Nieuws
Red superprins Panji
De UB is een crowdfundingsactie gestart om een groot aantal handschriften over de avonturen van de Javaanse Prins Panji te digitaliseren.
woensdag 11 oktober 2017

‘Soms sla je een boek open en dan hoor je het geritsel van bladzijen die uit elkaar vallen’, zegt Roger Tol, oud-directeur van de Indonesische vestiging van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) in Jakarta.

Tol staat voor een aantal boeken van de UB met daarin handgeschreven verhalen over de avonturen van het koninklijke mythische figuur Panji.

‘Dan moet je stoffer en blik pakken. Uiteindelijk gaat dit allemaal kapot. Panji is een prins die de hoofdpersoon is van een hele groep verhalen die heel erg populair is in Zuidoost-Azië’, legt hij uit.

‘In de basis is het een simpel Romeo en Julia-plot. De prins gaat trouwen met een prinses, maar die dame verdwijnt plots. In bepaalde versies van het verhaal is ze geschaakt door een slechterik. In andere is ze gewoon verdwenen. De prins probeert haar weer te pakken te krijgen. Hij moet uiteraard heel wat hindernissen overwinnen voordat dat zover is. Hij knokt met schurken en raakt in oorlog met vorsten. Hele landen worden onderworpen.’

De bibliotheek heeft ruim 250 Panji-manuscripten, de grootste collectie ter wereld, en is een crowdfundingsactie begonnen om de boeken en bundels in te kunnen scannen. Zo blijven ze niet alleen digitaal bewaard, maar kunnen ze ook over de hele wereld gratis bestudeerd worden. Bij ter perse gaan van deze Mare was er € 3.190 van het doelbedrag van € 16.300 binnen. De actie duurt nog tot 1 december.

‘De eerste vertellingen ontstaan al in de twaalfde eeuw in Oost-Java,’ aldus Tol. ‘Het grappige is dat ze nu nog steeds populair zijn. Op Java heb je een vorm van wajang met alleen Panji-verhalen. ‘De prins excelleert in alles, van de liefde tot het voeren van oorlog. Er zijn stripboeken en films over zijn avonturen.’

Panji duikt ook ver buiten Indonesië op. ‘In Cambodja, Myanmar en Thailand bijvoorbeeld.’

Tol bladert voorzichtig in een handschrift uit 1821. ‘Kijk hier maar eens. Daar zie je dat de inkt een reactie is aangegaan met het papier. Het wordt onleesbaar: inktvraat.’

‘Het slaat dwars door het papier heen’, aldus Erik Weber, communicatieadviseur van de UB.

Tol: ‘De andere kant van de pagina is dan ook niet meer leesbaar.’

Weber: ‘Dat is een van de redenen dat we dit allemaal gaan digitaliseren.’

Het gaat niet alleen om boeken. Tol laat een voorwerp zien dat lijkt op een oude houten luxaflex.

‘Dit is een lontar uit Bali, gemaakt in 1735. Het is een Panji-tekst gekerfd op palmblad. De bladen zitten met touw aan elkaar vast en worden uitgerold om de verhalen te kunnen lezen. "Drie Spaanse matten", staat er op de lontar. ‘Dat is de prijs. De "Spaanse mat" is een munteenheid uit die tijd.’

VB