Achtergrond
Ontbinding blootgelegd
De Leidse archeoloog Hayley Mickleburgh onderzoekt op zogeheten bodyfarms de ontbinding van stoffelijke overschotten. ‘Ik kan me voorstellen dat het voor anderen griezelig voelt.’
woensdag 21 september 2016
Forensisch antropologen uit de tv-serie Bones.

‘Er liggen zo’n honderd tot honderdvijftig stoffelijk overschotten. Daar loop ik langs. De mijne liggen namelijk enkele tientallen meters verderop, beschut onder een boom bij het hek. Daar was het enige stukje grond dat geschikt is om met de hand grafkuilen te graven.’

Archeoloog Hayley Mickleburgh doet regelmatig onderzoek op een bodyfarm in Central Texas. ‘Dat is een openluchtonderzoeksfaciliteit, voornamelijk voor forensisch onderzoek. Ik ben de enige archeoloog die er werkt. Stoffelijk overschotten van mensen, en soms ook dieren, worden daar buiten geplaatst. Vervolgens wordt de manier van ontbinding bestudeerd.’

Meestal is ze alleen op het terrein. ‘Soms ook ’s ochtends heel vroeg, of ’s avonds als het al donker wordt, omdat ik nog iets moet afmaken. Dan kan ik me wel voorstellen dat het voor anderen griezelig voelt, maar ik vind het best een mooie omgeving. Veel vogels, planten en bloemen.’

De vroege fase van ontbinding is vooral interessant voor moordonderzoeken, zoals ook is te zien in tv-series als Bones. Mickleburgh houdt zich vooral bezig met de latere fase. ‘Met skeletten dus. Als we beter weten hoe die zich gedragen, kunnen we onze onderzoeksmethodes verbeteren.’

Mickleburgh doet postdoctoraal onderzoek aan de Universiteit Leiden, in het kader van het NEXUS 1492-project. ‘Met een grote groep wetenschappers onderzoeken we wat er met de inheemse bevolking van het Caraïbisch gebied gebeurde, toen de Europeanen daar binnenkwamen. Ik onderzoek hoe de omgang met de doden veranderde.’

Daarvoor heeft ze in Texas vijf lichamen toegewezen gekregen, waarmee haar onderzoek in het voorjaar van 2015 van start ging. ‘Twee ervan liggen daar momenteel nog begraven. De ontbinding gaat in het klimaat van Texas heel snel. Volgende zomer ga ik ze opgraven. De andere drie heb ik al bestudeerd. De skeletten zijn inmiddels opgenomen in referentiecollecties. In tegenstelling tot bij skeletten uit archeologische opgravingen, weten we van deze drie precies de leeftijd, het geslacht en eventuele ziektes. Daardoor kunnen we onze onderzoeksmethodes controleren, en studenten onderwijs geven over skeletten.’

Er zijn natuurlijk wel verschillen tussen de stoffelijk overschotten van Mickleburgh en skeletten die al sinds de vijftiende eeuw begraven zijn; en ook tussen het klimaat in Texas en in de Caraïben. ‘Sommige processen komen in beide klimaten wel overeen, maar we zijn inderdaad aangewezen op de onderzoeksfaciliteiten die er zijn. De bodyfarm in Central Texas is de grootste ter wereld, qua oppervlak en momenteel ook qua aantal donaties. In de Verenigde Staten zijn er nog zes, ook eentje in South Texas, en recent is de eerste buiten de VS gestart in Australië. Door gegevens uit Texas te vergelijken met bijvoorbeeld Tennessee, waar de oudste is, in Knoxville, kunnen we onderzoeken of de volgorde waarin een skelet uiteenvalt altijd hetzelfde is.’

Donoren stellen hun lichaam heel specifiek ter beschikking aan de bodyfarm. ‘Ze weten dat hun lichamen niet op een snijzaal terechtkomen. Ze ontvangen allerlei informatie, en kunnen aangeven dat ze voor bepaalde doeleinden wel of niet doneren. Op de bodyfarm wordt bijvoorbeeld ook onderzoek gedaan naar de schade die gieren kunnen aanbrengen aan lichamen en skeletten. Sommige mensen willen heel specifiek dat hun lichaam door gieren opgegeten wordt.’

Marleen van Wesel