Wetenschap
Is het koraal nog te redden?
Halen koraalriffen het einde van deze eeuw? En wat als ze dat niet doen? ‘Wat beschermd wordt, ziet er beter uit’, zegt onderzoeker Nicole de Voogd.
donderdag 2 november 2017

In 2006 introduceerde de Amerikaanse satire-site The Onion het begrip ‘pre-traumatische stress-stoornis’, een verzameling klachten die voor zou komen bij soldaten die nog moeten worden uitgezonden. De afgelopen twee jaar wordt de term, nu nog maar half grappend, gebruikt om de stemming onder klimaatwetenschappers te beschrijven. Hun onderzoek levert maar al te vaak een droevig toekomstbeeld op. Zelfs als de mensheid zich aan de magere afspraakjes van het akkoord van Parijs zal weten te houden – en dat lijkt niet te gaan lukken – zal dat nauwelijks verschil maken voor de opwarming van de aarde.

Koraalonderzoekers lijken het zwaarst getroffen van allemaal. Koraal- en klimaatonderzoek liggen dicht tegen elkaar aan, want veel koraalsoorten zijn erg gevoelig voor stijgingen in de watertemperatuur. De veelkleurige steenkoralen die riffen bouwen, danken hun kleur aan zogeheten Symbiodinium-dinoflagellaten; eencellige wezentjes die in het kalkskelet van koraal wonen. De symbiont is zo beschermd tegen roofdieren, en levert in ruil daarvoor voedingsstoffen aan het koraaldiertje.

Als het water te warm wordt, verlaten de symbiodiniums het koraal, en blijft een hagelwit rif achter. Bleaching, noemen biologen dat verschijnsel. Het koraal is dan nog niet dood: de algen kunnen terugkeren, maar het heeft wel een flinke optater gehad.

Doornenkroon

‘Ik ben begonnen met duiken toen ik zestien was, op de Malediven, en ik zie de riffen veranderen’, vertelt marien biologe Nicole de Voogd (1972). ‘Ik herinner me nog hoeveel meer vis er was voor het bleaching event van 1998. Laatst was ik er weer, en het was vroeger echt kleur- en visrijker. Als je geen vis hebt, gaat het uiteindelijk ook niet goed met het koraal. De vissen eten wieren op die anders de koralen overwoekeren, en ze houden de koraalvretende doornenkroon-zeester onder de duim. Die zie je tegenwoordig overal.

‘Als na een bleaching op tijd de temperatuur weer omlaag gaat, kruipen de symbionten weer terug het koraal in. Het heeft gewoon wat tijd nodig om te herstellen. Het probleem is dat je nu juist alles bij elkaar krijgt: een accumulatie van stressoren. Overbevissing, bomvissers, overbemesting die ervoor zorgt dat de wieren te snel groeien, stof op het koraal, onhandige toeristen die op het koraal gaan staan, koraalziektes. En dan komt er nog zo’n bleking overheen, en het jaar erop weer een, en dan ziet het er slecht uit.’

De Nederlandse koraalonderzoeker Ruben van Hooidonk bouwt computermodellen waarin hij zoveel mogelijk kennis over koralen en zee-temperaturen verwerkt. Volgens zijn modellen is tegen 2070 meer dan driekwart van al het koraal naar de verdoemenis. Hij heeft collega’s die nog pessimistischer zijn.

De Voogd hield gisteren bij Studium Generale een lezing over de toekomst van koraalriffen, en haar verhaal is optimistischer. Ietsjes. ‘Wat beschermd wordt, ziet er beter uit, en ik heb wat leuke plaatjes van herstellende riffen. Bovendien: de modellen blijven modellen. De voorspellingen voor de verbleking van het Australische Great Barrier Reef, zijn voor dit jaar bijvoorbeeld niet uitgekomen.’

Rode Zee

‘Er worden heel veel, heel sombere toekomstscenario’s geschetst, maar het is moeilijk om te zeggen of die ook echt uit zullen komen. Dieren, ook koralen, kunnen zich aanpassen. In de Rode Zee stappen de koralen over op symbionten die beter tegen temperatuurstijging kunnen, bijvoorbeeld. Sommige koraalsoorten kunnen beter met warm water omgaan dan andere, maar een rif met een beperkt aantal soorten is beter dan niks.’

Zelf is Naturalis-onderzoeker De Voogd gespecialiseerd in sponzen, eenvoudige dieren die een belangrijke rol spelen in de kringloop van voedingsstoffen op het rif. Daar gaat het beter mee dan met de koralen: ze groeien sneller, ze hebben minder last van hoge temperaturen, en omdat ze hun eten uit het water filteren vinden ze het ook prima als dat water een beetje vervuild is met meststoffen.

‘In de Cariben lijken de sponzen de riffen langzaam over te nemen. Ik probeer erachter te komen of dat in het Indo-Pacifische gebied ook zo is.’ Ze verzucht: ‘Het probleem met koraalriffen is dat ze onder water zitten. Veel mensen weten niet wat ze verliezen als de riffen verdwijnen. Ze zien het wel op televisie, met Blue Planet en Chasing Coral, maar dat is echt wat anders dan een bos waar je doorheen kunt lopen.’

Medicijnkastje

De Voogd: ‘Hetzelfde geldt voor het economisch nut van koraalriffen: hun bijdrage aan bijvoorbeeld de visstand, de kustbescherming en onze medicijnkastjes. Het voelt gewoon anders dan de bijen en de vlinders die mensen zelf zien verdwijnen.

‘Je kan ook moeilijk tegen mensen uit ontwikkelingslanden zeggen dat ze niets mogen doen dat het rif schaadt. Dan hebben ze domweg geen eten. Maar zonder koraalriffen heeft de mensheid echt een enorm probleem. Er valt niet eens te voorspellen wat er precies gaat gebeuren. Het ziet er niet goed uit, in elk geval.’

Tekst en foto's: Bart Braun