Ismail Ziada verloor in 2014 zijn moeder, drie broers, schoonzussen en een neefje nadat hun woning in het vluchtelingenkamp in Gaza met de grond gelijk werd gemaakt. ‘Operation Protective Edge’, noemde het Israëlische leger het. Meer dan tweeduizend Palestijnen kwamen daarbij om het leven. Destijds beschreef een onderzoek van de Verenigde Naties de operatie als een ‘ongekende verwoesting van burgerdoelen’.
‘Ondanks wereldwijde kritiek hebben slachtoffers nooit de mogelijkheid gekregen om gerechtigheid te zoeken in de Israëlische of Palestijnse rechtbanken’, vertelt Helen Duffy, jurist en hoogleraar Internationale Mensenrechten en Humanitair Recht.
‘Ziada spande een civiele zaak aan tegen voormalige Israëlische commandanten Benny Gantz en Amir Eshel bij de Nederlandse rechtbanken, maar die besloten dat de commandanten immuniteit hadden tegen civiele procedures bij buitenlandse rechtbanken.’ Onterecht, vindt Duffy. ‘Er bestaat niet zoiets als immuniteit voor individuen voor oorlogsmisdaden. Daarom stappen we nu naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens om een zaak aan te spannen tegen de Nederlandse rechtbanken.’
Duffy geeft niet alleen onderwijs bij het Grotius Centrum in Leiden, maar ze leidt een eigen internationale praktijk genaamd ‘Human Rights in Practice’. Ze staat cliënten bij in zaken tegen landen die de internationale rechten van de mens niet volgen. ‘Ik houd me bezig met allerlei onderwerpen, maar de laatste tijd wel veel met Israël en Gaza.’
Waarom de Nederlandse rechtbank tot deze beslissing is gekomen, begrijpt Duffy niet. ‘Ik denk dat de Nederlandse rechtbank de immuniteit van een staat verwart met immuniteit van het individu. Commandanten, en zeker voormalig commandanten, hebben geen immuniteit als het gaat om oorlogsmisdaden.
‘Het aanvallen van burgers, het met de grond gelijk maken van huizen en vluchtelingenkampen; het gebeurt nog steeds’, stelt Duffy. ‘Hoe relevant zijn mensenrechten als ze constant geschonden worden? Ik snap heel goed dat mensen zich dat afvragen.’
Toch ziet Duffy juist nu hoe belangrijk het is dat we mensenrechten hebben. ‘De relevantie wordt momenteel dan wel uitgedaagd, maar aan de andere kant zien we ook dat ze gebruikt kunnen worden om de rechtbank te betreden. De wet kan de meest kwetsbaren beschermen en zelfs de meest machtigen ter verantwoording roepen. De huidige situatie van straffeloosheid in Gaza ligt niet aan de wetten zelf, maar aan het onvermogen ze te respecteren en serieus te nemen.’
Haar eigen taak als academicus wil ze ook niet onderschatten. ‘Academici hebben een rol te vervullen: rigoureus en niet bang zijn om de kracht van de wet te gebruiken om moeilijke realiteiten te bespreken en aan te pakken’, schrijft ze in haar blog. Ook vindt ze het belangrijk om te voldoen aan de wens van studenten om met elkaar in gesprek te gaan over controversiële juridische kwesties. Zo nam ze deel aan een paneldiscussie met studenten over de rol van rechtbanken in Gaza.
Rechten respecteren
Dat Nederland niet deelneemt aan de stemming voor een tijdelijk staakt-het-vuren in Gaza, is Duffy zeker niet ontgaan. ‘De rechtbank zou los moeten staan van politieke overwegingen, dus de uitspraak van de Nederlandse rechtbank in de zaak van mijn cliënt moet niets te maken hebben met de vertegenwoordiging van de staat Israël of het beleid van de Nederlandse regering. De rechtbank moet zich aan wetten houden en de toegang tot gerechtigheid beschermen. Politieke overwegingen horen daar niet bij.’
Over de reden dat Nederland zich onthoudt van stemming, wil de internationaal jurist niet speculeren. ‘Het roept wel interessante vragen op. Welke verantwoordelijkheid heeft Nederland om ervoor te zorgen dat we geen oorlogsmisdaden steunen? We moeten toch zorgen dat de rechten van de mens gerespecteerd worden, maar er heerst tegenzin in het willen dealen met dit soort zaken.’
Met oog op de huidige situatie in Gaza, is deze zaak extra belangrijk, vindt Duffy. ‘Er worden nu opnieuw oorlogsmisdaden gepleegd, met toenemende intensiteit. Het draait niet alleen om gerechtigheid voor meneer Ziada en zijn familie. Het gaat ook over het verbeteren van de toegang tot gerechtigheid voor slachtoffers van oorlogsmisdaden. De cyclus waarbinnen internationale mensenrechten in Gaza constant onbestraft geschonden worden moet doorbroken worden.’