Wetenschap
Eetstoornissen wegklikken
Een zelfhulpprogramma kan de klachten van mensen met een eetstoornis verminderen. ‘Als ze ergens vanaf willen, gaan ze googlen.’
donderdag 8 december 2016
Een 16-jarige bewoner van een tehuis voor jongeren met eetstoornissen in Chiaromonte, Italië. Foto Hollandse Hoogte

Volgens het Fonds Psychische Gezondheid zijn er ongeveer 200.000 Nederlanders met een eetstoornis. Die hebben vooral eetbuistoornissen: grofweg één op de honderd mensen lijdt daaraan. Daarnaast zijn er meer dan twintigduizend mensen met boulimia, en zo’n 5.500 anorexiapatiënten.

Die mensen zijn niet alleen ongelukkig met hun eetgewoontes: zulke stoornissen gaan gepaard met allerlei medische problemen, van slokdarmscheurtjes van het braken tot hartschade en onvruchtbaarheid. Het sterftepercentage bij anorexia nervosa is het hoogste van alle psychiatrische aandoeningen, terwijl daar toch ook onprettigheden als depressie en schizofrenie onder vallen. De behandeling hangt af van de precieze stoornis en de ernst van de symptomen, maar kan jaren in beslag nemen. De kosten die dat alles met zich meebrengt ziet iedereen uiteindelijk terug in de zorgpremie.

Het zou al met al dus mooi zijn als je mensen met een eetstoornis goedkoop en snel kon helpen met een speciale website of digitale interventie. Die bestaat: online zelfhulprogramma ‘Featback’, dat wordt aangeboden door Rivierduinen Eetstoornissen Ursula, het Leidse Centrum Eetstoornissen. Bezoekers kunnen wekelijks een vragenlijst invullen, en krijgen op basis daarvan een passend feedbackbericht. In de databank zitten 2600 van zulke berichten: tien verschillende voor elke mogelijke uitkomst. Zo voorkomt de website dat je elke keer dat je situatie hetzelfde is gebleven, hetzelfde bericht krijgt. Als de ingevulde antwoorden te ernstig worden, krijgt de deelnemer een bezorgd mailtje van een menselijke psycholoog.

Als je zo’n programma inzet, wil je ook weten of ‘t wel echt werkt. Psychologe Jiska Aardoom heeft daar de afgelopen jaren onderzoek naar gedaan, waarop ze woensdag promoveerde.

Voor haar proefschrift maakte Aardoom onder meer een vergelijking van vier interventies voor mensen met symptomen van een eetstoornis. De controlegroep kwam op een wachtlijst te staan, de Featback-gebruikers kregen of alleen het zelfhulpprogramma, of ze kregen daarbij online psychologische begeleiding; en dat dan één of drie keer per week.

De resultaten: allereerst bleek het programma goed in het bereiken van nieuwe mensen. Ongeveer de helft van alle deelnemers was nog nooit in behandeling geweest voor een eetstoornis.

Aardoom: ‘We wilden ook de mensen bereiken die nog geen hulp kregen. De groep waarvoor de stap naar de kliniek te groot is, maar die wel anoniem achter hun computer op zoek gaan. Als mensen ergens last van hebben, gaan ze googlen, en op deze manier kun je Featback vinden. Symptomen als eetbuien en zelfopgewerkt braken gaan vaak gepaard met veel schaamte, daar willen mensen graag vanaf.’

Goed nieuws voor hen: Featback kan ze daarbij helpen. Het programma bleek effectief in het verminderen van symptomen van boulimia nervosa, symptomen van angst en depressie, en piekeren. Opvallend genoeg maakte het voor de deelnemers niet zo gek veel uit of er nou een psycholoog meedeed of niet.

‘We zagen niet dat psychologen voor een grotere afname van klachten zorgden’, vertelt Aardoom. ‘Mensen die het programma met psychologische begeleiding volgden, waren daar wel veel tevredener over. Die gaven het programma gemiddeld vaak een zeven of een acht, terwijl de groep zonder psycholoog gemiddeld een vijf gaf.’

Wacht even. Deze mensen hebben eetstoornisklachten. Ze gaan een zelfhulpprogramma volgen via internet. In de volgende maanden nemen de depressieve klachten af, hebben ze gemiddeld minder last van piekeren en angst, en nemen hun eetstoornisklachten af. Dit alles is ook nog eens gratis, en ze hoeven er niet eens hun bed voor uit te komen. Is een onvoldoende dan niet wat ondankbaar?

‘Het is heel interessant’, vindt Aardoom. ‘In de reacties die ze invulden, geven ze aan dat ze vaak wel meer inzicht in hun symptomen hebben gekregen, maar dat ze een luisterend oor en een “echt mens” missen. Ook zeggen ze dat de standaardberichtjes die ze krijgen niet altijd goed passen bij hun klachten. Bovendien wisten deze mensen dat er een andere groep deelnemers was, die wél begeleiding van een psycholoog kreeg, dat zal het cijfer niet hoger hebben gemaakt.’

Toch maar mee doorgaan, ondanks het vijfje? ‘Absoluut. Het blijft effectief, het bereikt nieuwe mensen. Het blijkt ook nog eens kosten-effectief ten opzichte van de wachtlijst, dus het levert een besparing voor de maatschappij op. Het lijkt me wel belangrijk om een psycholoog toe te voegen die de deelnemers in de gaten houdt, en ze motiveert om het programma in te blijven vullen. Ik kan me voorstellen dat mensen er gewoon mee ophouden als ze Featback maar een vijfje geven.’

Het Trimbos-instituut - dat niet alleen drugs, maar ook geestelijke gezondheid bestudeert - maakte een budget-impact-analyse op basis van Aardooms cijfers. ‘Zij vonden dat als we Featback aanbieden aan 5000 mensen in de doelgroep, dat jaarlijks twee miljoen euro zou kunnen schelen.’ Maar dat is echt een ‘ruwe schatting’, benadrukt de psychologe.

‘Veel mensen zijn nog sceptisch over het gebruik van internet bij behandelingen. Dat is jammer, want er is heel veel potentieel. Sommige mensen zullen altijd een intensieve face to face-behandeling nodig hebben, maar anderen kunnen met e-health al geholpen zijn. En zelfs als het alleen maar mensen over de drempel naar de zorg heen helpt, is dat ook al een waardevol resultaat.’

Jiska Aardoom, Just a click away: E-mental health for eating disorders. Promotie was 7 december

Bart Braun