Nieuws
Vernietigend rapport: hoe archeologenkoppel wegkwam met wangedrag, intimidatie, drankmisbruik en diefstal
De universiteit heeft maandag een ontluisterend rapport gepubliceerd over het decennialange schrikbewind van hoogleraar Caribische archeologie Corinne Hofman en haar partner en onderzoeker Menno Hoogland.
Sebastiaan van Loosbroek
maandag 13 mei 2024
Het portret van Corinne Hofman wordt opgehangen in de Senaatskamer van het Academiegebouw, maart 2018. Foto Marc de Haan

Dit artikel is op woensdag 15 mei aangevuld met extra informatie

In het 54 pagina’s tellende en geanonimiseerde rapport wordt uitgebreid uit de doeken gedaan aan welk wangedrag het duo zich schuldig heeft gemaakt. De onafhankelijke onderzoekscommissie, onder leiding van Leids universitair hoofddocent arbeidsrecht Yvonne Erkens, beschrijft een decennialange angstcultuur waarbij Hofman en Hoogland grensoverschrijdend gedrag vertoonden, de wetenschappelijke integriteit schonden, hun macht misbruikten en mogelijk strafbare feiten pleegden.

De commissie baseert het rapport op verklaringen van in totaal 37 informanten, onder wie negentien melders, elf vakgenoten en drie (voormalig) bestuurders.

Eind april kwam de Universiteit Leiden zelf naar buiten met het nieuws dat ‘een hoogleraar en diens partner’ zich jarenlang schuldig hebben gemaakt aan onder meer intimidatie, discriminatie, manipulatie, schreeuwen, uitlachen en bespotten van medewerkers, promovendi en studenten. Collegevoorzitter Annetje Ottow zei tegen Mare dat het wangedrag zich heeft afgespeeld tussen 1990 en 2023 en dat er negentien melders waren, zowel (oud-)medewerkers als (oud-)studenten.

Ottow wilde niet de namen van de beklaagden noemen, maar zei wel dat de hoogleraar op non-actief is gesteld en de universiteit een ontslagprocedure is begonnen. Ook zei ze dat beiden nooit meer welkom zijn op de universiteit. Op 30 april onthulde NRC dat het gaat om gelauwerd archeoloog Corinne Hofman en haar partner.

Hofman werd in 2007 aangesteld als hoogleraar in Leiden, was van 2013 tot 2018 decaan van de faculteit en ontving in 2014 de Spinozapremie, de hoogste Nederlandse wetenschappelijke onderscheiding.

Wildwesttaferelen

Het rapport, dat door de vele aantijgingen en wildwesttaferelen leest als een koortsdroom, legt bloot hoe ver het wangedrag van Hofman en Hoogland reikte, zowel op de faculteit als op veldwerkreizen en wetenschappelijke bijeenkomsten.

Zo tekent de commissie op dat toiletbezoeken tijdens veldwerk ‘strak werden gereguleerd’ en dat studenten en medewerkers werden ‘blootgesteld aan gevaar’ doordat een van de beklaagden zich schuldig maakte aan ‘gevaarlijk autorijden, ook onder invloed van alcohol’.

Studenten en medewerkers werden ‘blootgesteld aan gevaarlijke autoritten onder invloed van alcohol’

Een ander opvallend voorval is dat Hofman enkele medewerkers de opdracht heeft gegeven om Hoogland ‘in dronken en onhandelbare toestand te sussen en veilig terug te brengen naar het veldwerkverblijf’. Hofman en Hoogland maakten bovendien geregeld ‘hoogoplopende, bijna slaande ruzie’ met elkaar, ‘inclusief verbaal geweld en enige fysieke confrontatie’.

Tijdens veldwerkexpedities was er ‘onvoldoende aandacht voor bescherming van jonge vrouwen tegen ongewenste intimiteiten’ en werd er druk op medewerkers en studenten uitgeoefend ‘om alcohol te drinken en deel te nemen aan het plaatselijke nachtleven’.

Verder kregen de deelnemers aan het veldwerk onvoldoende eten, onvoldoende schoon water en slechte slaapgelegenheid.

De melders verklaren verder dat het stel ‘in hun omgang met anderen persoonlijke en professionele grenzen onvoldoende hebben gerespecteerd’ en de mensen om hen heen ‘hebben bestuurd als een disfunctionele familie’. Dat gebeurde door ‘excessieve controle, voortrekken en achterstellen, manipulatieve inzet van beloning en straf en loyaliteitsdwang’. Medewerkers die elders wilden gaan werken, konden rekenen op vergelding en werden “verraders” genoemd.

Gewelddadig

Het stel heeft vermoedelijk ook de wetenschappelijke integriteit geschonden, stelt de onderzoekscommissie. Het meest opvallende incident zou hebben plaatsgevonden tijdens een veldwerkexpeditie in 2009. Het stel wilde toen monsters nemen van menselijke gebitsresten in een plaatselijk depot, maar de plaatselijke autoriteit gaf daarvoor steeds geen vergunning.

Om deze monsters toch te kunnen bemachtigen, leidde Hofman de ‘plaatselijke autoriteit’ af door met die persoon in gesprek te gaan, terwijl Hoogland met twee promovendi het depot binnenglipte. Daar droeg Hoogland de promovendi op de gebitsresten te verwijderen. Toen zij dit ‘vanwege ethische bezwaren en het ontbreken van een vergunning’ weigerden, deed hij het zelf ‘met een tang, een hamer en een schroevendraaier, op gewelddadige wijze en zonder aandacht voor in de archeologie algemeen aanvaarde ethische en technische regels’, aldus het rapport. ‘Dit was illegaal en kwam neer op diefstal.’

Ook zou het stel de promovendi op een bedreigende manier een zwijgplicht hebben opgelegd, wat zij hebben ‘ervaren als intimiderend’.

Een melder moest tanden ‘met een nijptang of een multi-tool uit een schedel trekken’

In 2006 zou iets soortgelijks zijn gebeurd. Een melder moest toen menselijke tanden ‘met een nijptang of een multi-tool uit de schedel trekken’ en uit een depot meenemen. Ook hier was geen toestemming voor. De melder noemt dit ‘schokkend’, omdat de twee ‘blijkbaar geen ethische bezwaren zagen’.

Naast dergelijke wildwesttaferelen is het volgens de commissie ook aannemelijk dat Hofman en Hoogland er bij promovendi en postdocs op aandrongen co-auteur te worden ‘van publicaties waaraan ze geen wezenlijke bijdrage hadden geleverd of die de medewerker zelf wilde publiceren’. Ook probeerden ze ‘een hogere positie in de auteursvolgorde’ te bemachtigen voor publicaties waar ze ‘wél een bijdrage aan hebben geleverd’. Eén melder verklaart dat Hofman eigen werk heeft gebruikt voor twee verschillende publicaties.

Het gedrag van beiden heeft veel schade veroorzaakt bij de slachtoffers, zowel op het werk als in het persoonlijk leven. Ze voelen ‘verdriet, spijt, schaamte, frustratie, kwetsbaarheid en argwaan’. Sommigen noemen de impact tot op de dag van vandaag ‘traumatisch’, negen informanten zeggen een burn-out te hebben gekregen. Ook verklaren sommigen dat het hun loopbaan en zelfvertrouwen heeft aangetast of dat ze in een ‘gezondere werkomgeving’ meer hadden kunnen bereiken. Eén melder zegt materiële schade te hebben geleden.

Volgens de melders zijn er nog veel meer medewerkers slachtoffer geworden van het grensoverschrijdende gedrag van de twee, maar durfden zij dit niet te melden ‘uit angst voor vergelding’, gezien de vergaande invloed van Hofman in haar vakgebied en hun ‘internationale netwerk’. Degenen die wél aan de bel hebben getrokken, zeggen dat zij dit deden voor ‘erkenning van onrecht en persoonlijk leed’ en ‘te helpen voorkomen dat het gedrag van beiden zich zou voortzetten met nieuwe slachtoffers’. Ook hadden ze de indruk dat de universiteit nu meer dan voorheen bereid is werk te maken van probleemsignalen.

Tot zondebok gemaakt

Het stel is door de commissie om wederhoor gevraagd en zegt zich ‘niet te herkennen’ in de verwijten die ze daarom ‘met kracht afwijzen’. Ze ontkennen het vermeende ongewenste gedrag, hebben geen herinnering aan de gebeurtenissen of vinden dat de voorbeelden zijn verdraaid. Ze voelen ‘schrik, verbijstering, verdriet en pijn’ over het geschetste beeld. ‘Het raakt hen hard.’

Het duo is van mening dat de melders jaloers en gefrustreerd zijn en dat Hofman zondebok is gemaakt. Ook denkt Hofman dat het feit dat ze vrouw en wetenschapper is, bij anderen ‘gevoelens van angst, jaloezie en tegenwerking kan oproepen’. Dat is een opvallend verweer, aangezien het stel sommige vrouwen die zwanger waren benadeelde door hen buiten te sluiten, of te benoemen dat zwangerschap een belemmering was voor het werk.

Oud-rector Carel Stolker kan zich eerdere meldingen van het misbruik ‘niet herinneren’

Hoogland zegt een ‘medische verklaring’ te hebben voor ‘bepaalde aspecten van zijn gedrag’. Hij heeft sinds 2010 een chronische ziekte waarvoor hij medicijnen slikte, en volgens zijn behandelend arts zou zijn gedrag ‘typisch de bijwerkingen van de medicatie zijn’.

Hofman en Hoogland hebben de commissie tegenverklaringen van 59 personen voorgelegd, die ‘een zeer positief beeld van hun werk en gedrag’ schetsen. De commissie concludeert echter dat 57 verklaringen ‘niet of nauwelijks relevant zijn’.

Naaktzwemmen

Een van de verklaringen die wel relevant was, komt van hun zoon ‘die vaak mee is geweest’ op veldwerkreizen en alle meldersverklaringen heeft gelezen. Hij herkent zijn ouders niet in het geschetste beeld en bestrijdt de gebeurtenissen. Sterker: juist de melders zouden zich grensoverschrijdend hebben gedragen, betoogt hij, ‘variërend van het dragen van uitdagende kleding waar dat gegeven de plaatselijke cultuur niet respectvol was tot dwang om mee te doen aan naaktzwemmen en het tonen van het geslachtsdeel, bij wijze van grap’.

De commissie stelt vast dat zijn zienswijze ‘aanzienlijk verschilt van de grote lijn in de meldersverklaringen’.

Tekst gaat door onder kader

Wat wist oud-rector Carel Stolker?

Al aan het begin van het schrikbewind, in 1995 en 1999, zouden de eerste klachten zijn gemeld bij het toenmalige afdelingshoofd. Deze persoon heeft bij de commissie verklaard ‘hieraan geen herinnering te hebben’.

Saillant detail is dat de huidige decaan van de faculteit Archeologie, Jan Kolen, heeft verklaard al in 2018 meldingen over het stel te hebben ontvangen en dit op 3 april 2019 met de toenmalige rector magnificus te hebben besproken.

Dat was destijds Carel Stolker. Hij kan zich volgens het rapport ‘niet herinneren dat de meldingen toen zijn besproken’ en wijst erop dat ‘hij tijdens zijn rectoraat en voorzitterschap vaak meldingen kreeg van mensen die allerlei zaken onder zijn aandacht wilden brengen’. Van het gesprek is geen verslag gemaakt.

De vraag wat Stolker wel of niet wist, krijgt nog bestuurlijke implicaties. Want op de vraag of collegevoorzitter Annetje Ottow de kwestie ooit met haar voorganger heeft besproken, antwoordde ze dinsdag in NRC: ‘Ik heb wel eens tegen hem gezegd: “Ik vind het heel jammer dat er nu zoveel zaken naar boven komen en dat we dus nu met z’n allen dit probleem moeten oplossen.”’

Op de vervolgvraag hoe Stolker reageerde, antwoordt Otto: ‘Dat blijft tussen ons. En het gaat erom wat dit college nu doet.’ Stolker bestrijdt die lezing. ‘We hebben niets besproken’, schreef hij dinsdag op X. ‘Er is dus ook niets dat “tussen ons beiden” hoeft te blijven.’

De oud-rector kondigt aan zijn verhaal verder te verduidelijken bij de medezeggenschap. ‘Omdat het een bestuurlijke integriteitszaak is geworden, zal ik de universiteitsraad een brief sturen met mijn observaties. In de raad hoort het thuis.’

De onderzoekers benadrukken meermaals dat Hofman en Hoogland ‘verantwoordelijk zijn voor hun eigen gedrag’, maar dat dat ‘in belangrijke mate mogelijk is gemaakt door de omgeving’. Ze noemen de ‘cultuur in de faculteit ongezond’ en stellen dat ‘persoonsverheerlijking’ op de loer ligt als het gaat om het verwerven van onderzoeksgelden. Ook heeft de faculteit professionele hulp nodig om de gebeurtenissen te verwerken, voordat naar de toekomst kan worden gekeken.

In een interview in NRC zei collegevoorzitter Annetje Ottow dinsdag dat het faculteitsbestuur ‘zal doen wat noodzakelijk is’ en dat er momenteel een extern bureau wordt geselecteerd dat met een plan van aanpak moet komen.

Ook zegt ze de aanbeveling van de commissie tot ‘heling voor alle betrokkenen, inclusief de twee medewerkers in kwestie’ in de wind te slaan en de ontslagprocedure van Hofman toch voort te zetten. ‘Er is gewoon te veel gebeurd.’

Reactie Hofman en Hoogland: openbaarmaking niet gerechtvaardigd

Corinne Hofman en Menno Hoogland vinden de openbaarmaking van het onderzoeksrapport ‘prematuur en niet gerechtvaardigd’.

Dat laten ze via hun advocaat in een verklaring aan Mare weten. ‘Omdat onze namen via de media reeds bekend zijn, beschouwen wij de handelwijze van het college van bestuur als schending van onze privacy en als onrechtmatig. Met een stofkam is door ruim dertig jaar van ons werkzame leven gegaan, nota bene vanaf onze eerste schreden in de wetenschap.’

Het is ‘nooit onze intentie geweest welke grens dan ook te overschrijden’ maar ‘betreuren het zeer’ dat dit ‘in het licht van verschuivingen in het maatschappelijk perspectief toch zo ervaren is’, aldus het stel.

De onderzoekscommissie schrijft in het rapport dat het ‘de vraag is of sancties bijdragen aan heling van de faculteit Archeologie als gemeenschap’. Toch is het college overgegaan tot een ontslagprocedure. ‘Het college legt dit, geheel in de tijdgeest passende, advies ongemotiveerd naast zich neer en kiest voor een persoonlijke aanval en de gang naar de rechter.’

Hoe kan iemand dertig jaar lang de sfeer verzieken?

De universiteitsraad wil het rapport over het schrikbewind bespreken met het college van bestuur. Maar dat mag niet, omdat het over een specifieke casus gaat. ‘Er is te weinig reflectie.’

De namen van archeologenkoppel Hofman en Hoogland werden maandag niet genoemd tijdens de raadsvergadering.

‘De universiteit weet niet goed waar ze mee bezig is als het gaat om de aanpak van sociale onveiligheid’, zei Ella Picavet van studentenpartij DSP toen een beleidsmemo van het college over dat onderwerp werd besproken. ‘Het is raar en belachelijk dat nergens staat welke definities ze gebruiken voor sociale veiligheid. ‘De termen “ongewenst”, “ongepast” en “grensoverschrijdend gedrag” worden door elkaar heen gebruikt.’ ‘Er is heel weinig reflectie uit de organisatie op het bestaande beleid. Dat is zonde, zeker gezien de problematiek afgelopen jaren, en die nu nog speelt’, vond Rebekka van Beek van studentenpartij PBMS.

Picavet: ‘Het stuk is vooral “mooi weer praten”. Het is geen eerlijke beschouwing op wat er allemaal misgaat.’

De raad wil heel graag het archeologierapport met het college bespreken: dat bevat namelijk voor de hele faculteit relevante bevindingen. Maar dat mag niet, omdat het over een specifieke casus gaat, liet een ambtenaar tijdens een commissievergadering van de raad weten.

‘Ik vind dat nogal tegenstrijdig’, stelde Max van Haastrecht van personeelspartij PhDoc. ‘We kunnen focussen op de sector. Ik hoef niet per se heel erg diep in te gaan op die ene casus. Het gaat om de bevindingen in bredere zin.’

Picavet: ‘We willen ook dat het college met ons reflecteert op de zaak.’ ‘Theorie en praktijk liggen erg ver uit elkaar’, vulde Patrick Klaassen van personeelspartij UB aan. ‘We hebben een theoretisch model om sociale onveiligheid aan te pakken, maar de praktijk is dat iemand meer dan dertig jaar de sfeer kan verzieken. Meer actie is nodig.’

Mark Dechesne van personeelspartij LAG wil van het college weten waarom er niet eerder is ingegrepen. ‘Bij de meest recente personeelsmonitor in 2022 viel op dat er juist bij Archeologie veel medewerkers een gevoel van onveiligheid ervoeren. Ik heb toen ook gevraagd wat er aan de hand was, maar er volgde toen ook weinig reflectie.’

Problematisch is dat diegenen die veranderingen moeten doorvoeren in een faculteit wellicht zelf ook verdacht zijn, constateerde Van Haastrecht. ‘In deze zaak is dat het geval.’ Hofman was bijvoorbeeld een tijd decaan. ‘Hoe kunnen we hier goed mee omgaan? Kloppen de processen rond sociale veiligheid wel? We willen daarover in gesprek gaan met het college.’ Op 27 mei bespreekt de raad in ieder geval de update sociale veiligheid met het college. VB