In Wijnhaven gelden strenge LU-card-controles en krijgen externe bezoekers alleen toegang als ze vooraf zijn aangemeld. Verder zijn er beveiligers in burger actief en komt het voor dat de beveiliging mensen fotografeert of hun gesprekken opneemt.
Dinsdagavond verzamelen verontruste studenten en medewerkers zich in een propvolle collegezaal 3.60 in het Wijnhavengebouw om hun zorgen hierover te uiten. Op de schermen verschijnt een foto van de bezetting door actiegroep Students for Palestine van afgelopen mei: een groot aantal agenten staat op de roltrap.
Oók nog net in beeld: een half hoofd van decaan Koen Caminada. Het is tegen het einde van de bijeenkomst als activist en gespreksleider Antonio naar de halve Caminada op de foto wijst en tegelijkertijd de decaan die ook in de zaal zit strak aankijkt. ‘Ik heb een boodschap aan de leden van het college, die u vast aan hen gaat rapporteren’, zegt Antonio. ‘We accepteren deze maatregelen niet. Als ze niet worden opgeheven, volgt er burgerlijke ongehoorzaamheid.’
Er klinkt luid gejuich en applaus op uit de zaal. ‘Als we moeten bezetten, dan zullen we bezetten’, vervolgt Antonio.
Uit de zaal klinkt het: ‘Let’s go!’
Antonio: ‘We zullen niet stoppen. En als jullie denken dat we ons alleen richten op Wijnhaven, dat is niet zo. We gaan net zo makkelijk naar Leiden.’
‘Ik wil het college laten weten wat er gebeurt als ze de politie op zijn studenten afstuurt’, zegt student Koreastudies Sarah van End Fossil, die vorig jaar november deelnam aan de bezetting van het Lipsius in Leiden. ‘Het was een vreedzaam protest. Toen de politie kwam, bleef ik met een paar anderen zitten. Ze grepen me bij mijn neus om me op te laten staan. Dat doe je dan wel, want je wil je neus niet breken.’
‘Het college moet weten dat studenten zo worden getraumatiseerd’, zegt filosofiestudent In-Sook van End Fossil. ‘Vanaf het begin hebben we te maken gehad met veel beveiliging. Bepaalde groepen worden extra in de gaten gehouden.’ Volgens End Fossil is er hoogstwaarschijnlijk ook een infiltrant door de universiteit ingezet. ‘We zijn er vrij zeker van dat we een mol hadden, die ook meedeed met de bezetting. We zagen door de ramen van het Lipsius dat deze persoon, nadat deze de bezetting al vrij vroeg had verlaten, in gesprek ging met de beveiliging van de universiteit. En zo zijn er wel meer dingen gebeurd die verdacht waren rond deze persoon.’
Er kwamen niet alleen studenten aan het woord, er werden ook lezingen gegeven door hoogleraar politicologie Petr Kopecky, hoogleraar International Governance Kutsal Yesilkagit en universitair docent politieke filosofie Matthew Longo. Maar de nadruk lag op studenten die vertelden over hun ervaringen met de beveiligers en bestuurders. ‘Het is schokkend dat het doelwit van de beveiliging van de universiteit haar eigen studenten zijn’, zei student international relations Nihal van Students for Palestine. ‘Voor wie zet de universiteit deze beveiliging eigenlijk in?’
Nihal was ook kritisch op de boodschap van het college dat de universiteit geen politieke instelling is. ‘Nu er bezuinigd wordt is dat opeens anders en wordt ons wél gevraagd om te protesteren. Ik vind dat hypocriet. De universiteit is blijkbaar niet politiek als het om het lot van bruine en zwarte mensen gaat.’
‘De universiteit is een behoorlijk vijandige plek voor zwarte studenten’, zegt een lid van de Afro Student Association (ASA). ‘Ook wij hebben constant het gevoel dat we extra in de gaten gehouden worden. Verder worden racistische praktijken niet aangepakt door de universiteit en zelfs toegestaan.’
‘Beveiliging wordt als een wapen tegen ons gebruikt’, aldus een ander lid van ASA. ‘Het is lastig voor ons om zaken te organiseren op de universiteit.’
‘Het veiligheidsbeleid met betrekking tot Students for Palestine is politiek geïnspireerd’, stelt universiteitsraadslid en universitair hoofddocent geschiedenis Joost Augusteijn. ‘Daar ben ik van overtuigd. De politieke context is niet gunstig voor het lot van Palestijnen. We zijn achter gesloten deuren geïnformeerd over de beveiliging, daar mag ik niets over zeggen, maar uit openbare informatie kun je wel opmaken dat de maatregelen gericht zijn tegen pro-Palestinaprotesten.’
‘Aaah’, reageert gespreksleider Antonio. ‘Eindelijk weten we dat dan.’
Nihal: ‘Na de laatste grote bijeenkomst in Wijnhaven over de beveiliging liep ik met een groepje de trap af. Plots begon een man foto’s van ons te maken. Een beveiliger in burger zag het allemaal gebeuren maar deed niets. Eenmaal beneden begon ik te schreeuwen tegen de receptionist: “Hou hem tegen.” Een student deed dat. De man weigerde om uitleg te geven en ging ervandoor. Omdat wij geagiteerd waren, reageerde de beveiliging met: “Als je zo emotioneel bent, dan hoef ik niet met je te praten.” Heel denigrerend allemaal. Er zijn in vijf gevallen opnamen van mij gemaakt en ik ben weet-ik-veel hoe vaak op de foto gezet.’
Klachten worden niet serieus genomen, zegt ook In-Sook: ‘We hebben heel veel gesproken met de medewerkers van de universiteit. Ze negeren wat we zeggen, of schuiven het door naar een andere medewerker die verantwoordelijk zou zijn. Vervolgens hoor je niets meer.’