10. De razendsnel evoluerende piemels van bonenkevers
Bij de gevlekte bonenkever Callosobruchus maculatus ziet de penis eruit als een geavanceerd Dremel-bitje, met stekels die alle kanten op uitsteken aan de top. Dat is inderdaad geen pretje voor het vrouwtje. Om de schade binnen de perken te houden is bij deze soort de vaginawand verstevigd, en tijdens de seks probeert het vrouwtje het mannetje van zich af te schoppen.
Zo’n letterlijke strijd tussen de seksen is overigens vrij normaal in de natuur: stekels, verwondingen, verkrachtingen en pogingen om de vagina na de seks dicht te kitten komen algemeen voor. Daar bestaan verschillende mogelijke verklaringen voor. Mannetjes met grotere stekels blijven bijvoorbeeld langer vastzitten aan de vrouwtjes, en kunnen zo wellicht beter bevruchten. Misschien helpen ze ook om het sperma van voorgangers eruit te schrapen. En als een vrouwtje vervolgens genitaal gezien zo in puin ligt dat ze voorlopig niet met andere mannetjes kan paren, is dat ook mooi meegenomen, vanuit het oogpunt van de man.
Australische biologen voerden een elegant experiment uit met de keversoort. Normaal gesproken houdt die er een polygame levensstijl op na, waarbij een mannetje meerdere vrouwtjes heeft. Als je echter twee maagdelijke kevers bij elkaar zet en apart houdt, moeten ze wel monogaam leven. Dat kan je met een hele populatie aan kevers doen, en dan weer met hun kinderen, en daar de kinderen van, enzovoort. Na zo’n achttien generaties (ongeveer een jaar, bij deze soort) hadden de mannetjes uit de monogame populatie kleinere piemels met kortere stekels erop. Zodra ze niet meer in competitie hoefden met andere mannetjes, waren de mannetjes met kleinere, minder schadelijke geslachtsdelen juist in het voordeel. Dat zet je aan het denken over…
9. De raadselachtige geslachtsdelen van mensen
Zoals gezegd: stekels op piemels zijn vrij normaal in het dierenrijk, en niet alleen bij insecten. Katten maken zoveel herrie ’s nachts omdat katers voorzien zijn van kleine weerhaakjes. Chimpansees en bonobo’s, onze naaste evolutionaire verwanten, hebben kleine hoorntjes aan de bovenkant. Waarom hebben mensen zulke stekeltjes maar zelden?
Schilthuizen: ‘We weten welke stukjes DNA verantwoordelijk zijn voor penisstekels, en op welk punt in de evolutionaire geschiedenis die zijn veranderd. Maar waarom dat is gebeurd, en waarom juist bij mensen, is onduidelijk. De grote zwellingen bij ovulerende vrouwtjeschimpansees vergroten de diepte van de vagina, en helpen de vrouwtjes wellicht om – al dan niet bewust – te bepalen van welke man ze zwanger worden. Maar waarom gaat het bij hun zus, en bij ons zo?’
Ondanks de belangstelling die veel mensen hebben voor geslachtsverkeer, is er nog verrekte veel onbekend over het hoe en waarom van onze genitaliën. ‘Er zijn wel een paar onderzoekjes naar seks gedaan met radiosondes en MRI-scanners, maar dat zoiets niet in elk laboratorium ter wereld gebeurt, heeft vooral met culturele barrières te maken’, aldus de bioloog.
8. De diversiteit aan galago-geslachtsdelen
Galago’s zijn Afrikaanse halfapen, en waar er op het blote oog maar een handjevol galagosoorten bestaat, blijken dat er heel wat meer te zijn als je let op de penissen. Onder botanici en insectenkenners is al sinds jaar en dag gebruikelijk om soorten te onderscheiden aan de hand van hun geslachtsdelen, maar de zoogdierkundigen hadden nog een inhaalslag te maken. Er zijn de afgelopen jaren dus een hoop soorten bijgekomen. Het feit dat bij opgezette museumexemplaren de penis vaak uitgedroogd en verschrompeld is, maakte het onderzoek er niet makkelijker op.
De nagapies – zoals ze in het Afrikaans heten – hebben een rijke verzameling piemels in de familie, met knobbels op verschillende plekken, wel of geen stekels, wigvormige falussen. Zoals muziekliefhebbers kunnen genieten van variaties op een thema, zo beleven taxonomen plezier aan de diversiteit die verschillende dieren laten zien. Ook als die diversiteit alleen tussen hun achterpoten zit.
7. Tweeslachtige slakken en hun liefdespijlen
‘Als je twee geslachten tegelijk hebt, is de seks twee keer zo interessant’, haalt Schilthuizen een collega aan in zijn boek. Waar bij de bonenkevers de strijd tussen de seksen zich afspeelt tussen individuen, gebeurt dat bij slakken binnen één en hetzelfde beest. Dat heeft een volkomen andere evolutie van de geslachtsorganen tot gevolg gehad. De zeenaaktslak Chromodoris reticulata heeft een afbreekbare penis die hij na de seks achterlaat, de tijgerslak Limax (hierboven) heeft een penis van zes keer de lichaamslengte, waarmee het zowel sperma afgeeft als opneemt.
‘Het meest sprekende voorbeeld is wel de liefdespijl’, vertelt Schilthuizen. ‘Als je er oog voor hebt, kun je in deze tijd van het jaar witte kalknaaldjes van een paar millimeter lang vinden in de tuin, afkomstig van de gewone huisjesslakken.’ Verschillende soorten slakken gebruiken verschillende pijlen op verschillende manieren, maar in het algemeen komt het erop neer dat de pijlen hormoonachtige stoffen overbrengen naar het lichaam van de partner. Zo kan de schutter er bijvoorbeeld voor zorgen dat het orgaan van zijn partner dat sperma verteert minder goed werkt, zodat er meer sperma overblijft om de eitjes van de partner te bevruchten. ‘De volgende keer dat je escargots eet en je voelt iets knarsen tussen je tanden, weet je wat het is’, aldus Schilthuizen.
6. De kortschildkever heeft een piemeldoolhof
Een bijzondere uitwerking van de strijd tussen de seksen is de doolhofvagina. Die stelt vrouwtjes in staat om met een mannetje te paren, maar toch een soort van controle te houden over de bevruchting. Vrouwtjeseenden bijvoorbeeld, hebben allerlei zijgangen en bochten van binnen, om de penis van verkrachtende woerden de verkeerde kant op te sturen. Een nog extremer voorbeeld is de kortschildkever Aleochara tristis. De mannetjes hebben een dunne zweep-piemel die bijna drie keer zo lang is als zijzelf. Normaal gesproken houden ze die opgerold, maar tijdens de seks moet hij een complexe route afleggen in het lichaam van het vrouwtje. Bij het eruit trekken moet hij heel voorzichtig zijn, om te voorkomen dat de penis in de knoop raakt.
Bij het fruitvliegje Drosophila bifurca is een vergelijkbare situatie ontstaan, maar die leidde tot een andere oplossing. In plaats van de penis op te rollen, rollen de mannetjes hun spermacellen op. Na afwikkeling zijn de zaadcellen bijna zes centimeter lang; twintig keer zo groot als het vliegje zelf. Nog indrukwekkender is het feit dat het vrouwtje van binnen dus nog ietsje langer is dan dat.
5. De walrus heeft een wapen
‘In de collectie van Naturalis bevinden zich een aantal penisbotten van walrussen, die als slagwapen zijn gebruikt door Inuit’, vertelt Schilthuizen. Een inmiddels uitgestorven walrussoort had penisbotten van bijna anderhalve meter lang, maar met zestig centimeter zijn de moderne walruspiemelbotten ook nog indrukwekkend.
Een penisbot is eigenlijk volkomen normaal. Honden hebben ze, eekhoorns hebben per soort sterk verschillende botten, soms vol stekels die het vlezige gedeelte van de penis ondersteunen. Apen hebben ze – sommige soorten kunnen een erectie creëren door het botje even op de juiste plek te trekken. Ook mannelijke chimpansees en gorilla’s hebben een botje tussen de benen. Waarom mensen niet?
Sommige biologen opperen dat het iets te maken heeft met de verborgen ovulatie van vrouwtjes. Bij chimps kun je zo zien of een vrouwtje vruchtbaar is, bij mensen is dat moeilijker, en dat komt de monogamie dan weer ten goede. Maar wát het er dan mee te maken heeft, en waarom juist bij mensen? ‘Juist bij soorten die we goed denken te kennen, valt nog een hoop te ontdekken’, aldus Schilthuizen.
4. Varkens en hun kurkentrekkertje
‘Asymmetrische penissen komen vrij veel voor’, aldus Schilthuizen. Varkens hebben ze, maar ook andere huisdieren als schapen en kamelen. Niemand weet waarom’. Misschien heeft het, net als bij de kortschildkevers en eenden, te maken met vrouwtjes die willen bepalen welk mannetje ze zwanger maakt. Wellicht dat seksuele selectie op bijzondere tactiele signalen een rol speelt: zoals vrouwtjespauwen het mannetje met de mooiste staart willen, zouden zeugen vallen op de piemel die het meest bijzonder aanvoelt. ‘Maar het kan ook dat er iets nog interessanters aan de hand is’, zegt de hoogleraar terwijl hij zijn schouders ophaalt.
‘Het is bij mijn weten nooit systematisch onderzocht hoe asymmetrisch de vrouwtjes zijn. Mogelijk proberen de penissen de controlemechanismen van de vrouwtjes te omzeilen, en danken ze daaraan hun vorm.’ De vrouwelijke genitaliën zijn tot nu toe wat onderbelicht in het onderzoek naar geslachtsorganen. Dat valt nog wel te begrijpen als het gaat om kevertjes van anderhalve millimeter. ‘Maar het is raar dat zelfs bij dieren die zo dicht bij ons staan, er nooit iemand systematisch naar gekeken heeft.’
3. Bij Braziliaanse grotluizen hebben de vrouwtjes een piemel
Deze is relatief vers van de pers, en Schilthuizen vindt het jammer dat de Neotrogla pas in beeld kwam toen zijn boek al af was. ‘Het is een prachtig voorbeeld, omdat het zo duidelijk laat zien dat geslachtsrollen niet zozeer te maken hebben met X- of Y-chromosomen of met wie het sperma en wie de eicellen maakt. Bij veel dieren investeert één geslacht weinig, en de ander veel. Meestal is het vrouwtje degene die het meeste in het nageslacht steekt, en dat zorgt ervoor dat vrouwtjes de beperkende factor zijn, waar mannetjes om in competitie moeten. Het kan echter ook andersom.’
Bij Neotrogla verpakken de mannetjes hun zaad in zeer voedselrijke pakketjes. De vrouwtjes moeten het lichaam van het mannetje binnendringen met een ‘gynosoom’: een vrouwelijk orgaan dat aanzienlijk meer op een penis lijkt dan een hoop echte penissen in het dierenrijk.
Vrouwtjes met pseudopenissen zijn niet uniek in het dierenrijk – de vrouwelijke gevlekte hyena heeft een grotere piemel dan de mens, bijvoorbeeld – maar Neotrogla is een van de weinige soorten waarbij het vrouwtje het mannetje echt binnendringt.
2. Inktvissen ejaculeren torpedo’s
Neotrogla is niet het enige beest dat het sperma opleukt met wat extra’s. Bij allerlei soorten ejaculeren de mannetjes niet zozeer een kwakje, maar zogeheten ‘spermatoforen’. Letterlijk betekent dat ‘sperma-dragers’, en het kunnen behoorlijk complexe dingen zijn. Veel inktvissen produceren een soort zelfstandig zwemmende torpedo’s die de vrouwtjes binnendringen. Niet in de vagina, die hebben ze niet. Overal is raak, bij inktvissen - dat heeft soms pijnlijke gevolgen voor mensen die inktvissen eten. Eenmaal binnen, ejaculeert het ejaculaat nogmaals, en komen de echte spermacellen vrij. Vermoedelijk is het zelfredzame zaad een oplossing voor paringen in woest golvend water.
1. De langpootmug Bellardina heeft een muzikale vibrator
De wapenwedlopen tussen de seksen ontstaan door een vrij simpele reden: het ene geslacht investeert veel meer in de kinderen dan de ander. Een mannetjesmens produceert elke maand grofweg een miljard spermacellen; een vrouwtje stelt daar één vruchtbare eicel tegenover. Als die bevrucht raakt, is ze vervolgens meer dan een jaar lang niet in staat om weer zwanger te worden. Zij heeft dus alle redenen om kieskeurig te zijn. Die kieskeurigheid zie je overal in het dierenrijk terug: mannetjeskikkers kwaken, mannetjespauwen wuiven met hun staarten en giraffes slaan met de nekken tegen elkaar, alles om maar indruk te maken op de meiden.
Ook piemels zijn onderhevig aan zulke seksuele selectie. Er zijn aapjes met felrode of helblauwe piemels, en zoals we zagen onder nummer vier, hebben onze huisdieren wellicht hun schroefpiemels te danken aan hetzelfde fenomeen.
De allervreemdste stimulatiepiemel vinden we echter bij de Bellardina sp. een langpootmug uit Midden-Amerika. De penis is een strak verpakt setje plaatjes en buisjes waar vrouwelijke uitstulpingen precies in moeten passen. Aan het einde zit een soort wasbordje met twee klauwachtige uitstulpingen, die over dat wasbordje raspen. Dat produceert een hoorbare toon, en een trilling die het vrouwtje door haar geslachtsdeel moet voelen bewegen tijdens de seks. ‘Het is als het ware een baltszang die je voelt in plaats van hoort’, vat Schilthuizen het samen.
Menno Schilthuizen
Viking Books, 256 pagina’s, €25,99
(Nederlandse vertaling verschijnt later dit jaar bij Atlas/Contact als Darwins Peepshow)