Jonker

Het is 26 november 1940 als professor Rudolph Cleveringa om 10 uur ’s ochtends zijn beroemde protestrede houdt in het Leidse Academiegebouw. Daarin ageert hij fel tegen het ontslag van zijn Joodse leermeester en hoogleraar burgerlijk recht en internationaal privaatrecht Eduard Meijers.

Maar wat veel minder mensen weten, is dat even verderop, op precies hetzelfde tijdstip, óók een heel belangrijk college werd gegeven. In het Anatomisch Laboratorium aan de Wassenaarseweg liet hoogleraar anatomie en embryologie Ton Barge geen spaan heel van de nationaal-socialistische rassenleer.

Vermoedelijk heeft Barge het in 1938 verschenen boek De rassen der menschheid, waarvan hij mede-auteur was, als uitgangspunt genomen voor zijn collegereeks.

Er was veel aanleiding voor dit intellectuele verzet. Toen Nederland zich op 14 mei 1940 overgaf, voerden de Duitse bezetters een reeks anti-Joodse maatregelen in. Zo leidde de Ariërverklaring ertoe dat Joden geen maatschappelijke functie meer mochten vervullen. Op 28 oktober 1940 werden deze verklaringen naar de Leidse docenten en het universiteitspersoneel gestuurd en op 21 november werden alle Joden in dienst van de universiteit ontslagen.

Reconstructie

De collegereeks van Barge is gereconstrueerd door Jolanda Hendriksen en Willy Hijmans, op basis van interviews met oud-studenten, authentieke college-aantekeningen en een archief met notities van Barge. Die reconstructie leidde in 1995 tot het boekje De “rassencolleges” van Barge, een leemte in de geschiedenis van de Leidse universiteit.

Het college van 26 november zou eigenlijk gaan over embryologie, maar Barge besloot die dag om het over rassen te hebben. Dat kwam voor sommige studenten als verrassing, zegt oud-student Bakker in het boekje: ‘We dachten dat we een gewoon college zouden krijgen, maar toen bleek het te gaan over het Duitse ras. Je werd er dus min of meer door overvallen. Ik heb dan ook niets opgeschreven.’

‘Hij hield een zuiver wetenschappelijk betoog, heel beslist’

Barge legde uit dat de rassentheorie van de nazi’s was gebaseerd op het zogenoemde homogene Nordische ras: de lange, blonde mensen met blauwe ogen, waartoe alle Duitsers zouden behoren. Maar Barge toonde aan dat er helemaal niet zoiets bestond als ‘zuivere Ariërs’ of ‘rasechte Germanen’. Weliswaar deden de Duitsers er met hun uniformen alles aan om langer te lijken, herinnert Bakker zich van Barges college: ‘De uniformjassen die zij droegen waren korter dan de Nederlandse uniformen. Terwijl de Duitse laarzen slechts tot halverwege hun kuit kwamen, waar ze dan bovendien hun broeken in droegen. Hierdoor leken ze langer dan ze in werkelijkheid waren.’

Barge betoogde verder dat een ras een eenheid is op grond van het gemeenschappelijke bezit van een aantal erfelijke, lichamelijke kenmerken. ‘Deze kunnen zijn: een gemeenschappelijke taal, beschavingsvorm, geschiedenis, staatsinstelling, economische belangen, bijzondere geografische verhoudingen enzovoort. (…) Een ras is vaak over vele volkeren verdeeld, terwijl omgekeerd een volk niet zelden uit verschillende rassen is opgebouwd. (…) Wat de Joden tot een eenheid bindt, is de religieuze overtuiging het uitverkoren volk te zijn.’
Kortom: het Joodse volk verschilt niet van andere volken in Europa en geen van hen kan zich raszuiver noemen.

‘Het college diende om te laten zien dat de Duitsers geen Übermenschen waren’

‘Hij hield een zuiver wetenschappelijk betoog, heel beslist’, aldus oud-student Hijmans. ‘Dit was precies zoals het had moeten zijn, zo voelde je dat ook. Het was een heel bijzondere prestatie.’

‘Het college diende om te laten zien dat de Duitsers geen Übermenschen waren’, vult Bakker aan. ‘Barge probeerde hiermee de propaganda van de Duitsers te ontzenuwen. Vermoedelijk wilde hij ons ook een hart onder de riem steken.’

‘De studenten reageerden opgelucht’, herinnert oud-student Veltman zich. ‘Rustig en duidelijk werd uitgelegd dat de rassenleer flauwekul was.’

Eén student verliet na het college boos de zaal, een NSB’er.

Aan het college op 26 november waren al meerdere colleges over de rassenleer voorafgegaan. Die maakten indruk en waren erg populair, ook onder studenten van buiten de medische faculteit. ‘Het was ongetwijfeld dat Barge deze colleges gaf om ons studenten een solide basis te geven van een soort geestelijk verweer tegen de verderfelijke rassenleer van de Duitsers. Het was een teken van verzet. Dat signaal werd goed opgevangen, de colleges werden goed bezocht’, aldus oud-student Noach. ‘Het “Joodse ras” was een onwetenschappelijke term. Barge ontzenuwde dus op wetenschappelijke wijze de rassentheorie, het nationaal-socialistische sprookje van de Duitsers.’

De nazificering van de universiteit

Ton Barge werd geboren in 1884 in Semarang, Java. Hij volgde het gymnasium in Katwijk en studeerde in Amsterdam, waar hij in 1912 promoveerde. In 1919 werd hij Leids hoogleraar in de anatomie. Hij zat ook in de Eerste Kamer voor de Katholieke Volkspartij en was bestuurslid van De Lakenhal en de Vereniging Oud-Leiden.

Barge zag de gevaren van het nationaal-socialisme en vond het zijn plicht hiervoor te waarschuwen. Toen hij in 1938 rector magnificus van de Universiteit Leiden was, en er in dat jaar nationaal-socialistische leuzen waren gekerfd in de banken van het Academiegebouw, waarschuwde hij in een mededeling op de voorpagina van het Leids Universiteitsblad (een voorganger van Mare) alle studenten: ‘In geval van herhaling van deze politieke propaganda zal ik gebruikmaken van alle tuchtmiddelen die mij ten dienste staan en zal ik beleedigingen aan het adres van eenige groep onzer bevolking onverbiddelijk brengen tot den strafrechter.’

Pas op 4 mei 1941 kwam er vergelding voor Barges verzet en werd hij gegijzeld, al is niet duidelijk of dit kwam door zijn colleges of omdat hij ontslag had genomen als protest tegen de nazificering van de universiteit. Na de oorlog pakte hij zijn werk aan de universiteit weer op, tot 1949. In 1952 overleed hij op 68-jarige leeftijd.

Anatomische les geschilderd door Martin Monnickendam, Barge is tweede van links