Achtergrond
Stammenstrijd door biografie over Wolkers
Het manuscript van de biografie Het Litteken van de dood over Jan Wolkers, waarop Onno Blom vorige maand is gepromoveerd, blijkt in het voorjaar te zijn afgewezen door de promotiecommissie.
donderdag 16 november 2017
Jeugdportret van Jan Wolkers door De Spin op Ars Aemula Naturae, 1945.

De commissie vond unaniem dat de eerste versie van het manuscript niet voldeed aan de wetenschappelijke normen.

Blom spreekt van een ‘stammenstrijd’. In de moderne letterkunde zou onenigheid bestaan of een wetenschappelijke biografie de nadruk moet leggen op de historische context, of op het individu an sich.

‘Ik heb mij met name op het handelen en denken van één individu gericht’, schrijft hij in de proloog van de uiteindelijke versie van zijn boek. ‘Bij het schetsen van de context van Wolkers’ leven ben ik terughoudend geweest.’ Dat is nou juist het voornaamste bezwaar van de promotiecommissie.

De unanieme afwijzing van het proefschrift door de eerste commissie kwam voor Blom en zijn promotor Willem Otterspeer als een totale verrassing.

Het voorstel van Otterspeer tot aanpassing, werd door de toenmalige commissie verworpen. Decaan Mark Rutgers heeft ‘vanwege het gebrek aan overeenstemming over het proefschrift en de verwachte duur’, hierop de promotiecommissie ontbonden.

Blom had echter binnen enkele maanden een tweede, ingekorte en herziene, versie van zijn proefschrift paraat, waarop Otterspeer een nieuwe promotiecommissie heeft samengesteld. Boven verwachting, en bovengemiddeld snel.

‘Het was die snelheid die leidde tot gefronste wenkbrauwen bij een van de leden uit de eerste commissie’, zei Rutgers tegen NRC Handelsblad dat vrijdag over de kwestie berichtte.

Een van de commissieleden ‘had de indruk dat hetzelfde manuscript opnieuw werd voorgelegd’. Rutgers laat nu via mail weten dat de promotieprocedure van Blom conform het promotiereglement is verlopen. ‘Onno Blom heeft het manuscript in ca. vijf maanden weten te herschrijven. Dat is aanmerkelijk sneller dan promotor en decaan dachten. Hoe dat kan, is een vraag voor de heer Blom, niet voor de universiteit.’

Volgens Blom heeft zijn promotor bij commissie aangegeven dat er over de eerste versie nog grondige redactie zou worden gepleegd: ‘Ik heb in die maanden dag en nacht gewerkt. Otterspeer was daar nauw bij betrokken.’

Zowel Otterspeer als de leden uit de eerste promotiecommissie wilden niet op de kwestie reageren, met uitzondering van Rick Honings. De universitair docent moderne Nederlandse letterkunde zat als enige in beide commissies. ‘Het proefschrift is wel degelijk herzien en verder wetenschappelijk onderbouwd. Het werk is ongeveer een kwart ingekort en de epiloog en proloog zijn verstevigd.’

Van de door de eerste commissie voorgestelde veranderingen heeft Blom een deel ingewilligd, maar aan het voornaamste bezwaar – meer historische context – is hij niet tegemoetgekomen. Blom: ‘Zo’n boek wilde ik niet schrijven. Ik wilde Wolkers niet van buitenaf beschrijven, als een representant van de kerkverlaters of sjabloon de seksuele revolutie, maar van binnenuit. Ik kon dat doen door de exclusieve toegang tot Wolkers grote en rijke privéarchief.’ (Zie ook: Naakt? Kom maar gekleed, hoor')

Over het feit dat de wetenschappelijk discussie tot een unanieme afwijzing heeft geleid zegt de decaan: ‘Richtingenstrijdverschillen zijn in de geesteswetenschappen niet uitzonderlijk en nooit helemaal te voorkomen. Discussies in de wetenschap zijn in principe natuurlijk ook goed.’ 

Melle Peters