Universiteit Leiden
Vanaf 1970 zette Barbara Flemming haar loopbaan voort aan het Orientalisches Seminar van de universiteit Hamburg, waar zij haar postdoctoraal dissertatie (Habilitation) voltooide, getiteld Faḫrı̄s Ḫusrev u Šı̄rı̄n: Eine Türkische Dichtung von 1367 (Wiesbaden, 1974); een analyse en tekstuitgave van een veertiende-eeuws Turks liefdesepos. Zij vervulde gastdocentschappen aan de Hebrew University in Jerusalem (1971) en aan de Istanbul Universiteit (1975). Flemming was een van de oprichters van het Comité d’Etudes Pré-Ottomanes et Ottomanes (CIEPO) en organiseerde in Hamburg het tweede congres. Ze was erelid van de twee belangrijkste Turkse stichtingen voor taal en geschiedenis: de Türk Dil Kurumu (Turkse taal stichting) en de Türk Tarih Kurumu (Turkse geschiedenis stichting).
In mei 1977 trad Barbara Flemming in dienst van de Universiteit Leiden waar zij eerst buitengewoon hoogleraar en vanaf 1982 gewoon hoogleraar Turkse taal en cultuur was. Haar openingsrede, getiteld Die Sprachen der türkischen Dichter, over de meertaligheid van Turkse dichters, sprak zij uit in het Duits, maar een jaar later gaf zij reeds in het Nederlands college. Naast de voor een oriëntalist gebruikelijke talen Arabisch, Perzisch en Turks, was zij ook in staat Turkse bronnen in Cyrillisch schrift te lezen en las zij Russisch. Engels en Nederlands beheerste ze op near-native niveau
Geboren in Hamburg bracht Barbara Flemming haar vroege jeugd door in Silezië. De Tweede Wereldoorlog dwong haar familie naar Hamburg terug te keren, waar zij ook haar middelbare schoolopleiding voltooide. Een deel van haar schooltijd bracht zij, middels een uitwisselingsprogramma, door op een kostschool in Groot-Brittannië. Van 1951 tot 1954 werkte zij als secretaresse voor een Turkse exportfirma in Istanbul en Izmir. Hier leerde zij de Turkse taal, maakte ze kennis met de moderne Turkse samenleving en ontdekte ze de rijke geschiedenis van het land.
Van 1954 tot 1959 bestudeerde zij aan de Universiteit Hamburg het Turks, Perzisch, Arabisch en de islam. Van 1959 tot 1961 was zij als onderzoeksassistent verbonden aan het Near Eastern Center van de Universiteit van Californië (UCLA). Hier promoveerde zij in 1961, op een studie naar de geschiedenis van de Turkse vorstendommen die in Zuidwest Anatolië opkwamen na de val van het Seldjoekenrijk tot de inlijving hiervan in het Osmaanse rijk, getiteld Landschaftsgeschichte von Pamphylien, Pisidien und Lykien im Spätmittelalter (Wiesbaden, 1964). Hierna werkte zij als wetenschappelijk medewerker mee aan het catalogiseringsproject van oriëntaalse handschriften van de Academie van Wetenschappen in Göttingen.
Rockefeller Grant
Dankzij een Rockefeller Grant bracht Barbara Flemming het voorjaarssemester 1991 door aan Washington University in St. Louis, Missouri. In 1995 ontving zij een eredoctoraat van de Universiteit Hamburg als blijk van erkenning voor haar interdisciplinaire aanpak van de studie van de Turkse klassieke literatuur en culturele geschiedenis. In 1997 ging zij met emeritaat en in 2002 verscheen een Festschrift aan haar opgedragen.
Wetenschappelijk beperkte Barbara Flemming zich niet tot één discipline, tijdvak of onderwerp. Zij publiceerde drie handschriftcatalogi en daarnaast schreef ze toonaangevende boeken en artikelen over laatmiddeleeuwse Anatolische geschiedenis en over vroeg-Osmaanse literatuur, met zo af en toe een uitstapje naar een recentere periode.
Dat haar werk nog steeds relevant is blijkt uit het feit dat haar dissertatie in 2018 in een Turkse editie uitkwam. Zij kreeg vaak verzoeken van wetenschappers van over de hele wereld om overdrukken van haar artikelen. In 2017 heeft de uitgeverij Brill daarom een aantal van haar belangrijkste publicaties gebundeld in Essays in Turkish literature and history.
Uitmuntend wetenschapper
Zolang haar gezondheid het toeliet is Barbara Flemming actief gebleven; ze bezocht regelmatig internationale bijeenkomsten en ze bleef publiceren. Samen met Jan Schmidt maakte ze een becommentarieerde tekstuitgave van het dagboek van Karl Süssheim (1878-1947) een Joods-Duitse vakgenoot die zijn laatste jaren noodgedwongen in Istanbul doorbracht. Ze voltooide, in manuscript, een boek over de Turkse zuidgrens.
De manier waarop Barbara Flemming in haar openingsrede de studenten aanspreekt, tekent hoezeer zij ieder stimuleerde om nieuwe onderwerpen, disciplines en onderzoeksmethoden te exploreren:
“Het Turks is gelukkig een vak waar nog vele ondoorvorste vlakken op de landkaart tot onderzoek uitnodigen. Daarom laat het veel ruimte voor eigen initiatief, maar vereist ook een betrekkelijke zelfstandigheid.” (Barbara Flemming, Die Sprachen der türkischen Dichter. Rede uitgesproken aan de Rijksuniversiteit Leiden op 16 september 1977)
Wij zullen ons Barbara Flemming herinneren als een uitmuntend wetenschapper, stimulerende leermeester en daarnaast als een doortastende en toch bijzonder bescheiden, voorkomende en geïnteresseerde vrouw.
Dit in memoriam is samengesteld door Dr. Petra de Bruijn, met hulp van Drs. Astrid Kortenbach, Dr. Jan Schmidt en emerita Prof. Dr. Nicolette Mout.