Achtergrond
Nigeria moet het zelf doen
Het is onmogelijk om in Nigeria zaken te doen zonder de regels te overtreden, zegt Chibuike Uche. Nu steeds meer buitenlandse bedrijven vertrekken, vestigt hij zijn hoop op de lokale ondernemers.
donderdag 6 april 2017
‘Je kunt niet alle problemen op het bordje van Shell leggen. Ze zijn niet de politie of het leger.’

Door Vincent Bongers ‘In Nigeria is corruptie onderdeel van de maatschappij. Het is haast een instituut geworden, net als een ministerie of de rechtbank’, zegt de Nigeriaanse econoom en accountant Chibuike Uche, die dinsdag officieel is benoemd op de Stephen Ellis-leerstoel voor financiën en integriteit in Afrika, vernoemd naar de in 2015 overleden historicus die was verbonden aan het African Studies Centre.

‘Iemand als oud-gouverneur James Ibori werd afgelopen februari als een held onthaald, nadat hij vier jaar in het Verenigd Koninkrijk in de bak heeft gezeten voor fraude en het witwassen van geld. Dat is echt een probleem. Hij werd toegejuicht en er was een dienst in een kerk georganiseerd om hem te verwelkomen. Terwijl hij in Engeland in de rechtszaal gewoon zijn misdaden had bekend, zei hij nu dat hij niets fout had gedaan: “Ik ben geen dief.”’

Corruptie is de standaard in Nigeria. ‘De opkomst van de terreurorganisatie Boko Haram is ook te wijten aan dit gebrekkige bestuur. De populatie in Nigeria is zeer jong. Een heel grote groep kinderen groeit op zonder goed onderwijs. Ze hebben geen zicht op een baan en dat maakt ze kwetsbaar voor extremisten. Een bomgordel omdoen en jezelf opblazen, dat doe je pas als er geen hoop meer is. Dit soort bewegingen pak je aan door de economische vooruitzichten van jongeren te verbeteren.’

Uche komt zelf uit de stad Enugu, de hoofdstad van de regio Biafra. ‘Daar woedde van 1967 tot 1970 een vreselijke oorlog. Het Igbo-volk, waartoe ik behoor, werd vervolgd. Er vielen duizenden slachtoffers. Biafra verklaarde zich dan ook onafhankelijk, dat zinde de Nigeriaanse regering niet. Met als gevolg een gewapende strijd waarbij drie miljoen mensen, voornamelijk Igbo, omkwamen.

Ik ben geboren in 1966 dus ik heb zelf de oorlog niet bewust meegemaakt. Mijn ouders, beiden medici, woonden oorspronkelijk in het westen van Nigeria, maar moesten naar Biafra vluchten. Daar hebben we de hele oorlog gezeten. Ze hebben toen gewonden en zieken behandeld. Het was heel moeilijk, maar gelukkig hebben ze het overleefd.’

Spanningen zijn er nog steeds. ‘Als je het Nigeriaanse nieuws volgt, dan zie je reportages over groepen die een onafhankelijk Biafra willen. Dit heeft ook vooral weer te maken met de slechte economische omstandigheden.’

Om dit proces te doorbreken is het nodig om voor werk te zorgen. ‘Het grootste probleem dat Nigeria heeft, is dat er een systeem van crony capitalism is ontstaan. Het land wordt in 1960 onafhankelijk van Groot-Brittannië. In de jaren zeventig nationaliseert de Nigeriaanse overheid het kapitaal. Een groot deel van dat geld komt dan in handen van een kleine groep figuren, die niets weet van ondernemen maar wel dikke maatjes is met hoge ambtenaren en politici. Alles draait om vriendjespolitiek. Multinationals betalen deze groep om zaken te kunnen doen. Dit heeft de lokale economie vernield en legt de ontwikkeling van lokale industrieën plat.’

Nigeria is een olieland. ‘Maar het levert alleen ruwe olie: het raffineren gebeurt in het buitenland. Wij importeren de benzine weer uit Nederland. Bizar natuurlijk! Het verwerken moet natuurlijk in Nigeria zelf gebeuren.’

De grote speler is Shell. Het bedrijf krijgt veel kritiek omdat het te weinig doet om de enorme vervuiling aan te pakken. ‘Shell kan zeker meer doen, maar ze zijn niet alleen verantwoordelijk. Ook lokale overheden schieten tekort. Daar komt nog bij dat er allerlei militante bewegingen het gebied onveilig maken en pijpleidingen opblazen. Er wordt materiaal vernield om olie te stelen. Dat kun je niet allemaal op het bordje leggen van Shell. Ze zijn niet de politie of het leger.’

Voor buitenlandse bedrijven is het overigens steeds moeilijker geworden om in Nigeria te werken. ‘Dat komt door het invoeren van anti-corruptieregelingen. Op smeergeld betalen staan hoge boetes. Maar het is heel lastig functioneren zonder het af en toe toeschuiven van een envelop met inhoud. De Nederlandse detacheerder Brunel is in 2015 vertrokken omdat het onmogelijk werd om in Nigeria zaken te doen zonder de regels te overtreden.’

De Nigerianen moeten zelf hun economie op poten zetten, vindt Uche. ‘Dat is lastig, maar er zijn bemoedigende ontwikkelingen. Ik heb onderzoek gedaan naar de cementindustrie. Tot een jaar of vijftien geleden importeerden Afrikaanse landen dat. Belachelijk, want het is redelijk eenvoudig om zelf te produceren: alle grondstoffen zijn aanwezig. Ondernemer Aliko Dangote is zelf begonnen met cement te maken, met succes. Hij heeft haast de hele Afrikaanse industrie in handen en is uitgegroeid tot de rijkste man van het continent. Hij is ook bezig om een grote raffinaderij te bouwen. Dangote verdiende eerst aan de import van buitenlands cement, maar stapte over naar productie. Hij durfde dat risico te nemen. Dat is de dynamiek die Nigeria nodig heeft.

Maar er zijn ook kanttekeningen. Dangote schenkt bijvoorbeeld ook grote bedragen aan de Peoples Democratic Party. ‘De vermenging van zaken, bestuur en politiek is nog steeds aanwezig.’