Dat zei het faculteitsbestuur vorige week donderdag tijdens een ingelaste faculteitsraadsvergadering naar aanleiding van het onderzoeksrapport over het decennialange wangedrag van archeologen Corinne Hofman en haar partner Menno Hoogland.
In dat rapport adviseert de onderzoekscommissie om ‘de organisatiecultuur van de faculteit Archeologie te verbeteren’ en om ‘een vorm van nazorg’ in te schakelen ‘voor alle betrokkenen die nu aan de faculteit verbonden zijn’. Het rapport stelt dat ‘het verleden alleen een plaats kan krijgen’ als alle betrokkenen ‘worden meegenomen in een proces van verwerking met hulp van gekwalificeerde professionals’.
Welke externe partij daarmee aan de slag gaat en wat de opdracht concreet inhoudt, is nog niet duidelijk. ‘Er wordt nu aan de opdracht gesleuteld’, zei decaan Jan Kolen. ‘Het moet zo snel mogelijk gebeuren.’ De opdracht wordt verstrekt door het cvb.
‘We hebben expertise nodig om met elkaar te doorleven waar het is misgegaan en wat we nodig hebben om het beter te doen’, vulde directeur bedrijfsvoering Jan Pronk aan. ‘We gaan méér doen, met méér urgentie.’
Sociale veiligheid
Faculteitsraadslid Letty ten Harkel vroeg zich af of het bestuur denkt dat dergelijk wangedrag ‘nog een keer kan gebeuren’. Pronk: ‘Daar kun je nooit je hand voor in het vuur steken. We moeten een mechanisme hebben waarbij problemen sneller naar boven komen, adequater wordt gereageerd en actief ingegrepen. Dat men er vertrouwen in heeft dat er niet wordt weggekeken, maar het wordt aangepakt. Als dat er al veel eerder was geweest, was het nooit zo misgegaan.’
Tegelijkertijd wijst het bestuur erop dat er sinds 2018 al veel is gedaan om de sociale veiligheid te verbeteren. Zo is er een gedragscode veldwerk ingesteld, onder meer om (drankgerelateerde) excessen tijdens veldwerk te helpen voorkomen. In de code staat ook dat er een ‘absoluut verbod is op fysiek en mentaal misbruik, de exploitatie van archeologische arbeid, seksuele relaties tussen leden van het team en studenten, iedere vorm van discriminatie, bedreigend gedrag, en van seksuele, fysieke of mentale intimidatie’.
Daarnaast verplicht de faculteit een active bystander-training. ‘Tot nu toe is vijftig procent van de medewerkers daar geweest, de rest komt in het najaar’, aldus Pronk. Ook probeert de faculteit vertrouwenspersonen ‘zichtbaarder’ te maken.
Desondanks blijkt uit de Personeelsmonitor 2022 dat twintig procent van de archeologen wel eens ongewenst gedrag ervaart, tegenover 14 procent universiteitsbreed. Maar liefst 36 procent geeft aan wel eens getuige te zijn geweest van ongewenst gedrag naar collega’s (19 procent universiteitsbreed). Daarnaast laat de monitor zien dat personeel het lastig vindt elkaar op ongewenst gedrag aan te spreken.
‘We zijn er nog lang niet’, zei Pronk. ‘Er zijn nog steeds elementen van een ongezonde cultuur aanwezig. Dat los je niet op in een paar jaar tijd.’ Wel benadrukte hij dat de Personeelsmonitor 2022 verbetering laat zien ten opzichte van die uit 2018.
Pronk: ‘Dat de faculteit onveiliger zou zijn geworden, klopt niet.’ Zo scoort Archeologie een 7,5 op de vraag hoe veilig iedereen zich voelt en beoordelen medewerkers de ‘sociale inclusiviteit’ (7,3 in 2022 versus 6,5 in 2018) en hun direct leidinggevende (6,8 in 2022 versus 5,3 in 2018) hoger.
Financien
Het bestuur merkte verder op dat er ‘zorgen’ bestaan over de financiële situatie van de faculteit. ‘Er gaat namelijk een verhaal rond dat de casus (Hofman, red.) is gebruikt om de slechte financiële situatie te maskeren’, zei Kolen. Hij doelt daarmee op het verweer van Hofman in het rapport, waarin zij stelt dat zij ‘een zondebok wordt gemaakt voor financiële problemen die nu spelen op de faculteit’. Ook enkele media namen dat verweer over.
‘Maar we zijn meerjarig stabiel, gezond en hebben helemaal geen financiële problemen’, stelde Pronk de raad gerust. Dat onderbouwde hij met een overzicht van de realisatie van de afgelopen jaren en de bestuurlijke financiële rapportage.
Mare vroeg het bestuur of het niet heel opmerkelijk is dat er op basis van een enkele zin in het rapport vooral zorgen zijn over de financiën, terwijl het rapport vol staat met problematiek rondom sociale veiligheid en wetenschappelijke integriteit. Daarop antwoordde Pronk dat daar wel degelijk vragen over zijn gekomen, maar dat die in eerdere besloten bijeenkomsten al aan de orde zijn gesteld.
Het college wil Hofman ontslaan, terwijl de onderzoekscommissie in het rapport schrijft dat ‘het de vraag is of sancties bijdragen aan heling van de faculteit’. Op de vraag of het faculteitsbestuur achter het besluit van het college staat om Hofman te ontslaan, reageert Pronk: ‘Dat is een besluit van het college van bestuur, daar kunnen we niks over zeggen.’ Kolen: ‘Maar de conclusie in het rapport dat de omgeving een rol heeft gespeeld valt niet te bestrijden.’
Lees ook: Het wangedrag bij archeologie is structureel en seksisme wijdverspreid
De universiteitsraad is kritisch over de plannen van het college van bestuur om de sociale veiligheid te verbeteren. De raad vindt dat er te weinig structurele maatregelen worden genomen.
De affaire bij archeologie toonde volgens Ella Picavet van studentenpartij DSP aan dat het college vaak reactief handelt en bezig is met het ‘behandelen van symptomen’, zei ze maandag tijdens een vergadering van de raad. ‘Pakken we de oorzaken aan, of blijven we pleisters op wonden plakken?’
Ebrar Kaya van studentenpartij Students’ Collective: ‘We missen reflectie van het college op structurele veranderingen in de organisatie. In het archeologierapport staat dat de manier waarop we faculteiten organiseren veel mogelijkheden biedt voor uitbuiting, intimidatie en fraude. Hoe gaan we die voedingsbodem voor ongewenst gedrag wegnemen? Daar heeft het college geen duidelijk antwoord op. Het is bijna afwachten tot de volgende casus.’
Volgens Kaya is het ‘moeilijk om het college te vertrouwen in de gesprekken over sociale veiligheid als de fundamentele problemen niet worden aangekaart’. Er worden ‘geen impactvolle keuzes gemaakt, dat nemen we het college echt kwalijk’.
‘We kijken daar toch anders tegenaan’, reageerde collegevoorzitter Annetje Ottow.
‘Dit college is niet weggelopen voor moeilijke beslissingen. We hebben ingegrepen waar het nodig was. Als blijkt dat er organisatieveranderingen nodig zijn, doen we dat. De casus is aanleiding om nog kritischer te kijken naar de organisatie en om met een actieplan te komen.’
Volgens haar moeten er meer ‘checks and balances' komen in onze bestuurssystemen. We moeten zorgen dat niet slechts één persoon zeggenschap heeft over alle besluiten. Bij de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen zijn de besturen van de instituten al aangepast. Er zijn meer zogeheten collegiale besturen gevormd: meer personen beslissen mee.’
Veel problemen ontstaan door machtsongelijkheid. Het binnenhalen van prijzen en subsidies kan die problematiek versterken: wetenschappers die een groot bedrag binnenhalen, verwerven zo veel macht. ‘Dat vormt een risico. Prijzen en subsidies kunnen instituten structureel wijzigen. Juist dan moet je zorgen dat medewerkers niet afhankelijk zijn van de prijswinnaar. Met dit soort structurele maatregelen zijn we bezig, maar dat kost meer tijd dan we zouden willen.’
Door Vincent Bongers