Volgens Ed van de Berg, portefeuillehouder bedrijfsvoering van het faculteitsbestuur, is de werkdruk door de coronacrisis extra opgelopen, nemen de prestatie-eisen toe en blijft het aantal studenten stijgen. En dan is er nog de onderzoeksdruk: ‘Aanvragen worden complexer en competitiever’, aldus Van den Berg, die een presentatie gaf omdat het faculteitsbestuur ‘signalen’ kreeg dat het voor medewerkers niet duidelijk is hoe het bestuur de werkdruk de komende tijd gaat aanpakken.
Er is al een en ander in gang gezet. Zo zijn, na veel discussie in de raad, vorig jaar de programmanormen ingestemd waardoor het aantal vakken wordt teruggedrongen. Maar dat is nog niet genoeg. ‘Er komt de komende jaren veel geld naar de universiteiten, ook naar onze faculteit. Dat helpt om ons fundament te versterken, ruimte te geven aan divers talent en het verlagen van de werkdruk door meer universitair docenten en postdocs in te zetten bij bestaande vakken.’
Onvrede en stress
Een deel van dat rijksbudget is bedoeld voor starters- en stimuleringsbeurzen voor postdocs en universitair docenten. Die moeten leiden tot minder competitiedruk bij beursaanvragen.
Raadslid Jan Frans van Dijkhuizen, zelf universitair docent, had echter kritiek op dat plan. ‘Startersbeurzen zijn niet werkdrukverlagend en ook helemaal niet nodig. Sterker, ze zijn een heel groot probleem.’ Volgens hem leidt het tot ‘grote oneerlijkheden’. ‘Het is voor de sfeer niet goed als mensen die hier al vijftien jaar lang werken, moeten zien hoe jonge mensen opeens een beurs krijgen, waar de ouderen keihard voor moeten vechten.’
Decaan Mark Rutgers snapte die kritiek en benadrukte dat vanuit het Rijk nog onduidelijk is hoe het geld kan worden besteed: ‘Ik wil jongeren graag wat meer lucht geven in het begin van hun carrière, maar of dit de weg is, is inderdaad de vraag. De middelen zijn niet voldoende om iedereen een beurs te geven, dus wie geef je die wel en wie niet? Ongelijke behandeling creëert ook onvrede en stress.’
Verlies van goede docenten
‘En verlies van goede docenten’, reageerde raadslid Elizabeth den Boer. ‘Dat moet vermeden worden.’ Rutgers: ‘We willen de middelen heel graag hebben, dus we kunnen er niet zomaar nee tegen zeggen. Het is de vraag hoe we ze zo goed en breed mogelijk kunnen inzetten. Daar wordt landelijk hard aan getrokken.’
Op de kortere termijn wil het faculteitsbestuur op andere manieren lucht brengen, zei Van den Berg. ‘Ik ga de komende maanden met alle opleidingen en instituten uitzoeken wat ze kunnen doen om een betere werkbalans te vinden.’