Vorige maand ontstond ophef over de inzet van beveiligers in burger en andere maatregelen in het Wijnhavengebouw in Den Haag, zoals het fotograferen van medewerkers en studenten. De raad werd daarover niet vooraf door het college geïnformeerd, ook al beweerde het college eerder dat dat wel het geval was. Pas recentelijk kreeg de raad achter gesloten deuren updates over ontwikkelingen rond beveiliging.
Bovendien concludeerde de raad op basis van ingewonnen juridisch advies adviesrecht te moeten hebben gehad op het invoeren van de nieuwe beveiligingsmaatregelen.
Dat weersprak vice-collegevoorzitter Martijn Ridderbos tijdens de vergadering.
‘In de wet staat dat we voorgenomen besluiten moeten voorleggen. Dat is hier niet, dit gaat over beleid. Dat willen we in principe ook voorleggen, maar als het gaat om specifieke maatregelen die we in crisissituaties opleggen, hoeft dat niet langs de raad.’
Daarop riposteerde personeelsraadslid Joost Augusteijn (LAG) dat omdat de beveiligers mogelijk ook personeelsleden volgen, het besluit juridisch gezien wel degelijk aan de medezeggenschap had moeten worden voorgelegd.
Zorgplicht
Voorafgaand aan de vergadering had de raad al een flink aantal vragen gesteld over de opgeschaalde beveiliging, maar dat leidde maandag niet tot meer openheid. Ridderbos gaf aan dat hij al informatie had verstrekt aan de universiteitsraad tijdens een besloten vergadering, en dat hij die informatie niet in het openbaar kon herhalen.
Ridderbos: ‘Als college hebben we een zorgplicht voor de veiligheid van studenten en medewerkers. Sommige dingen kunnen we niet in de openbaarheid vertellen omdat we daar mensen mee op ideeën kunnen brengen.’
Studentraadslid Michel Vermeer (DSP-SC) wilde toch weten op aanwijzing van welke instantie de universiteit beveiligers in burger inzet in het Wijnhavengebouw. ‘Ik snap niet hoe de naam van die instantie noemen de veiligheid in geding brengt. Ik vind dat we recht om te weten wie dat is.’ Daarop antwoorde Ridderbos dat die informatie al was gedeeld in de vertrouwelijke vergadering.
Augusteijn nam hier geen genoegen mee. ‘We hebben tijdens het vertrouwelijk overleg informatie gekregen, maar dat betekent niet dat we álle informatie hebben gekregen of het eens zijn over het beleid. Het is niet afdoende om te zeggen dat jullie om veiligheidsredenen geen antwoord geven. Veiligheidsdiensten hebben een neiging om alles een risico te noemen. Waarom nemen jullie ons en de gemeenschap niet meer in mee in waarom jullie dit beleid voeren?’
Ridderbos bleef echter zwijgen. ‘Ik heb openbaarheid gegeven in een vertrouwelijke vergadering.’ Wel kon hij delen hoeveel de beveiliging kost. Naar schatting kosten de afdeling veiligheidszaken en alle extra maatregelen samen voor 2024 ongeveer 1,6 miljoen euro.
U-mail
Augusteijn benadrukte de ingrijpende gevolgen van de strengere beveiliging. ‘Ik wil benoemen hoeveel onrust het heeft teweeg heeft gebracht onder studenten dat er beveiligers in burger worden gebruikt. Ik hoor van studenten die niet naar college willen gaan, die het gevoel krijgen dat ze etnisch geprofileerd worden bij toegangscontroles. Er zijn mensen die aan mij vragen of de beveiliging in de u-mail kan en mag controleren. Studenten met een bepaalde politieke overtuiging krijgen het gevoel dat ze gericht gehinderd worden als ze bijeenkomsten willen organiseren. Er is een ontzettend wantrouwen bij studenten en medewerkers.’
Ridderbos: ‘We vinden het vreselijk dat mensen met deze gevoelens onze gebouwen in lopen. We moeten wel balanceren tussen die gevoelens en veiligheid.’
Augusteijn: ‘Zou het college kunnen bevestigen dat u-mail van studenten niet gecontroleerd wordt door veiligheidszaken?’
Daarop antwoordde Ridderbos dat hij ‘uit oog van vertrouwelijkheid daar niks over kan zeggen’. Augusteijn: ‘Dat impliceert dat het wel mogelijk is.’
Ontheffing
De raadsleden trokken ook de wettigheid van de inzet van beveiligers in burger in twijfel. ‘Op basis van de wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus de beveiligingsorganisatie wordt gecontroleerd en gecertificeerd door de politie’, aldus Ridderbos. ‘De politie geeft een beveiligingsbedrijf ontheffing om in burger te werken, die krijgen dan een zogenaamde grijze pas.’
Mare deed hierover navraag bij de afdeling korpschefzaken van de politie. Die gaf aan dat het verlenen van een ontheffing voor ongeüniformeerd beveiligen van zaak tot zaak wordt beoordeeld, en zeker niet als algemene ontheffing aan een bedrijf wordt vergund. Ook is een grijze pas voor algemene beveiligers wel een voorwaarde voor de ontheffing, maar de pas zelf hebben is niet voldoende.
Universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke liet na de vergadering aan Mare weten dat ‘de beveiliger die in burgertenue mag optreden een vinkje heeft op de grijze pas, bij het vakje “persoonsbeveiliger”. Dat vinkje is de ontheffing. Als de politie geen ontheffing verleent, krijgt zo iemand dat vinkje niet. De beveiligers in Wijnhaven hebben deze ontheffing.’