Wat is het probleem?
‘Kieskompas zegt dat de politieke ruimte twee dimensies heeft. De economische dimensie links-rechts, en een culturele dimensie conservatief-progressief.
‘Maar als je naar de partijposities kijkt, gaat dat niet op. Partijen die cultureel conservatief zijn, zijn in de praktijk altijd economisch rechts. Omgekeerd geldt dat ook voor links en progressief.
‘Alle partijen liggen op een rechte lijn in het kompas. Je hebt dus maar één dimensie nodig om partijstandpunten te verklaren: 27 van de 30 vragen in het kieskompas passen perfect op die ene lijn.’
Maar als kiezer kun je toch wel op een links-conservatieve of rechts-progressieve plek uitkomen?
‘De standpunten van kiezers zijn altijd diverser dan die van politieke partijen - zo divers dat twee dimensies niet voldoende zijn.
‘Op de progressief-conservatief-as stelt het kompas vragen over morele kwesties als abortus, maar ook over migratie. We weten dat die niet samenhangen. De kiezer van de PVV is op een heel andere manier conservatief dan de kiezer van de ChristenUnie.
‘Kieskompas gebruikt voor politieke partijen een tweede dimensie die niks toevoegt, en bij de kiezers slaan ze het verschil tussen moreel en cultureel conservatisme plat.’
En hoe zit het met de overgebleven drie vragen die niet op de lijn links-rechts vallen?
‘Van eentje, de vraag over privacy, kloppen de antwoorden gewoon niet. Volgens Kieskompas zijn FvD en PVV meer pro-privacy dan de SP en D66. Dat is aantoonbaar niet waar. De PVV wil foto’s van zedencriminelen online zetten en FvD wil cameratoezicht uitbreiden. Allebei tasten ze de privacy aan om veiligheid te vergroten. Ik zou die vraag het liefst negeren. Het klopt gewoon niet.’
En de andere twee vragen?
‘Die gaan over corona-maatregelen en het verhogen van de AOW-leeftijd, issues die niet links-rechts verdeeld zijn. Als je de antwoorden daarvan tegen elkaar afzet krijg je grofweg de PvdD en FvD aan de ene kant, en D66 en VVD aan de andere kant.
‘We weten niet helemaal hoe we deze dimensie moeten noemen. Is het een verschil tussen establishment en protest? Genuanceerd tegen ongenuanceerd? Iedereen is het eigenlijk eens met de links-rechts dimensie, maar over deze as wordt veel gediscussieerd. Die labels zijn allemaal pogingen om het te duiden. Je kan het net zo goed A tegen B noemen.’
Speelt deze nieuwe dimensie een grote rol in de politiek?
‘We moeten uitkijken dat we ons er niet blind op staren, terwijl de links-rechts-dimensie veel meer verklarende kracht heeft, en ook meer verklarende kracht heeft dan tien jaar geleden. Als je me toen had gevraagd naar deze dimensie had ik waarschijnlijk wel gezegd dat het belangrijk was. Partijen als GroenLinks en D66 stonden samen tegenover de SP en PVV bij issues zoals het afschaffen van de studiefinanciering. Op dit moment zit de tegenstelling alleen nog in de AOW-leeftijd en onenigheid over coronamaatregelen.
‘Is deze dimensie een grote tegenstelling in de Nederlandse politiek? Nee, het is een tegenstelling die we tegenkomen als we naar het Kieskompas kijken en eentje die lastig te duiden is, maar links-rechts is veel belangrijker.’
Kunnen voor de rest nog wel op Kieskompas vertrouwen?
‘Het laat een verandering zien van de partijen over de jaren heen, hoe ze zich over het politieke spectrum begeven. Dat is mijn grootste punt van ergernis, nog meer dan van de dimensies.
‘Als je wil meten hoe partijen veranderen moet je ze elk jaar dezelfde vragen stellen, maar de stellingen in het Kieskompas zijn elke verkiezing anders. Als er een jaar toevallig wat meer milieuvragen in het kompas zitten, en het andere jaar meer economische vragen dan zal je zien dat partijen verschuiven. Dat komt omdat je meetinstrument verandert. Je kan de posities tussen de jaren simpelweg niet met elkaar vergelijken. Het is bijna onverantwoordelijk om het zo te presenteren.’
André Krouwel, politicoloog aan de Vrije Universiteit Amsterdam en oprichter van Kieskompas, is het niet eens met de kritiek van Otjes.
‘We weten dat je voor opinies van Nederlandse kiezers wel een drie-, vier- of zelfs vijf-dimensionaal assenstelsel nodig hebt, maar dat is totaal niet gebruiksvriendelijk. Een eendimensionale lijn links-rechts verklaart hooguit 60 procent van de standpunten. Een tweedimensionaal spectrum de beste oplossing.’
Krouwel is het eens met Otjes dat verschuivingen in partijposities het best kunt bepalen door een aantal jaar dezelfde stellingen te meten. Toch vindt hij de aanpak van Kieskompas te verdedigen.
‘Als je de verkeerde issues neemt komt er nonsens uit, maar wij denken dat we op basis van uitgebreid onderzoek de meest relevante issues gebruiken. Kieskompas laat de bewegingen zien door de politieke ruimte op die onderwerpen. We suggereren trouwens niet dat die partijen op dezelfde plaats zouden staan als je andere stellingen gebruikt. Maar ook de relatieve posities zijn interessant om te volgen. Zo kun je zien waar partijen staan ten opzichte van elkaar, gebaseerd op de belangrijkste punten in het politieke debat op dat moment.’
Dat Otjes de stelling over privacy afschrijft, vindt Krouwel onterecht. ‘We proberen kiezers te helpen in een heel complexe zaak en daarvoor brengen we het terug naar vijf punten. Dan kun je zeggen: “Dat klopt niet helemaal.” Gek hè? Als je kijkt met de bril van vier jaar geleden is het inderdaad raar. Maar sindsdien is het debat over privacy verschoven van terrorismebestrijding naar het beschermen van burgers tegen de overheid. De PVV is nog steeds voor terrorismebestrijding, maar ze zijn tegen de staat die je mails leest. Onze plaatsing van partijen is gebaseerd op hoe partijen over privacy praten. Niet op de mening van een wetenschapper van buitenaf.’