“RAPE HAPPENS AT WIJNHAVEN”, staat er op een van de met verf besmeurde protestbordjes van de 150 boze studenten die zich hebben verzameld in Den Haag.
Een mannelijke voorbijganger vraagt verschrikt: ‘Wat is er gebeurd? Is er iemand verkracht op de universiteit?’ Zijn buurman stelt hem gerust: ‘Nee, er is alleen een praatgroep voor slachtoffers van seksueel geweld opgeheven.’
Volgens Zonne Groenberg is dat precies de reden waarom het protest deze donderdagmiddag zo fundamenteel is. ‘Er is simpelweg te weinig bewustwording.’ De student security studies las net als vele andere aanwezigen over de ‘sit-in’ op Instagram. ‘Ik heb veel mannelijke vrienden die zich volledig onbewust zijn van seksuele intimidatie. Ze hebben zoiets nooit meegemaakt en dat zal waarschijnlijk ook niet gebeuren.’
Stopgezette praatgroep
De demonstratie in Wijnhaven draait om steungroep CARE, of eigenlijk, de ontbinding daarvan door de Leidse universiteit afgelopen juni. Aan het begin van vorig academisch jaar werd het idee geïntroduceerd: een praatgroep voor slachtoffers van seksueel geweld, onder begeleiding van twee psychologen. Maar al drie maanden na de start ontving de groep slecht nieuws.
Daarom bezetten boze studenten nu de Spaanse trappen van het Wijnhavengebouw. ‘Er werd gezegd dat er te weinig geld was, dus moest er voortaan maandelijks in plaats van wekelijks worden afgesproken’, zegt de oprichter van de protestcampagne A Survivor at Leiden, die anoniem wil blijven. Ze was zelf tot voor kort frequent bezoeker van de CARE-groep. ‘In juni werd het programma uit het niets helemaal geannuleerd.’
Het financiële argument gaat volgens haar niet op. ‘Als de universiteit groepen zoals Minerva financieel steunt, zouden ze op zijn minst kunnen investeren in onze mentale gezondheid.’
Hoewel Groenberg nog druk aan het lezen is op haar laptop voor het college van morgen, moest en zou ze vandaag aanwezig zijn. ‘We komen hier om te studeren. Er moeten dus maatregelen zijn voor het geval er iets met je gebeurt, zodat je weet dat je wordt beschermd.’
De universiteit speelt daarin een cruciale rol, zo vindt ook Corentine Le Goff, student International Relations. ‘Een praatgroep is belangrijk zodat je iets hebt om op terug te vallen. Elke universiteit heeft een verantwoordelijkheid om te zorgen voor haar studenten.’
Preventie
Universitaire campagnes en bijvoorbeeld de deelname aan wereldwijde acties zoals Orange the World (waarbij oranje verlichte gebouwen de aandacht moesten richten op geweld tegen vrouwen) zijn voor Le Goff niet genoeg. ‘Voorkomen is één ding, maar de universiteit moet er ook zijn voor de slachtoffers. Het is niet zo dat seksueel geweld ineens verdwijnt bij preventief handelen.’
Maar zelfs in termen van preventie schiet de universiteit tekort, aldus de organisator van het evenement die de menigte luidkeels toespreekt.
‘Er werd ons beloofd dat er geïnvesteerd zou worden in andere maatregelen in plaats van CARE, maar we hebben daar tot nu toe letterlijk niets van gezien. In Amsterdam zijn er zelfs vier praatgroepen, Leiden zou daar een voorbeeld aan moeten nemen.’
Andere sprekers volgen, onder wie Red, van The Feminist Club Amsterdam: ‘De patriarchale instituties maken de weg naar herstel moeilijker. Dus stop nooit met vechten tegen het patriarchaat, breng CARE terug!’
De zaal begint te schreeuwen: ‘BRING BACK CARE! BRING BACK CARE! BRING BACK CARE!’
Het tweetal bewakers dat achter de receptie zit kijkt bezorgd toe. Er was toch afgesproken om een stille sit-in te doen bij de Spaanse trappen?
Miscommunicatie tekent tot dusver het dispuut over CARE, vindt Martino, penningmeester van De Haagse Studentvakbond. ‘De universiteit zei tegen ons dat we geen luidsprekers mochten gebruiken, maar dat toespraken wel toegestaan zouden zijn met “normaal stemgeluid”. Toen we zojuist begonnen bleek het alsnog te luid, maar anders kunnen de mensen achter op de trappen het helemaal niet horen. Blijkbaar heeft de universiteit andere grenzen dan wij hebben als het gaat om wat normaal is.’
De Haagse Studentvakbond is pas in februari opgericht, maar is solidair met de slachtoffers van seksueel geweld, zegt Martino. ‘Het is best ironisch. Een van onze slogans is: “Stop het geweld, wij zullen niet zwijgen”, maar ons wordt nu letterlijk het zwijgen opgelegd.’
De initiatiefnemer van de demonstratie spreekt opnieuw de zaal toe. ‘De universiteit luistert niet naar ons. Er moet gewoon van alles meer zijn, behalve van verkrachting.’ In juli stuurde ze een open brief aan de universiteit en startte een petitie om die onder de aandacht te brengen, zegt ze. ‘Ik wacht nu al drie maanden op een reactie van het Diversity Office. We hebben meer dan 5.000 handtekeningen, en er is nog steeds niks gebeurd.’
Ze laat zich echter niet uit het veld slaan. ‘Volgende keer zullen we nóg meer lawaai maken, dan gaan we de boel eens even flink verstoren. Net zo lang tot onze eisen worden ingewilligd.’
‘CARE was vanaf het begin een tijdelijk project dat met hulp van een subsidie mogelijk is gemaakt’, laat Diversity Officer Aya Ezawa desgevraagd weten. ‘Opgeheven is dus niet echt het juiste woord, althans niet zonder de context dat het om een pilot ging.’
‘CARE beoogt in groepsverband met professionele begeleiding een veilige ruimte te bieden om persoonlijke ervaringen te delen en te verwerken, alsook een gemeenschap te creëren die elkaar buiten de sessies steun en vriendschap kan bieden. Helaas kwam die gemeenschap tijdens de pandemie niet van de grond.’
Over de reactie die volgens een student uitbleef, zegt Ezawa: ‘Ik ontving inderdaad tijdens het zomerreces mails, en heb hierop antwoord gegeven nadat collega’s weer bereikbaar waren na hun vakantie en er ook meer duidelijkheid was over het vervolg.’
De groep komt waarschijnlijk niet terug, maar er komt wel een alternatief, volgens Ezawa. ‘We merken aan de reacties dat er met name behoefte is aan een duidelijk aanspreekpunt voor studenten die seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben meegemaakt, een gemeenschap die steun biedt en professionele begeleiding. Dit is echter iets wat de doelstelling van CARE overstijgt. We zijn op zoek naar een aanpak die een bredere groep studenten kan bedienen en duurzaam ingebed kan worden.’
De oprichter van A Survivor at Leiden laat desgevraagd weten dat ‘niemand, zowel de deelnemers als de psychologen, zich bewust was van de tijdelijkheid van het project.’ Ook heeft ze al meermaals naar Ezawa gecommuniceerd dat het creëren van een gemeenschap – een van de doelstelling van de aangeboden hulp – onmogelijk is zonder de hulp van psychologen. ‘Wanneer gevoelige onderwerpen zoals verkrachting en aanranding centraal staan in gesprekken, zijn psychologen nodig om het gesprek te begeleiden en ons te helpen kalmeren.’