De Spanjaarden waren als ‘bloedtdorstighe Wolven’ die burgers met ‘sweerden’ vermoordden. Zij ‘raesden en tierden’ en staken de stad in ‘aecht hoeken in brandt’. Honderden Zutphenaren werden met vastgebonden handen door soldaten de halfbevroren IJssel in gedreven om daar te verdrinken. Zo beschreef de predikant Wilhelmus Baudartius in 1615 het bloedbad dat de Spanjaarden op 16 november 1572 aanrichtten in Zutphen. Op een prent uit circa 1620 zijn half ontblote vrouwen, kinderen en ouderen te zien die van de kade in de ijskoude rivier worden geduwd. Niemand kon ontsnappen aan de Spaanse furie.
De Leidse historicus Johan Visser (25) verzet zich tegen dit beeld. In zijn masterscriptie, waarvoor hij in juni een 9,5 kreeg en die inmiddels als boek is gepubliceerd, reconstrueert hij wat er in Zutphen, maar ook in andere steden in Gelderland gebeurde. ‘Zutphen is in 1572 niet geheel uitgemoord’, zegt Visser. ‘Want in 1573 is het nog een functionerende stad.’
Volgens Gottfried van Nassau, een bastaardbroer van Willem van Oranje, zijn er in Zutphen 4000 doden gevallen. ‘Er woonden in dat jaar echter maar 4500 mensen in de stad, dat slachtofferaantal was echt niet reëel. Dat was pure propaganda.’
Pure propaganda
Visser, inmiddels promovendus in Leiden, concludeert dat er honderden verdedigers zijn geëxecuteerd, veel van hen waren huursoldaten van Willem van Oranje. Ook werd er geplunderd door het Spaanse leger. ‘In de bronnen uit die tijd is echter te weinig te vinden om de latere verhalen te bevestigen. De indruk die Baudartius wekt is dat de Spanjaarden zomaar onschuldige burgers hebben afgeslacht. De bronnen laten iets anders zien.’
Het boek kreeg diverse prijzen (zie kader), maar oogstte ook kritiek. ‘In reformatorische kring, waar Baudartius gevierd wordt als Statenvertaler, werd deze “heiligschennis” me niet in dank afgenomen. In Zutphen verscheen zelfs een pamflet tegen mijn boek. Voor sommige mensen is Baudartius een held. Ze hechten veel waarde aan de klassieke verhalen. Ik begrijp de schrik, want het overzichtelijke verhaal moet naar de prullenmand. Maar dat ik een agenda heb om het bloedbad de geschiedenis uit te schrijven en dat ik allerlei bronnen zou hebben gemist, gaat me veel te ver.’
Ook René van Stipriaan, biograaf van Willem van Oranje, reageerde geïrriteerd in een recensie in NRC. Visser zou massamoord ontkennen en zijn ‘theorietjes beter achterwege kunnen laten’.
Visser: ‘Het maakt iets los bij mensen. Dat is spannend. Ik lag er soms ’s nachts wel wakker van maar uiteindelijk levert de discussie wel een scherper beeld op van wat er in Zutphen gebeurde.’
‘Mijn boek is helemaal niet zo zwart-wit als het debat’, zegt Visser. Zo ontkent hij niet dat er een bloedbad heeft plaatsvonden. ‘De stad is met veel geweld ingenomen en de Spanjaarden waren zeker geen lieverdjes. Maar het beeld dat ze van nature oorlogsmisdadigers waren is ook complete onzin. Je moet zo’n gebeurtenis laag voor laag afpellen om te begrijpen wat er aan de hand was. De vraag of er wel of geen burgers zijn omgekomen, is dan ook niet zo relevant als daar de discussie stopt. Het gaat erom dat die burgers de stad verdedigden en in de ogen van de Spanjaarden legitieme doelwitten waren. Die nuance is nu verdwenen.’
In deze periode van de Opstand zijn de Nederlanden zeer verdeeld, legt Visser uit. ‘Het conflict is veel complexer dan Nederlanders die zich aan een tiranniek Spaans juk ontworstelen. De eerste jaren was het een ordinaire burgeroorlog. Al is er een harde kern die Oranje en de geuzen steunde, lang niet alle bewoners verwelkomden de bevrijders.’
Toch weten de geuzen in het voorjaar van 1572 snel veel steden in handen te krijgen. ‘De troepen van de hertog van Alva, landvoogd in dienst van koning Filips II, zaten in de Zuidelijke Nederlanden.’ Half Gelderland lag er dus nagenoeg onverdedigd bij. De maanden daarna verlopen dramatisch. ‘De geuzen begingen daden die we nu als oorlogsmisdaden zouden beschouwen, bijvoorbeeld door veel religieus geweld te gebruiken.’
Recht op plundering
Als het Spaanse leger onder leiding van Don Frederik, de zoon van Alva, optrekt naar Zutphen, besluit Willem van Oranje de stad te verdedigen. Hij laat een garnizoen van honderden Waalse huurlingen achter in de stad. ‘De burgers van Zutphen zaten daar helemaal niet op te wachten. De stad moet ongelooflijk veel geld ophoesten om het garnizoen van Oranje te betalen en de inwoners wisten dat als de stad zich zou verdedigen de overwinnaar het recht had om de stad te plunderen.’
Zutphen valt snel. Een overgaveverzoek werd afgewezen. ‘De belegering duurt een dag of vier. Er breekt paniek uit en de grachten zijn bevroren dus de soldaten kunnen makkelijk de stad binnenkomen.’ De stad werd geplunderd. ‘Dat ging met ongelooflijk veel geweld gepaard, bedoeld om de inwoners te laten vertellen waar ze hun kostbare spullen hadden verstopt. Dat leidde tot moord en verkrachtingen. De Waalse huursoldaten worden rücksichtslos afgemaakt. Zij waren eerder betrokken geweest bij de verdediging van de stad Mons en mochten toen van de Spanjaarden vertrekken als ze beloofden om niet opnieuw de wapens op te nemen. Dat hadden ze dus wel gedaan.’
Alva kon ze niet nog een keer laten gaan, hij wilde huurlingen in andere steden zoals Zwolle schrik aanjagen. ‘Het werkte, want dat garnizoen sloeg op de vlucht. Andere steden gaven zich ook over.’
Alleen: in de zeventiende-eeuwse geschiedschrijving raakte het verhaal vertekend, aldus Visser. ‘We komen er steeds meer achter dat die boeken een bepaalde kleur hebben, dus je moet er voorzichtig mee zijn om ze te gebruiken als bron voor wat er echt is gebeurd. Er wordt van begin af aan propaganda bedreven over Zutphen.’
Baudartius was bijvoorbeeld fel voorstander van het voortzetten van de oorlog tegen Spanje. ‘Hij gebruikt de geschiedenis decennia later voor politieke doelen: natuurlijk moeten we geen vrede met Spanje sluiten, want kijk wat er in Zutphen is gebeurd.’
Niemand in leven laten
Maar hoe zit dat dan met de Spaanse bronnen? Alva schrijft na de val van Zutphen aan Filips II dat zijn soldaten ‘er zoveel mogelijk onthalsden, waaronder veel burgers, want Don Frederik had het bevel om niemand in leven te laten’.
Visser: ‘We moeten deze brief heel voorzichtig lezen. Alva wilde de koning overtuigen van het succes van zijn gewelddadige strategie. Bedoelt hij alle inwoners van Zutphen? Naar mijn idee niet. Burgers zijn in deze context meestal mannen die betrokken waren bij de verdediging van de stad. Ik heb onlangs nog een nieuwe Spaanse bron gevonden, een nieuwsbericht, waarin het ook om de verdedigers lijkt te gaan.’
Er komt een tweede druk aan, zegt Visser, met een nog uitgebreidere uitleg. ‘Ik maak voor sommige lezers wat te grote stappen. Door het debat leer je ook beter communiceren. Maar ik twijfel niet aan wat er in mijn boek staat.’
‘Het is in positieve zin allemaal een beetje uit de hand gelopen’, zegt Johan Visser over de masterscriptie waarvan hij een boek maakte. ‘Ik had verwacht dat het regionaal wel opgepikt zou worden, maar het werd heel groot. Dat had ik totaal niet zien aankomen.’
Hij won in september de Fruinprijs voor de beste geschiedenisscriptie van de universiteit, de Johan de Witt-prijs van Uitgeverij Verloren en weekblad Elsevier volgde.
Visser dingt ook nog mee naar de Leidse Universitaire Scriptieprijs die zaterdag wordt uitgereikt. Ook is hij genomineerd voor het beste boek van het jaar van de regio Achterhoek en Liemers. ‘Dan sta je ineens tussen Bert Wagendorp en Gijs Wilbrink. Superleuk allemaal, maar ik kijk stiekem uit naar het moment dat het Zutphen van 1572 ook voor mij weer gewoon 450 jaar geleden is.’
Visser doet nu iets heel anders. ‘Mijn promotieonderzoek gaat over honger en voedselvoorziening in de Nederlandse overzeese gebieden in de zeventiende eeuw, bijvoorbeeld in Brazilië. Er was daar altijd een tekort aan voedsel. Dat is een heel belangrijke factor in het succes en falen van de West-Indische Compagnie.'
Johan Visser
Zutphen 1572. De geschiedenis van een bloedbad
Boom Uitgevers
208 pag. € 22,90