Afgelopen zomer kende het faculteitsbestuur de faculteitsraad het zogenoemde ‘instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting’ toe. Er werd overeenstemming bereikt over wat deze hoofdlijnen zouden zijn, en er werd al daadwerkelijk over de begroting gestemd. Maar in een brief schrijft rector magnificus Carel Stolker dat een wijziging van de bevoegdheden van de faculteitsraden niet aan de orde is geweest. ‘Het instemmingsrecht heeft alleen betrekking op de universitaire begroting en niet op de begroting van afzonderlijke faculteiten. Voor de faculteitsraden geldt, onveranderd, adviesrecht op de begroting van hun faculteit.’
Volgens de studenten is dat een uitleg van de huidige universitaire regeling, en niet zozeer een wettelijke uitleg. Volgens de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) kán het instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting ook aan faculteitsraden worden toegekend. Toen de studiefinanciering werd afgeschaft, zou de universitaire medezeggenschap meer macht krijgen om ervoor te zorgen dat het geld dat het nieuwe leenstelsel oplevert, ook daadwerkelijk naar de verbetering van de onderwijskwaliteit gaat.
Het bestuur van de FSW besloot dat recht dan ook te verlenen, maar komt daar nu noodgedwongen op terug. ‘We hebben iets te vroeg onze eigen interpretatie gegeven’, zei decaan Hanna Swaab tijdens de faculteitsraadvergadering. Faculteitsbestuurslid Paul Nieuwenburg: ‘We zijn op de troepen vooruitgelopen en teruggefloten.’ De studentgeleding van de faculteitsraad reageerde gepikeerd. ‘Tegenover het geld dat het leenstelsel oplevert, stond meer inspraak. Dat is nu niet het geval. Wij hebben de brief van de rector niet met plezier gelezen’, zei Sjoerd Stikvoort van studentenpartij SGL. ‘Een vergadering lang zijn er richtlijnen vastgesteld, en die worden met een brief van de rector nu weer volledig teniet gedaan’, reageerde Willem Prisse, tevens van de SGL.
Het faculteitsbestuur begreep de bezwaren van de studenten, maar zei niets te kunnen doen. Nieuwenburg: ‘We maken onderdeel uit van een hiërarchische organisatie.’ Faculteitsbestuurslid Rolf Oosterloo: ‘Als het college van bestuur zegt: “Daarover mag je niet onderhandelen met je raad”, dan zijn jullie bezwaren misschien volstrekt legitiem, maar dan kunnen wij daar niets aan doen. Het college van bestuur mandateert haar decaan. En haar handen zijn wat dit betreft gebonden. Wij willen ruimhartig omgaan met het adviesrecht. Maar we kunnen jullie niet geven wat ons niet gegeven wordt.’
Swaab: ‘Wij wegen advies en instemming gelijk. Er is misschien een verschil in betekenis, maar in de uitwerking is er wat ons betreft weinig verschil.’ Maar daar legden de studenten zich niet meteen bij neer. Prisse: ‘Als er zo weinig verschil is, waarom zouden we het dan weer wijzigen?’ Swaab: ‘Omdat het formeel gezien wel een verschil is.’ Oosterloo: ‘Zet je relaties met de universiteitsraad in. Daar moet het nu gaan gebeuren.’
Prisse laat namens de studentgeleding weten dat de studenten het er niet bij laten zitten, en dat ze de discussie naar de universiteitsraad willen verplaatsen. Studentraadslid Victor Pak (BeP): ‘Het college van bestuur en de andere faculteiten zouden juist de lijn van het FSW-bestuur moeten volgen, voordat zij op de vingers werd getikt.