Hoogleraar rechtsgeleerdheid Egbert Koops had zich erop verheugd: weer een echt college met echte gezichten in de zaal. De universiteit mocht namelijk deels weer open, hoorden docenten en studenten eind april.
Onder druk van de verhalen over het welzijn van studenten in de media werd er nog snel van alles op touw gezet om elkaar fysiek te kunnen zien. Voor het eerstejaarsvak Romeins recht, een vak gevolgd door 1200 rechtenstudenten, had Koops bedacht om een aantal verdiepingscolleges te geven. ‘Gewoon een leuk verhaal van drie kwartier, over hoe de stof van deze week aansluit op ons eigen onderzoek.’
Hij reserveerde er de grootste zaal van het Gorlaeus voor, zodat er 152 studenten in zouden passen met anderhalve meter afstand. Alleen: ‘We hadden maar 23 aanmeldingen, waarvan er veertien kwamen opdagen. Het was hartstikke leuk en ze waren heel gemotiveerd, maar dan heb je dus dat gigantische lab waar 700 mensen in passen in normale tijden, met een heel gezellig klein groepje van veertien studenten.’
Zelf kiezen
‘Een week later kwamen er maar acht opdagen, toen hebben we de stekker eruit getrokken. Blijkbaar heeft niemand er behoefte aan, zo halverwege de rit.’
Dat zag ook universitair docent klinische psychologie Kim de Jong, die een poll hield onder haar studenten om te ontdekken waarom er zo weinig mensen komen. ‘Eigenlijk gaf meer dan de helft aan dat ze het makkelijker vinden om te kijken op een zelf te kiezen moment’, zegt De Jong.
De Jong geeft het vak Psychotherapy: research, theory and practice, één van de grotere keuzevakken van de bachelor psychologie. 300 studenten volgen het vak, maar eind mei gaf ze een college voor vier studenten. Veertien keken mee met de livestream.
Netflixgeneratie
Nu komen er altijd wel minder studenten naar college aan het eind van het semester, zegt De Jong, maar dit is wel uitzonderlijk.
Ze vraagt zich af: ‘Hebben we een soort Netflixgeneratie gecreëerd van studenten? Als mensen op die manier college willen volgen is dat ook goed, maar dan moet ik het op een andere manier aanbieden. Misschien meer met kennisclips, zoiets. Maar als je dat voorstelt bij de opleidingscommissie, krijg je te horen dat studenten dat niet willen.’
Daar zit een discrepantie, zien de docenten, tussen wat studenten zeggen te willen en de praktijk. Koops: ‘Volgens mij willen studenten helemaal niet per se on campus college volgen. Volgens mij is wat ze willen het recht om zelf te beslissen. Ze willen de vrijheid terug om te kunnen kiezen om niet naar college te gaan.’
Bij geneeskunde komen studenten over het algemeen wel opdagen, zegt hoogleraar Onno Meijer. Hij geeft onder meer een kernvak in het tweede jaar van geneeskunde. ‘Maar wij hebben bij het LUMC de luxe dat we allemaal studies hebben waar geselecteerd wordt’, denkt Meijer. ‘Die mensen zitten al heel hoog in hun motivatiegraad.’
Er doorheen zitten
Als het college niet gaat over tentamenstof, neemt de animo wel wat af, ziet Meijer. Net als Koops organiseerde hij bij biomedische wetenschappen een aantal verdiepende symposia, ‘vooral met als doel om studenten elkaar weer te laten ontmoeten in de pauzes’. De ene keer kwam de helft van de studenten, de andere keer maar tien van de zeventig.
En ook zijn er studenten die helemaal afhaken. ‘Mijn indruk is dat er meer mensen dan normaal nergens meer komen opdagen. Als mentor heb ik een student die er helemaal doorheen zit, van hem hoor ik dat veel andere mensen het ook niet meer zien zitten.
‘Ik kan het me levendig voorstellen. Het zou de tijd van je leven moeten zijn, dat wordt je zogezegd afgenomen. Maar ik denk wel dat een groot deel van onze studenten dolgelukkig is dat ze weer naar het LUMC mogen komen.’
De Jong hoopt vurig dat er straks na corona weer meer studenten in haar colleges zitten. ‘Ik stem heel veel af met de zaal: beginnen mensen al in te zakken, hebben we een pauze nodig, hebben ze dit al gehad bij een ander vak? Dat gaat lastig met vier studenten.’
‘Normaal blijven sommige studenten plakken na college met vragen die ze persoonlijk willen stellen, dat zijn vaak leuke gesprekken. Ook als docent is het leuk dat studenten iets willen weten over jouw vak. Die interactie mis je wel.’
Sociale druk
Koops organiseerde voor verschillende vakken online vragenuurtjes voor dat soort vragen. Daar kwamen ‘op z’n best vijftien tot twintig studenten op af, maar soms ook één’. Toch heeft hij goede hoop voor na de pandemie.
‘Mijn indruk is dat sociale druk meespeelt, en dat die verdwijnt als je elkaar niet genoeg fysiek ziet’, zegt Koops. ‘Studenten moeten op een bepaalde manier weten: ergens in Leiden is een plek waar nu 150 mensen samen zijn, en ik ben daar niet bij.’
Of de universiteit in september weer volledig open mag, is nog niet duidelijk. Uiterlijk in juli geeft het OMT daarover advies aan het kabinet.