Het college van bestuur stelde afgelopen maart na acties van End Fossil en onder druk van een deel van de academische gemeenschap een verklaring op over samenwerking met de fossiele industrie. Daarin staat dat Leiden ‘geen nieuwe onderzoeksprojecten aangaat met bedrijven uit de fossiele industrie die zich niet intensief en aantoonbaar inzetten voor het behalen van de doelen van Parijs’. En: ‘Er wordt alleen een uitzondering gemaakt als een project aantoonbaar bijdraagt aan de energietransitie. Ook zal in dat geval getoetst worden of de samenwerking met het bedrijf noodzakelijk is.’
Het college komt nu met de commissie ‘samenwerking met de fossiele industrie’ die bedrijven die met Leiden willen samenwerken langs de Parijsmeetlat gaat leggen. Het gaat om een pilot van een jaar, mogelijk gaat de commissie op in de bredere ethische commissie die zich richt op samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld Israëlische bedrijven en universiteiten.
Toetsing
De fossiel-commissie bestaat onder andere uit negen hoogleraren die expertise hebben over verschillende aspecten van klimaatverandering en energietransitie. Jaarlijks stelt de commissie een lijst vast met bedrijven die voldoen aan het akkoord van Parijs. Tijdens de pilotfase wordt de lijst gebaseerd op de evaluaties van het Climate Action 100+ initiatief, een samenwerkingsverband van investeerders.
Niet voldoen aan de klimaatdoelen van Parijs betekent niet dat er per se een streep gaat door een project. Een initiatiefnemer kan namelijk een zogeheten reflectierapport indienen met meer informatie over het bedrijf en het belang van het project.
De commissie doet vervolgens een voorgenomen uitspraak. Als die negatief is, is bezwaar mogelijk bij het betreffende faculteitsbestuur. Mocht het faculteitsbestuur het bezwaar steunen, gaat de decaan in overleg met de commissie. Vervolgens wordt een definitieve uitspraak gegeven.